Waarom Steeds Meer Moslims de Islam Verlaten en Jezus Vinden – Een Theologische, Apologetische en Pastorale Analyse
1. Inleiding: Een stille revolutie in de islamitische wereld
Er is iets aan het gebeuren in de wereld van vandaag — iets dat je niet ziet op het journaal,
niet leest in de krant, en zelf vaak niet opmerkt in onze Vlaamse straten. Maar wie met moslims
spreekt, wie catechese geeft op school, wie missionair werk doet, wie jongeren begeleidt,
merkt het wél:
Steeds meer moslims beginnen vragen te stellen.
Niet alleen in het Midden-Oosten. Niet alleen in Amerika. Maar ook in
Vlaanderen, in steden als Antwerpen, Gent, Genk en Brussel.
Ze vragen dingen als:
- Wie is Jezus écht?
- Waarom spreken christenen op zo’n andere manier over God?
- Waarom zegt de Koran dat het Evangelie betrouwbaar is?
- Waarom is mijn imam zo defensief?
- Waarom voelt Jezus zo anders dan Mohammed?
- Waarom heb ik dromen waarin een man in wit licht voorkomt?
En tegelijk zitten talloze moslims gevangen in angst:
- Angst om vragen te stellen.
- Angst hun familie te verliezen.
- Angst voor sociale druk.
- Angst voor het ergste denkbare zondebegrip binnen de islam:
shirk, het toekennen van goddelijkheid aan iemand naast Allah.
Het opmerkelijke is dit: precies die angst duwt velen van hen naar een diepere zoektocht —
en steeds vaker leidt die zoektocht, soms traag en breekbaar maar altijd oprecht,
naar Jezus Christus.
Die stille revolutie is het onderwerp van deze gids.
Doel van dit artikel
Dit artikel is bedoeld als een praktische gids voor katholieken in Vlaanderen:
- Hoe praat je met moslims?
- Welke theologische misverstanden moet je begrijpen?
- Welke argumenten werken, en welke werken averechts?
- Hoe toon je Jezus zonder agressie?
- Hoe begeleid je iemand die risico loopt zijn familie te verliezen?
- Hoe kom je tegelijk waarheidsgetrouw én teder over?
In dit artikel combineren we:
- Theologie
- Apologetiek
- Pastorale inzichten
- Ervaring van ex-moslims
- De wijsheid van David Wood en Nabeel Qureshi
- Een stevige Vlaams-katholieke pastorale gevoeligheid
Met één doel voor ogen:
Katholieken toerusten om moslims liefdevol, wijs en waarheidsgetrouw naar Jezus te begeleiden.
2. Video: Why Muslims Are Leaving Islam for Christianity
Waarom moslims de islam verlaten voor het christendom
Dit artikel is ontstaan naar aanleiding van een lange, inhoudelijk rijke aflevering van
Pints With Aquinas, waarin Matt Fradd in gesprek gaat met de evangelische apologeet
David Wood. Voor wie Engels begrijpt, is deze video een warme aanrader – niet alleen om de
argumenten, maar ook om de persoonlijke verhalen, de humor en de eerlijkheid.
Titel: Why Muslims Are Leaving Islam for Christianity (David Wood) | Ep. 550
Kanaal: Pints With Aquinas
In première gegaan op: 13 november 2025
Weergaven (op moment van opname): 86.077+
In dit gesprek komen onder meer volgende thema’s aan bod:
- Hoe David Wood zich is gaan verdiepen in de islam en waarom hij moslims niet haat.
- Zijn vriendschap met Nabeel Qureshi (auteur van Ik zocht Allah en vond Jezus).
- De eerste jaren van christelijke apologetiek op YouTube en de strijd om zijn kanaal te behouden.
- De soms heftige reacties van moslims, inclusief doodsbedreigingen.
- Waarom steeds meer moslims de islam verlaten en (soms) christen worden.
- David Woods eigen weg van atheïsme naar het christendom.
In de rest van dit artikel destilleren we uit dit gesprek en uit bredere ervaringen de
belangrijkste theologische inzichten en pastorale handvatten
voor katholieken in Vlaanderen. De bedoeling is niet dat je een kopie wordt van David Wood,
maar dat je leert:
- hoe moslims denken en geloven,
- waarom ze twijfelen,
- hoe je hen als katholiek met liefde én waarheid kunt benaderen.
3. Waarom moslims beginnen te twijfelen aan de islam
Wie met moslims in gesprek gaat, merkt al snel: twijfels ontstaan zelden van de ene dag op de andere.
Achter elke vraag zit een laag van ervaringen, argumenten, angsten en ontmoetingen.
In de podcast met David Wood worden een aantal lijnen zichtbaar die ook voor ons, als katholieken in Vlaanderen,
bijzonder relevant zijn.
In dit deel proberen we die dynamiek zo helder mogelijk te beschrijven. Niet om moslims “te analyseren” als object,
maar om hen juist beter te begrijpen en zo met meer respect en diepgang te kunnen begeleiden.
3.1. Van cijfers naar gezichten: de stille verschuiving
In het gesprek wijst David Wood op cijfers die aangeven dat onder jonge moslims een opvallend hoge
apostasie-ratio voorkomt: volgens bepaalde onderzoeken is in de laatste jaren ongeveer een kwart van de
jonge moslims in het Westen de islam verlaten, terwijl dat twee decennia geleden bijna nul was.
Daarnaast verlaat een aanzienlijk deel van de mensen die zich tot de islam bekeren deze religie weer binnen enkele jaren,
zodra ze ontdekken welke leerstellingen en historische feiten niet expliciet waren tijdens hun bekering.
Deze cijfers zijn interessant, maar ze mogen ons niet in triomfantalisme duwen. Belangrijker dan de statistiek zijn
de gezichten en verhalen erachter:
- de student die ontdekt dat wat hij over de Bijbel leerde, niet klopt;
- de jonge vrouw die worstelt met de positie van de vrouw in bepaalde interpretaties van de sharia;
- de moslim die online voor het eerst serieuze kritiek op Mohammed of de Koran tegenkomt;
- de man die in dromen of visioenen geconfronteerd wordt met Jezus en dat niet kan plaatsen binnen zijn theologie.
Als katholiek is het van belang om te beseffen: wanneer een moslim begint te twijfelen, is dat meestal het resultaat van
een lang traject, geen impuls. Twijfel is hier geen goedkoop modewoord, maar vaak een existentieel
scharniermoment.
3.2. Intellectuele twijfels: wanneer de argumenten beginnen te schuiven
Veel moslims groeien op met de overtuiging dat islam niet alleen waar is, maar ook
onaanvechtbaar rationeel. Ze horen bijvoorbeeld:
- De Koran is vol wetenschappelijke wonderen.
- De tekst van de Koran is volmaakt en perfect bewaard.
- De Bijbel is corrupt, terwijl de Koran zuiver is.
- Mohammed is het grootste morele voorbeeld in de geschiedenis.
Zulke claims wekken een gevoel van 100% zekerheid. Daardoor zal een moslim vaak niet eens
overwegen dat een ander geloof waar zou kunnen zijn. Zolang deze intellectuele zekerheden intact zijn,
blijft het christelijk geloof – hoe mooi ook – op veilige afstand.
In de podcast vertelt David Wood hoe hij, in zijn vele gesprekken met moslims, telkens weer eenzelfde patroon ziet:
- Een moslim verdedigt islam met deze sterke claims (wetenschappelijke wonderen, perfecte overlevering, enz.).
- Een christen laat aan de hand van islamitische bronnen zien dat deze claims niet kloppen
(bijvoorbeeld varianten in de Koran-lezingen, historische problemen rond bepaalde verzen, enz.). - De moslim raakt in verwarring en gaat terug naar zijn imam of shaykh voor uitleg.
- De imam geeft een nieuw antwoord, maar bij eerlijke herlezing van de bronnen blijkt ook dat antwoord niet te kloppen.
- Na enkele rondes ontstaat een “lichtschakelaar-moment”:
“Misschien kan ik deze persoon niet langer blind vertrouwen. Misschien moet ik zelf onderzoeken wat waar is.”
Op dat moment verschuift twijfel van een oppervlakkig gevoel (“ik heb even een moeilijke vraag”) naar een diepere,
meer volwassen houding: intellectuele eerlijkheid. Dit is geen verlies aan geloof, maar een
mogelijke opening naar echte waarheid, ook al voelt het voor de betrokkene op dat moment als verlies.
Voor katholieken is dit belangrijk: wij mogen die fase niet banaliseren. Een moslim die toegeeft dat bepaalde
argumenten voor islam niet kloppen, stort vaak een hele innerlijke wereld in. Dat vraagt respect, geduld
en gebed.
3.3. Morele en historische spanningen: als het voorbeeld gaat wankelen
Naast puur intellectuele vragen zijn er ook de morele en historische spanningen.
Naarmate moslims meer toegang krijgen tot traditionele islamitische bronnen (hadith-verzamelingen, klassieke sira’s
over het leven van Mohammed), botsen sommigen op passages die moeilijk te rijmen zijn met hun morele intuïtie:
- de rol van geweld en heilige oorlog in bepaalde perioden;
- het omgaan met afvalligen;
- de positie van vrouwen en niet-moslims;
- verhalen over het persoonlijke leven van Mohammed die botsen met moderne gevoeligheid.
Voor een gelovige moslim is dit niet zomaar een historisch debat. Mohammed wordt gezien als
uswa hasana – het “prachtige voorbeeld”. Als dat voorbeeld ernstige vraagtekens oproept,
ontstaat een crisis die zowel moreel als theologisch is.
Op dit punt is het voor katholieken cruciaal om twee dingen tegelijk te doen:
- Niet triomfantelijk reageren. Het is makkelijk om te zeggen: “Zie je wel, Mohammed deugt niet.”
Maar dat kan bij de moslim aanvoelen als een aanval op eer, familie en identiteit. - Wel eerlijk zijn. We hoeven geen problemen weg te praten. We mogen rustig en helder
benoemen waar christelijke en islamitische visie botsen, vooral rond geweld, vergeving en vijandenliefde.
Juist hier kan de figuur van Jezus krachtig spreken: Hij die vijanden liefhad, die weigerde geweld te gebruiken om
zijn boodschap te beschermen, en die aan het kruis bad voor zijn vervolgers. Dat contrast moet niet agressief
uitgespeeld worden, maar kan uitnodigend getoond worden: “Kijk eens hoe Jezus met vijanden omgaat.”
3.4. Spirituele en existentiële factoren: dromen, leegte en honger naar genade
Niet alle twijfel is rationeel. In heel wat getuigenissen van ex-moslims (ook bij Nabeel Qureshi) zien we een
duidelijke spirituele dimensie:
- Dromen waarin Jezus verschijnt of waarin een man in wit licht hen roept.
- Een diepe innerlijke honger naar zekerheid van vergeving, die ze in een puur wettische religiebeleving niet vinden.
- Een gevoel van leegte na het uitvoeren van religieuze plichten, alsof er “meer” zou moeten zijn.
De islam legt sterk de nadruk op gehoorzaamheid, onderwerping en het vermijden van zonde. De taal van
kindschap, genade en verlossing zoals in het evangelie is kwalitatief anders.
Veel moslims ervaren ergens – soms onbewust – dat ze nooit zeker weten of Allah hen werkelijk genadig zal zijn.
Wanneer zij vervolgens in contact komen met het christelijk geloof, en vooral met het getuigenis dat God
in Christus zelf de prijs draagt, kan dat een existentiële schok zijn:
- “Kan God zó nabij komen?”
- “Kan vergeving werkelijk een geschenk zijn en niet enkel een loon?”
- “Mag ik God Vader noemen zonder blasfemie te plegen?”
Hier ligt voor katholieken een enorme kans: onze traditie heeft een rijke spiritualiteit rond
barmhartigheid, vergeving, eucharistische nabijheid en kindschap.
Moslims die twijfelen aan de islam, zijn vaak niet op zoek naar een nieuwe set dogma’s alleen,
maar naar een God die hen kent, bemint en draagt.
3.5. Sociale druk, eer en schaamte: de verborgen kosten van twijfel
In veel islamitische contexten (en ook in Vlaamse moslimgemeenschappen) is religie diep verweven met familie, cultuur
en eer. Twijfelen aan de islam betekent daarom vaak ook:
- twijfelen aan de opvoeding van je ouders;
- potentieel verraad aan je gemeenschap;
- risico op roddel, isolatie of verstoting;
- voor sommigen zelfs gevaar voor geweld.
Twijfel is dus niet neutraal. Een moslim die eerlijk toegeeft: “Ik weet het niet meer”, betaalt daar vaak een
psychologische en sociale prijs voor. Dat maakt dat velen hun vragen jarenlang
wegstoppen of alleen anoniem online durven zoeken.
Voor een katholiek pastor, catechist of geëngageerde leek is het daarom uiterst belangrijk om:
- discretie te bewaren;
- een veilige ruimte te creëren waar vragen gesteld mogen worden zonder veroordeling;
- niet te pushen naar snelle beslissingen, maar mee te wandelen in een proces;
- rekening te houden met eer-/schaamte-dynamieken: “Als mijn familie dit weet, ben ik alles kwijt.”
In zekere zin is de parochie of katholieke gemeenschap geroepen om een nieuwe familie te worden
voor wie zijn oude netwerk riskeert te verliezen. Dat begint lang vóór iemand zich officieel laat dopen:
het begint bij koffie, luisteren, beschikbaar zijn en trouw in vriendschap.
3.6. Wat betekent dit concreet voor katholieken in Vlaanderen?
Als we deze verschillende lagen samenleggen – de intellectuele, morele, spirituele en sociale – dan wordt duidelijk
dat moslims niet zomaar “uit nieuwsgierigheid” beginnen te twijfelen. Het is een complexe beweging waarin
God, geweten, omstandigheden en informatie allemaal een rol spelen.
Voor katholieken in Vlaanderen betekent dat concreet:
- Wees niet naïef, maar ook niet bang.
Er zijn inderdaad steeds meer moslims die vragen stellen, ook hier. Dat is geen bedreiging, maar een kans
voor het evangelie – mits we goed voorbereid zijn. - Zie twijfel als een heilig moment.
Wanneer een moslim iets durft toegeven als “ik ben er niet meer zo zeker van”, staan we op heilige grond.
Dat vraagt zachtheid, wijsheid en gebed. - Bereid je inhoudelijk voor.
Leer de basis van islamitische geloofspunten kennen. Begrijp hun argumenten over Koran en Bijbel, zodat je
niet oppervlakkig reageert. Dit artikel wil daar een aanzet toe zijn. - Bied een ander verhaal van God aan.
Niet alleen: “Jouw argumenten kloppen niet”, maar vooral: “Kijk wie Jezus is. Kijk hoe God zich openbaart
in kruis en verrijzenis.” - Word als gemeenschap gastvrij en veilig.
Parochies die ruimte bieden voor gesprekken met moslims, doen belangrijk missiewerk. Dat hoeft niet spectaculair
te zijn – vaak begint het met één persoon die luistert.
In de volgende delen gaan we dieper in op de aantrekkingskracht van Jezus,
het bekende “Islamic Dilemma” dat David Wood formuleert,
en vooral op de concrete do’s en don’ts voor katholieken die met moslims in gesprek willen gaan
over geloof.
4. De aantrekkingskracht van Jezus: waarom moslims geraakt worden
Wie met eerlijke, zoekende moslims spreekt, merkt vroeg of laat iets opmerkelijks:
Jezus vormt geen afstotingspunt, maar een aantrekking.
Veel moslims hebben moeite met de kerk, met het kruis, met de Drie-eenheid, met het idee dat God mens wordt –
maar opvallend vaak klinkt er respect en zelfs bewondering voor Jezus zelf.
In de islam is Jezus (‘Isa) een belangrijke profeet. Niet zomaar één van velen, maar een
bijzondere, zuivere figuur: geboren uit Maria, zonder zonde, een wonderdoener, de Messias.
Zelfs al ontkent de islam Zijn godheid en kruisiging, toch is Jezus in de islamitische verbeelding een
mysterieus aantrekkelijke persoon. Precies daar ligt een pastorale sleutel voor katholieken.
4.1. Jezus in de islam: hoog, maar niet genoeg
Om te begrijpen waarom moslims zich tot Jezus aangetrokken voelen, is het zinvol kort te schetsen
wat de islam officieel over Hem leert:
- Jezus is een grote profeet, gezonden door Allah, vergelijkbaar met Abraham, Mozes en Mohammed (maar nooit boven Mohammed).
- Hij wordt geboren uit Maria, die als kuis en uitgekozen wordt gezien; zijn geboorte is wonderbaarlijk, zonder menselijke vader.
- Jezus doet wonderen: Hij geneest zieken, wekt doden op – dit alles met Allahs toestemming.
- Jezus wordt de “Messias” genoemd, maar deze titel krijgt in de islam niet de volle, messiaanse lading die hij in het christendom heeft.
- Volgens de klassieke islamitische leer is Jezus niet gekruisigd: iemand anders zou in zijn plaats gekruisigd zijn, of de gebeurtenis is op een andere manier misbegrepen.
- Jezus zal aan het einde der tijden terugkomen om recht te zetten wat krom is – opnieuw een opmerkelijk hoge rol.
Kortom: Jezus staat in de islam zeer hoog, maar toch “onder de islamitische horizon”.
Hij is een heraut van de islam – niet haar vervulling. Hij is belangrijk, maar uiteindelijk een
voorbereiding op Mohammed, niet de volheid van Gods zelfopenbaring.
Dit zorg voor een innerlijke spanning: veel moslims ervaren intuïtief dat er “meer” aan Jezus is dan een profeet.
Ze proeven het aan de verhalen, aan zijn wonderen, aan zijn radicaal geweldloze houding. Maar hun theologie
laat het niet toe om Hem als Zoon van God te erkennen. Precies daar ontstaat de ruimte voor vragen – en voor evangelisatie.
4.2. Jezus in het Evangelie: nabijheid, genade en een nieuw beeld van God
Wanneer moslims – vaak voor het eerst in hun leven – de evangelies zelf beginnen te lezen, ontdekken ze een Jezus
die hen tegelijk bekend en volkomen nieuw voorkomt. Bekend, omdat Hij ook in de islam voorkomt. Nieuw, omdat
Zijn woorden en daden een andere God laten zien dan ze gewend zijn.
Enkele elementen die veel ex-moslims diep raken:
- Jezus benadert zondaars met waarheid én tederheid.
Hij veroordeelt de zonde, maar niet de persoon. Denk aan de overspelige vrouw:
“Ook Ik veroordeel u niet. Ga heen en zondig niet meer.”
Dit is radicaal anders dan een puur juridisch beeld van God. - Jezus openbaart God als Vader.
Niet als een verre, ondoorgrondelijke macht waar je nooit zeker van bent,
maar als een Vader die weet wat je nodig hebt, die je haren geteld heeft, die uitkijkt naar de verloren zoon.
Voor iemand die in een context van eer en schaamte leeft, is dit revolutionair. - Jezus vergeeft zonden met eigen gezag.
In de evangelies zegt Hij: “Uw zonden zijn u vergeven.” Dat is een goddelijk prerogatief.
Moslims merken dat de mensen om Hem heen precies daarom schrikken: “Wie kan zonden vergeven dan God alleen?”
(vgl. Mc. 2,7) – daarmee wordt impliciet de vraag gesteld naar zijn identiteit. - Jezus geeft zichzelf voor zijn vijanden.
Hij gaat niet alleen lijden verdragen, Hij maakt er een bewuste gave van:
“Niemand neemt mijn leven van Mij, maar Ik geef het uit Mijzelf.” (vgl. Joh. 10,18).
Dat soort zelfgave verschuift het beeld van God van een pure heerser naar een liefdevolle Gever.
Voor moslims die dit lezen, opent zich vaak een totaal nieuw geestelijk landschap. De God die Jezus laat zien, is:
- heilig, maar niet afstandelijk;
- rechtvaardig, maar niet onvoorspelbaar willekeurig;
- almachtig, maar vooral als almacht van de liefde;
- hoogverheven, maar bereid zichzelf klein te maken om ons te redden.
In pastorale gesprekken is het dan ook heilzaam om niet te beginnen met het verschil
(“Jullie hebben het fout”), maar met het aanbieden van het evangelisch portret van Jezus.
Laat moslims zelf ontdekken wie Hij is, door hen uit te nodigen om de evangelies te lezen.
Vaak is dat de plek waar hun hart sneller gaat slaan.
4.3. De struikelsteen én hoeksteen: kruis en vergeving
Hoewel Jezus aantrekkelijk is, stuiten veel moslims op een enorme blokkade zodra het over het
kruis gaat. Drie typische reacties komen vaak terug:
- “God zou zijn profeet nooit zo’n vernederende dood laten sterven.”
- “Het is onrechtvaardig dat iemand anders boet voor mijn zonden.”
- “Een profeet die sterft aan het kruis kan geen winnaar zijn; Allah beschermt zijn boodschappers.”
Vanuit islamitisch perspectief zijn dat begrijpelijke bezwaren. De islam kent geen idee van een
verzoenend, zelfopofferend lijden van God zelf. Vergeving is daar primair een
kwestie van berouw en barmhartigheid van een soevereine God, niet van een objectief vervulde gerechtigheid
in een kruisgebeuren.
Voor katholieken is het daarom belangrijk om het kruis niet alleen als “historisch feit” te verdedigen,
maar vooral als openbaring van Gods hart. Bijvoorbeeld:
- Het kruis is geen nederlaag, maar de weg waarlangs God de diepste solidariteit met de mens kiest.
- God legt zijn rechtvaardigheid niet naast zich neer, maar vervult ze in eigen persoon, in Christus.
- Vergeving is niet “goedkope genade”, maar een kostbaar geschenk dat God zelf draagt.
In gesprekken met moslims kan het helpen om het kruis niet te presenteren als een vreemde juridische constructie,
maar als het ultieme teken van liefde:
“Als God enkel zou zeggen: ‘Ik vergeef jullie’, dan blijft de breuk tussen mens en God abstract.
In het kruis zien we hoe ver Gods liefde gaat – tot in de ervaring van verlatenheid, zodat wij nooit meer echt verlaten hoeven te zijn.”
Veel ex-moslims getuigen dat dit besef – dat God zelf het lijden binnengaat – hen diep geraakt heeft.
In een wereld waar eer, schaamte en machtsvertoon vaak de boventoon voeren, openbaart het kruis een God
die zich laat vernederen om zijn kinderen thuis te brengen.
4.4. De Drie-eenheid uitgelegd zonder karikatuur
Een van de grootste struikelblokken voor moslims is de christelijke leer van de Drie-eenheid.
Vaak denken ze – omdat het hen zo geleerd is – dat christenen in drie goden geloven, of dat God en Maria
een soort “goddelijke ouders” zijn die Jezus voortbrengen. Zulke misverstanden maken echte dialoog moeilijk.
Katholieken die met moslims spreken, doen er goed aan om:
- duidelijk te ontkennen dat we in drie goden geloven.
Het geloof is radicaal monotheïstisch: één God, in drie Personen.
Niet drie goden, niet één God plus twee mindere goddelijke wezens. - te benadrukken dat de Drie-eenheid geen “optionele extra” is.
Ze vloeit voort uit wie God is: eeuwige liefde. Liefde veronderstelt relatie.
In God is die relatie niet pas begonnen toen Hij de wereld schiep, maar is ze eeuwig aanwezig in de eenheid
van Vader, Zoon en Heilige Geest. - uit te leggen dat Jezus geen “tweede god” naast de Vader is.
Hij is het mensgeworden Woord van God: God zelf die zich op menselijke wijze kenbaar maakt.
Zijn menswording is geen breuk met Gods eenheid, maar de historische verschijning van de Zoon in onze geschiedenis.
Pastoraal helpt het om geen abstracte filosofische traktaat over de Drie-eenheid te geven, maar om te vertrekken
van de ervaring van redding:
- We kennen de Vader omdat Jezus Hem openbaart.
- We ontvangen vergeving omdat Jezus zijn leven geeft.
- We kunnen Jezus erkennen als Heer omdat de Heilige Geest in ons werkt.
Zo wordt duidelijk dat de Drie-eenheid geen “wiskundige kwestie” is, maar de manier waarop God zich geeft:
de Vader die liefheeft, de Zoon die redt, de Geest die vernieuwt. Voor een moslim kan dit helpen om voorbij
de karikatuur te komen en de innerlijke schoonheid van het christelijk godsbeeld te zien.
4.5. Jezus als aantrekkingspunt in pastorale gesprekken
Wat betekent dit alles concreet voor katholieken in Vlaanderen die met moslims spreken?
Enkele pastorale richtlijnen:
- Begin bij Jezus, niet bij de zwakke plekken van de islam.
Natuurlijk zijn er ernstige theologische problemen in de islam, en soms moet je die benoemen.
Maar als eerste stap is het beter om Jezus zelf centraal te zetten: zijn woorden, zijn daden, zijn kruis, zijn verrijzenis. - Nodig uit tot het lezen van het Evangelie.
In plaats van alleen maar over Jezus te spreken, is het krachtig om een moslim uit te nodigen om zelf een evangelie
te lezen (Marcus of Johannes zijn vaak goede keuzes). “Lees het, en vraag God om je de waarheid te tonen.”
Dat is een vorm van vertrouwen in Gods genade. - Gebruik de eerbied die moslims al voor Jezus hebben.
Je hoeft niet vanuit nul te beginnen. Veel moslims respecteren Jezus als profeet.
Je kunt aansluiten bij die bewondering en rustig laten zien waarom christenen geloven dat Hij meer is dan een profeet. - Ga zacht om met bezwaren over kruis en Drie-eenheid.
Voor moslims zijn dit geen technische dogma’s, maar mogelijke blasfemieën.
Juist daarom vraagt dit om geduld en heldere uitleg, niet om druk of spot. - Laat zien dat Jezus mensen naar binnen haalt, niet wegduwt.
Vertel verhalen van Jezus die tollenaars, zondaars en zieken uitnodigt.
Moslims die worstelen met schuld of schaamte kunnen hierin een immense troost vinden:
“Als Hij hén niet wegstuurt, zal Hij mij ook niet wegsturen.”
In de ervaring van veel ex-moslims is het uiteindelijk niet een abstract argument geweest dat hen over de streep trok,
maar de persoon van Jezus zelf. Argumenten hebben muren gesloopt, maar Jezus heeft het hart gewonnen.
In de volgende delen zullen we zien hoe het beroemde “Islamic Dilemma” functioneert als
een krachtig apologetisch hulpmiddel – en hoe we, als katholieken, met wijsheid en liefde
zulke argumenten kunnen inzetten zonder het hart van de ander te kwetsen.
5. Het ‘Islamic Dilemma’: het meest pastorale apologetische argument
In de podcast gaat David Wood uitvoerig in op wat hij zelf het “Islamic Dilemma” noemt:
een kort, helder en theologisch messcherp argument dat diepe wortels heeft in zowel de Bijbel als de Koran.
Voor katholieke evangelisatie richting moslims is dit niet zomaar een apologetische truc, maar een
pastorale sleutel die moslims uitnodigt tot een eerlijke lezing van hun eigen bronnen.
Wat maakt dit argument zo bijzonder? Het is:
- heel eenvoudig om te begrijpen, zelfs voor iemand zonder theologische opleiding;
- volledig gebaseerd op de Koran zelf, dus niet aanvallend;
- logisch onontkoombaar — een moslim moet één van beide conclusies aanvaarden;
- pastoraal zacht, omdat het niemand belachelijk maakt;
- consequent met de christelijke leer over openbaring en Schrift.
5.1. De kern in één zin
De Koran zegt dat de Thora en het Evangelie:
- door God geopenbaard zijn,
- betrouwbaar zijn,
- onder de bescherming van God staan,
- en dat christenen en joden moeten oordelen volgens deze boeken.
Tegelijk zegt de islam dat de christelijke leer (Jezus als Zoon van God, kruisiging, verrijzenis) vals is.
Maar die leer staat in diezelfde door God “bevestigde” boeken.
Daarom:
Als de Bijbel betrouwbaar is, is de islam vals.
Als de Bijbel corrupt is, is de islam óók vals.
Een moslim kan niet consistent beide geloven:
de Koran bevestigt boeken die een leer bevatten die de Koran ontkent.
5.2. Wat zegt de Koran precies over de Bijbel?
Hier begint het academische werk. In de podcast verwijst Wood naar vier categorieën Koranverzen
die voortdurend terugkeren in gesprekken met moslims:
1. De Koran bevestigt dat God de Thora en het Evangelie geopenbaard heeft
- Soera 3:3 – “Hij heeft de Thora en het Evangelie neergezonden.”
- Soera 5:46 – “Wij gaven hun het Evangelie waarin leiding en licht is.”
2. De Koran zegt dat deze boeken nog aanwezig waren in Mohammeds tijd
- Soera 7:157 – Mohammed staat aangekondigd in de Thora en het Evangelie
die de mensen bezitten (Arabisch: ‘inda-hum, letterlijk: die zij “bij zich hebben”).
3. De Koran zegt dat niemand Gods woorden kan veranderen
- Soera 6:115 – “Niemand kan Zijn woorden veranderen.”
- Soera 18:27 – “Geen enkel woord van God kan veranderd worden.”
4. De Koran vraagt christenen om te oordelen op basis van hun Evangelie
- Soera 5:47 – “Laat de mensen van het Evangelie oordelen volgens wat God daarin heeft neergezonden.”
- Soera 10:94 – Mohammed krijgt het bevel: “Als je twijfelt, vraag het dan aan degenen die vóór jou de Schrift lezen.”
De implicatie kan niet duidelijker zijn:
De Koran vertrouwt volledig op de integriteit van de Bijbel.
Traditionele moslimgeleerden (zoals Al-Tabari, Al-Qurtubi, Ibn Kathir) hebben dit eeuwenlang zo begrepen:
corruptie ging volgens hen niet over “het veranderen van de tekst”, maar over “het verkeerd interpreteren ervan”.
5.3. Maar de Bijbel verkondigt precies wat de islam ontkent
Het Nieuwe Testament leert glashelder:
- Jezus is de Zone Gods (Joh. 1,18; Mt. 3,17).
- Jezus werd werkelijk gekruisigd (Mc. 15, Lk. 23, Joh. 19).
- Jezus stond lichamelijk op uit de dood (Joh. 20; Lk. 24).
- Alle mensen worden gered door zijn offer aan het kruis (Hebr. 9–10).
- Christus is de volheid van Gods openbaring (Kol. 1,15; Hebr. 1,3).
Dat staat haaks op:
- de ontkenning van Jezus’ goddelijkheid (Soera 5:72–73),
- de ontkenning van de kruisiging (Soera 4:157),
- en het idee dat Mohammed de laatste en grootste openbaring brengt.
Dus: als een moslim de Koran volgt, moet hij erkennen dat God boeken geopenbaard heeft die een
volledig andere theologie verkondigen dan de islam.
En daarom ontstaat het dilemma dat niet opgelost kán worden zonder de Koran zelf te ondermijnen:
Optie 1 – De Bijbel is betrouwbaar:
Dan spreekt God in het Evangelie en bevestigt Jezus als Zoon van God.
Dan is de islam vals.
Optie 2 – De Bijbel is corrupt:
Dan heeft de Koran ongelijk wanneer hij de Bijbel bevestigt, prijst en beveelt.
Dan is de islam opnieuw vals.
Het is één van de meest elegante apologetische argumenten in de geschiedenis, precies omdat het
niet agressief is. Je dwingt niemand in een hoek. Je toont enkel de
innerlijke inconsistentie van de islamitische openbaringsleer.
5.4. Hoe moslimgeleerden vandaag reageren (volgens de transcripties)
In de podcast legt Wood uit dat moderne moslimgeleerden drie strategieën gebruiken om aan dit dilemma te ontsnappen:
1. “De Bijbel is corrupt.”
Dit is de populairste reactie.
Het probleem? De Koran zegt letterlijk dat niemand Gods woorden kán veranderen.
Verder: vroege islamitische geleerden (zoals Ibn Abbas, een neef van Mohammed) bevestigen dat het probleem nooit
“tekstverandering” was, maar “verkeerde interpretatie”. De doctrine van tekstcorruptie is
een moderne ontwikkeling (vanaf ~12de eeuw, volledig uitgewerkt in de 19de–20ste eeuw).
2. “De Thora en het Evangelie verwijzen naar documenten die niet meer bestaan.”
Maar de Koran zegt uitdrukkelijk “de Schrift die zij bezitten”.
Bovendien verwijst Soera 5:47 naar christenen in de 7de eeuw die hun Evangelie moeten volgen.
3. “Het Evangelie verwijst niet naar onze huidige Evangelies, maar naar ‘een boek dat Jezus ontving’.”
Dit is volledig ongefundeerd.
Nergens in de Koran, hadith of vroege tafsir is er sprake van zo’n boek.
De enige “openbaring” die Jezus volgens islamitische bronnen ontving is Zijn leven zelf.
Het hele argument valt dus terug op een geforceerde reconstructie die geen enkele historische basis heeft.
5.5. Waarom dit argument zo krachtig werkt bij moslims (Wood’s observaties)
Uit tientallen getuigenissen die in de podcast vermeld worden (ook die van Nabeel Qureshi), blijkt:
- Het Islamic Dilemma dwingt tot mentale eerlijkheid.
- Het vernielt geen identiteit, maar opent de deur naar reflectie.
- Het respecteert de Koran, omdat het uitgaat van wat de Koran zélf zegt.
- Het brengt moslims ertoe om de Evangelies te lezen.
Nabeel Qureshi beschrijft in zijn bekeringstraject hoe dit argument bij hem als een
“intellectuele spijker” werkte: telkens wanneer hij een argument tegen het christendom vond,
kwam hij terug bij deze vraag:
“Waarom bevestigt de Koran een boek dat volgens mijn imam helemaal niet meer bestaat?
Zou het kunnen dat ik één van beide volledig fout begrijp?”
Vaak begint bekering precies hier: in het durven stellen van een vraag die niemand in de moslimgemeenschap durft aanraken.
5.6. Pastoraal gebruik voor katholieken: hoe breng je dit zonder agressie?
Hier wordt het voor Vlaamse katholieken bijzonder belangrijk.
Het Islamic Dilemma is niet bedoeld als wapen, maar als uitnodiging.
Enkele pastorale richtlijnen:
- Breng het argument als vraag, niet als aanval.
Bijvoorbeeld: “Mag ik je iets vragen over wat de Koran zegt over de Bijbel?” - Laat de moslim zelf de verzen lezen.
Dit vermijdt het gevoel van manipulatie. - Wijs op de schoonheid van Gods betrouwbaarheid.
“Als God openbaart, beschermt Hij wat Hij openbaart.”
Dit sluit aan bij islamitische opvattingen. - Koppel het aan Jezus, niet aan ruzie.
Het doel is niet de islam verzwakken, maar Christus grootmaken. - Wees gevoelig voor angst.
Voor moslims kan het erkennen van deze inconsistentie een existentieel risico betekenen. - Bid dat de Geest het hart opent.
Argumenten kunnen muren breken, maar alleen God opent het hart.
5.7. Conclusie: het beginsignaal van een veel dieper proces
Het Islamic Dilemma is geen eindpunt, maar een
beginsignaal.
Vaak is het het moment waarop een moslim voor het eerst denkt:
“Misschien moet ik het Evangelie lezen. Misschien heeft Jezus mij iets te zeggen.”
Het is dan aan ons, als katholieken, om aanwezig te zijn met:
- tederheid,
- theologische helderheid,
- geduld,
- echte vriendschap,
- en een levend geloof in Jezus Christus.
In het volgende deel gaan we concreet maken wat katholieken NIET moeten doen,
en vooral wat ze WÉL moeten doen, wanneer zij met moslims spreken over geloof.
Dit wordt het meest praktische, pastorale deel van de gids.
6. Pastoraal omgaan met moslims: de do’s en de don’ts voor katholieken in Vlaanderen
Met de vorige delen hebben we vooral de achtergrond verkend: waarom moslims beginnen te twijfelen,
wat de aantrekkingskracht van Jezus is, en hoe het Islamic Dilemma hun denken kan uitdagen.
In dit deel gaan we naar de kern van deze gids:
Hoe benader je als katholiek in Vlaanderen concreet een moslim die vragen heeft over geloof?
Dit is niet zomaar een kwestie van “goede argumenten kennen”. Het gaat om een combinatie van:
- innerlijke houding (zoals nederigheid, liefde, geduld),
- praktische vaardigheden (luisteren, vragen stellen, grenzen respecteren),
- theologische helderheid (weten wat je als katholiek gelooft en waarom),
- realistisch inzicht in de sociale en emotionele prijs die een moslim betaalt als hij of zij Jezus gaat volgen.
In wat volgt structureren we dit in subdelen (6.1 – 6.6) zodat dit hoofdstuk kan functioneren als
een praktische handleiding.
6.1. Fundament: de moslim als persoon, niet als project
De eerste en belangrijkste stap is misschien ook de meest vanzelfsprekende:
een moslim is geen “evangelisatieproject”, maar een mens met een naam, een verhaal, een familie, een hart.
In de podcast benadrukt David Wood verschillende keren dat echte gesprekken met moslims
al lang vóór de theologische discussie beginnen, in vriendschap en wederzijds respect.
Voor katholieken betekent dit concreet:
- Zie je moslimbuur, -collega, -medestudent in eerste instantie als iemand die door God bemind wordt,
niet als “vertegenwoordiger van de islam”. - Wees oprecht geïnteresseerd in zijn of haar leven: familie, studie, werk, dromen, zorgen.
- Vermijd het gevoel dat je “op jacht bent naar een bekering”. Bekering is het werk van de Heilige Geest;
onze roeping is trouw getuigen en liefhebben. - Aanvaard dat sommige moslims nooit christen zullen worden, maar dat jouw respectvolle omgang toch evangelisch vrucht kan dragen.
De fundamentele pastorale houding is die van Christus zelf: Hij ziet eerst de persoon (Zacheüs, de Samaritaanse vrouw,
de overspelige vrouw), en pas daarna het conflict in geloof of moraal.
6.2. De houding van de katholiek: nederig, luisterend, maar niet vaag
In gesprekken met moslims bots je snel op gevoeligheden: eer, familie, identiteit. Daarom is je
innerlijke houding minstens zo belangrijk als je argumenten.
Drie kernwoorden zijn hier behulpzaam:
6.2.1. Nederigheid
Nederigheid betekent niet dat je onzeker bent over je geloof, maar dat je erkent:
- dat jijzelf genade nodig hebt, net zo goed als de ander;
- dat je het christelijk geloof gedeeltelijk belichaamt, maar nooit perfect;
- dat ook christelijke gemeenschappen fouten gemaakt hebben in de geschiedenis;
- dat alleen God het hart van de ander kent en leidt.
Een nederige katholiek zegt bijvoorbeeld:
- “Ik probeer je uit te leggen wat wij geloven, maar ik ben zelf ook aan het leren.”
- “Het spijt me als christenen je ooit onrecht hebben aangedaan. Dat is niet wat Christus wil.”
6.2.2. Luisteren
Veel moslims hebben nog nooit het gevoel gehad dat een christen écht naar hen luistert.
Vaak horen ze alleen oppervlakkige kritiek of karikaturen. Luisteren is daarom een pastorale sleutel:
- Laat de moslim uitleggen wat hij of zij gelooft, zonder onmiddellijk te corrigeren.
- Vraag door: “Hoe heb je dat geleerd? Wat betekent dat voor jou?”
- Probeer te begrijpen welke emoties en ervaringen achter hun standpunten schuilgaan.
Eerlijk luisteren is geen tijdverlies. Het is de bodem waarop elke geloofsverkondiging
menswaardig en vruchtbaar kan worden.
6.2.3. Niet vaag zijn over de eigen identiteit
Tegelijk mag nederigheid en luisteren nooit ontaarden in vaagheid.
Moslims hebben vaak respect voor mensen die duidelijk en consequent zijn in hun geloof.
Ze haken daarentegen af bij “zachte”, verwaterde religiositeit.
Concreet:
- Durf duidelijk te zeggen: “Ja, als katholiek geloof ik dat Jezus werkelijk de Zoon van God is.”
- Verstop het kruis niet uit angst dat het stoort.
- Wees eerlijk over de centrale plaats van de Eucharistie, zelfs als dit vreemd overkomt.
Een moslim die voelt dat jij je eigen geloof relativeert om hem niet te choqueren, zal je zelden ernstig nemen.
Respectvolle duidelijkheid is pastorale liefde.
6.3. Wat je als katholiek beter NIET doet (de don’ts)
In de podcast wordt expliciet besproken “wat christelijke apologen niet moeten doen”.
Deze waarschuwingen gelden misschien nog meer voor gewone gelovigen en pastores
die niet gewend zijn om publiek te debatteren.
6.3.1. Niet beginnen met aanvallen op Mohammed
Hoewel er ernstige historische en morele vragen rond Mohammed zijn, is het pastoraal onverstandig
om daarmee te beginnen. Voor veel moslims is kritiek op Mohammed een directe aanval op hun eer, familie
en identiteit – en zal het gesprek zich meteen sluiten.
Beter is eerst:
- een relatie van vertrouwen opbouwen,
- Jezus centraal zetten,
- en pas op termijn, als de ander er zelf naar vraagt, moeilijkere onderwerpen rond Mohammed te bespreken.
6.3.2. Niet debatteren om te winnen
Een valkuil is om gesprekken met moslims te zien als intellectuele wedstrijd.
“Ik zal eens bewijzen dat ik gelijk heb, en jij ongelijk.”
Zelfs als je “wint”, verlies je meestal de persoon.
Richt je daarom op waarheid en liefde, niet op triomf.
Je doel is dat de ander dichter bij Christus komt, niet dat jij gelijk krijgt op sociale media of in een kringgesprek.
6.3.3. Geen minachting, spot of sarcasme
Christelijke apologeten die hun stijl vooral laten bepalen door spot
(bijvoorbeeld door de islam belachelijk te maken of moslims te ridiculiseren),
gooien de deur dicht voor serieuze zoekers.
Als katholieken zijn we geroepen om de waarheid te spreken in liefde.
Dat betekent niet dat we alles goedkeuren, maar wel dat we het gezicht van de ander beschermen,
zeker in culturen waar schaamte en eer zo’n grote rol spelen.
6.3.4. Geen onvoorzichtige publieke “outing”
Een van de ernstigste fouten die iemand kan maken, is het geloofsonderzoek of de twijfels van een moslim
onvoorzichtig delen met anderen (bijvoorbeeld op sociale media of in de parochie),
zonder uitdrukkelijke toestemming.
In sommige gevallen kan dit de betrokkene in <strongreëel gevaar brengen:
familiebreuk, geweld, verlies van woonst of verblijfsstatuut.
Dus: discretie is geen luxe, maar een vorm van bescherming en liefde.
6.4. Wat je wél doet: bouwstenen voor een goed gesprek
Na de waarschuwingen nu het positieve: wat kan een katholiek wél doen om moslims
op een goede, vruchtbare manier naar Christus te begeleiden?
We onderscheiden hier enkele fundamentele bouwstenen.
6.4.1. Een veilige sfeer creëren
Twijfelende moslims leven vaak in een dubbele wereld: uiterlijk vroom en overtuigd, innerlijk vol vragen.
Ze zijn vaak bang dat:
- iemand hen zal verraden aan familie of gemeenschap;
- ze meteen gedwongen zullen worden een definitieve keuze te maken;
- hun vragen zullen worden weggezet als “verraad” of “zwakte”.
Een katholieke gesprekspartner kan veel doen door expliciet te zeggen:
- “Alles wat je me vertelt, blijft tussen ons, tenzij jij zelf anders wil.”
- “Je mag vragen stellen zonder dat ik verwacht dat je morgen christen wordt.”
- “Je bent welkom, ook als je twijfelt.”
6.4.2. Goede vragen stellen
In plaats van onmiddellijk te “verklaren hoe het zit”, is het krachtig om eerst vragen te stellen zoals:
- “Hoe heb jij God leren kennen als kind?”
- “Wat betekent het voor jou dat God barmhartig is?”
- “Wat vind jij mooi aan de islam? Wat vind je moeilijk?”
- “Wat denk je zelf over Jezus?”
Zulke vragen:
- laten zien dat je de ander serieus neemt,
- helpen om onderliggende spanningen of verlangens zichtbaar te maken,
- geven ruimte aan de Heilige Geest om harten te raken.
6.4.3. Jezus en het Evangelie centraal stellen
Zoals eerder uitgewerkt, is Jezus het natuurlijke aanknopingspunt voor een gesprek met moslims.
Een praktisch voorstel kan zijn:
- Geef een klein evangelieboekje (bijvoorbeeld het evangelie volgens Marcus of Johannes).
- Nodig uit: “Zullen we het samen lezen? Jij mag al je vragen stellen.”
- Bied aan om hoofdstuk per hoofdstuk samen te bespreken.
Dit maakt het gesprek minder theoretisch en meer christocentrisch:
het draait niet om een abstract debat islam vs. christendom, maar om de persoon van Jezus.
6.4.4. Eerlijke vergelijking van bronnen (zonder agressie)
Wanneer de moslim er klaar voor is, kan het nuttig zijn om samen te kijken naar:
- wat de Koran zegt over de Bijbel (zoals in deel 5),
- hoe de Evangelies Jezus tonen,
- wat de traditie van de Kerk leert over kruis en verrijzenis.
Belangrijk is dat deze vergelijking:
- open is (je doet niet alsof je alles weet),
- eerlijk is (je verdoezelt niet de moeilijke stukken),
- respectvol is (je lacht de islam niet weg),
- gerichte vragen stelt: “Hoe past dit in jouw beeld van God?”
6.4.5. Bidden – met en voor de ander
Gebed is geen “extra”, maar de motor van heel deze pastorale benadering.
Drie vormen zijn zinvol:
- Verborgen gebed: je bidt thuis, in de mis, in je persoonlijke gebed voor de moslim die je begeleidt.
- Gebed met de ander (als hij/zij er open voor staat): een eenvoudig, respectvol gebed tot God,
waarin je vraagt om waarheid en licht. Je hoeft niet onmiddellijk een “christelijk geformuleerd” gebed over de Drie-eenheid op te dringen;
vraag de Geest om wijsheid. - Voorspraak van heiligen: als katholiek mag je ook Maria en heiligen vragen om voor deze persoon te bidden.
Dat vermeld je niet noodzakelijk in het begin, maar het kan later deel worden van de catechese.
6.5. Een pastorale routekaart: van eerste contact tot catechese
Om katholieken in Vlaanderen concreet te helpen, kan het nuttig zijn om een soort
“routekaart” te schetsen. Die is niet mechanisch – elke persoon is anders –
maar ze geeft richting.
- Fase 1: Kennismaken en vriendschap
Koffie, maaltijd, wederzijdse interesse. Geloof komt misschien enkel terloops ter sprake. - Fase 2: Open gesprek over geloof
Jij legt uit wat je als katholiek gelooft; de moslim vertelt over zijn/haar geloof.
Er is wederzijds respect, zonder zweverige relativiteit. - Fase 3: Uitnodiging tot het lezen van het Evangelie
Samen een evangelie lezen en bespreken. De persoon van Jezus komt centraal. - Fase 4: Confrontatie met vragen en dilemma’s
Hier komen dingen als het Islamic Dilemma, de vraag naar de goddelijkheid van Jezus,
kruis en opstanding, enz. naar voren. - Fase 5: Innerlijke strijd en keuze
De moslim raakt innerlijk verdeeld tussen de trouw aan familie/gemeenschap en de roep van Christus.
Dit is de fase waarin pastorale nabijheid, sacramenten (voor de katholiek zelf), en heel veel geduld nodig zijn. - Fase 6: Catechese naar het doopsel toe
Als iemand besluit Christus te willen volgen, begint een formeel catechumenaat.
Hier komen de hele katholieke leer, sacramenten, morele vragen, en integratie in de gemeenschap aan bod. - Fase 7: Nazorg na de bekering
Ook na het doopsel is er nood aan begeleiding: nieuwe identiteit, mogelijke breuk met familie,
professionele en juridische vragen (in extreme gevallen schuiladressen, hulp bij opvang).
Deze routekaart toont tegelijk hoe lang en delicaat dit proces kan zijn,
en hoe groot de rol is die een lokale katholieke gemeenschap (parochie, gebedsgroep, beweging) kan spelen.
6.6. Speciale situaties: jongeren, online gesprekken en veiligheid
Ten slotte nog enkele pastorale aandachtspunten voor specifieke contexten.
6.6.1. Jongeren en schoolcontext
In Vlaanderen komen veel katholieke leerkrachten in contact met moslimjongeren die:
- vragen stellen in de godsdienstles,
- online apologetiekvideo’s gezien hebben,
- polemische uitspraken doen (“De Bijbel is corrupt, meneer/mevrouw”).
Belangrijk:
- Neem hun vragen ernstig, zelfs als ze scherp geformuleerd zijn.
- Maak onderscheid tussen bravoure voor de klas en echte persoonlijke twijfel.
- Schep geen situatie waarin een leerling publiek “kleur moet bekennen” tegenover klasgenoten:
dat kan sociaal gevaarlijk zijn. - Bied aan om buiten de les, individueel, verder te spreken met wie dat wil.
6.6.2. Online gesprekken
Veel eerste contacten verlopen vandaag via sociale media of commentaarsecties bij filmpjes.
Daar gelden enkele extra regels:
- Ga niet in op trollgedrag of louter provocatieve reacties.
- Probeer echte zoekers te herkennen: wie eerlijk vraagt, verdient een serieus antwoord.
- Als een gesprek dieper wordt, nodig dan uit om via privébericht, mail of live af te spreken.
- Vergeet niet dat publieke discussies ook door andere moslims gelezen worden,
die misschien zelf twijfelen maar niets zeggen.
6.6.3. Veiligheids- en privacyaspecten
In uitzonderlijke gevallen kan het gebeuren dat een moslim die overweegt christen te worden
reëel gevaar loopt, bijvoorbeeld:
- dreiging van eergerelateerd geweld,
- dreiging uit de eigen familie,
- druk vanuit gemeenschap of vereniging.
Een katholieke begeleider moet dan:
- de situatie serieus nemen (niet minimaliseren),
- advies vragen aan ervaren pastores of gespecialiseerde organisaties,
- nooit ondoordacht persoonlijke gegevens delen,
- mogelijk contact leggen met hulpdiensten als er acuut gevaar is.
Pastoraat betekent hier: beschermen én begeleiden.
Het martelaarschap mag nooit door anderen voor iemand “georganiseerd” worden;
het is altijd een vrij en persoonlijk gevolg van trouw aan Christus.
Met deze praktische, pastorale richtlijnen hebben we het hart van deze gids bereikt.
In het volgende deel (7) zullen we laten zien hoe getuigenissen,
en in het bijzonder het verhaal van Nabeel Qureshi, een unieke rol spelen in de bekering van moslims –
en bouwen we een concrete boekentip in:
Ik zocht Allah en vond Jezus, met een korte samenvatting en een warme aanbeveling voor iedereen
die zich in dit thema wil verdiepen.
7. Getuigenissen en het verhaal van Nabeel Qureshi
In de podcast benadrukt David Wood op meerdere momenten dat apologetiek belangrijk is,
maar dat getuigenissen minstens even essentieel zijn voor de bekering van moslims.
Intellectuele argumenten kunnen muren breken; getuigenissen openen ramen.
Verhalen raken dimensies van de menselijke persoon die puur rationele argumentatie nooit bereikt:
identiteit, schaamte, eer, verlangen, angst, hoop. Voor moslims zijn deze dimensies zeer sterk aanwezig.
Daarom is het van cruciaal belang dat katholieken niet alleen theologisch onderlegd zijn,
maar ook verhalen kennen die tonen hoe God op een zachte, persoonlijke manier mensen oproept.
Eén van de krachtigste en meest invloedrijke getuigenissen in de moderne apologetiek is dat van
Nabeel Qureshi – een man wiens leven, vriendschap en intellectuele eerlijkheid
de wereld van moslim-christelijke dialoog blijvend veranderd heeft.
7.1. Waarom getuigenissen zo’n krachtige rol spelen in moslimcontext
In culturen die sterk getekend zijn door eer en schaamte, zoals veel islamitische gemeenschappen,
zijn rationele debatten slechts één laag van de realiteit. Minstens even belangrijk zijn:
- voorbeeldfiguren (wie heeft dit pad al bewandeld?)
- sociale veiligheid (ben ik de enige die twijfelt?)
- innerlijke geruststelling (ben ik gek of bestaat deze strijd echt?)
- authentieke herkenning (“dit is exact zoals ik mij voel!”)
Wanneer moslims het verhaal horen van iemand die dezelfde vragen stelde, dezelfde angsten kende,
dezelfde sociale prijs dreigde te betalen — en die tóch de waarheid in Christus vond — dan
gebeurt er vaak iets bijzonder wezenlijks:
Een mens ontdekt dat hij niet alleen is.
Dat is het moment waarop apologetiek begint te functioneren als brandstof voor iets veel diepers:
een innerlijke bekering.
7.2. De unieke rol van vriendschap: David Wood & Nabeel Qureshi
In de transcripties vertelt David Wood uitgebreid over zijn vriendschap met Nabeel Qureshi.
Die vriendschap toont een pastorale waarheid die voor katholieken uiterst belangrijk is:
Moslims worden meestal niet bekeerd door argumenten alleen,
maar door argumenten binnen een veilige vriendschap.
Enkele elementen van deze vriendschap zijn voor onze missie bijzonder leerzaam:
- David luisterde eerst, zonder neer te kijken op Nabeels achtergrond, familie of overtuigingen.
- Ze debatteerden hard, maar altijd binnen de context van respect en wederzijdse waardering.
- David was consequent christelijk: duidelijk over Jezus, kruis en genade — geen vaagheid.
- Ze baden samen, iets wat diepe inwerking had op Nabeels ziel.
- David was aanwezig in Nabeels emotionele strijd: tussen loyaliteit aan familie
en het volgen van Christus.
Deze vriendschap was geen toeval. Ze was een werk van de Heilige Geest. En precies daardoor werd
het integere, intellectuele en spirituele getuigenis van Nabeel een kracht die wereldwijd duizenden moslims raakte.
7.3. Het verhaal van Nabeel Qureshi: een weg van eer, waarheid en gebrokenheid
Nabeel werd geboren in een warm, geëngageerd Ahmadi-moslimgezin.
Hij was intellectueel briljant, loyaal aan zijn ouders, diep religieus — een modelmoslim.
Zijn identiteit, eergevoel en familieband waren verweven met zijn geloof.
Toen hij door David uitgedaagd werd om de bronnen van de islam te onderzoeken,
begon een jarenlange worsteling. Niet met trivialiteiten, maar met existentiële vragen:
- “Als de islam waar is, waarom klopt de geschiedenis dan niet?”
- “Waarom spreekt de Bijbel zo anders over God dan ik geleerd heb?”
- “Kan ik de waarheid volgen zonder mijn ouders te verraden?”
- “Wie wil God dat ik ben?”
Nabeel las de Koran en hadith, vervolgens de Bijbel, vervolgens islamkritische literatuur,
vervolgens christelijke theologie. De intellectuele puzzel werd steeds duidelijker:
De islam hield rationeel geen stand.
Jezus was niet te reduceren tot profeet; Hij was wie Hij zei te zijn.
Maar rationele zekerheid is niet hetzelfde als existentiële bereidheid.
De grootste strijd speelden zich af in zijn hart:
- de liefde voor zijn ouders,
- de angst om hen te teleurstellen,
- de breuk met gemeenschap en familie-eer,
- de pijn van zijn moeder die rouwde alsof haar zoon gestorven was.
Uiteindelijk koos Nabeel voor Christus — niet omdat hij minder van zijn ouders hield,
maar omdat hij God meer wilde gehoorzamen dan mensen. Zijn boek
Ik zocht Allah en vond Jezus is het bewijs van een zoektocht
die zowel scherp intellectueel als diep menselijk is.
Voor katholieken is het getuigenis van Nabeel een pastorale schatkist:
het toont hoe krachtig waarheid én liefde samen werken,
en hoe diep God werkt in de ziel van iemand die eerlijk zoekt.
7.4. Waarom dit boek essentieel is voor katholieken die met moslims spreken
Voor Vlaamse katholieken die in gesprek gaan met moslims is er bijna geen beter boek dan
Ik zocht Allah en vond Jezus. Het combineert:
- historische kennis over islam en christendom,
- apologetische helderheid,
- pastorale gevoeligheid,
- spirituele diepgang,
- en een eerlijke beschrijving van de sociale prijs die moslims betalen.
Het lezen van dit boek helpt katholieken om met meer begrip, meer wijsheid en meer mededogen
moslims te begeleiden die worstelen met hun geloof.
Het leert ons om niet enkel “argumenten te geven”, maar vooral zielsruimte te maken.
Daarom volgt hieronder een blauwe kaderpresentatie — met uitleg, aanbeveling en bestellink.
📘 Aanbevolen boek: Ik zocht Allah en vond Jezus — Nabeel Qureshi
Waarom dit boek?
Dit is zonder twijfel één van de meest indrukwekkende getuigenissen van een moslim die, door liefdevolle vriendschap,
rationele eerlijkheid en diepe spirituele ervaringen, tot Christus komt. Het is tegelijk een waarheidsgetrouwe uitleg van
islam en christendom, een handleiding voor missionaire liefde en een spirituele reis die niemand onberoerd laat.
Wat levert het jou als katholiek op?
- Een diep inzicht in hoe moslims denken, voelen en geloven.
- Begrip voor de emotionele en familiale strijd achter geloofstwijfel.
- Heldere uitleg van apologetische argumenten (zoals het Islamic Dilemma).
- Pastorale handvatten om veilig, liefdevol en respectvol met moslims om te gaan.
- Inzicht in hoe God harten opent door waarheid én liefde.
Wie moslims wil begrijpen en begeleiden, moet dit boek echt gelezen hebben.
Nu we gezien hebben hoe argumenten én getuigenissen samen werken, is het tijd om in het volgende deel
(8) te onderzoeken hoe de katholieke Kerk zelf missionair aanwezig kan zijn in Vlaanderen.
Hoe kunnen parochies, catechisten, priesters en leken een omgeving creëren waar moslims op een veilige,
waarheidsvolle en genadige manier Jezus kunnen ontmoeten?
8. Wat de Kerk kan doen: een missionaire houding in Vlaanderen
We hebben nu de theologische achtergrond, pastorale gevoeligheden, apologetische hulpmiddelen en getuigenissen gezien.
In dit slothoofdstuk richten we ons op de vraag:
Hoe kan de katholieke Kerk in Vlaanderen concreet missionair aanwezig zijn voor moslims?
Dit is geen vrijblijvende vraag. Missionaire aanwezigheid vraagt:
- een houding van nederigheid en liefde,
- een parochie die veilig en gastvrij is,
- theologische en apologetische vorming,
- spirituele kracht (gebed, sacramenten, Eucharistische aanbidding),
- een cultuur van vriendschap en gastvrijheid.
Dit hoofdstuk biedt een overzichtelijke gids in afzonderlijke subdelen — 8.1 t.e.m. 8.6 —
zodat katholieke gemeenschappen werkelijk een verschil kunnen maken.
8.1. Missie begint in de Eucharistie: de Kerk als bron van genade
Elke missionaire activiteit begint waar elke christelijke activiteit begint: bij Christus zelf.
Paus Benedictus XVI zei:
“De Kerk groeit niet door proselitisme, maar door aantrekking.”
— Deus Caritas Est, nr. 1
De aantrekkingskracht van de Kerk komt niet uit strategie, maar uit heiligheid.
Een parochie kan dus enkel missionair zijn als ze zelf ingeworteld is in:
- Eucharistie – het levend centrum van de parochie;
- biecht – waar genade en barmhartigheid ons zuiver maken;
- gebed – persoonlijk en gemeenschappelijk;
- Eucharistische aanbidding – waar Christus harten aanraakt.
Wat betekent dit concreet voor evangelisatie onder moslims?
- Je kunt geen missionaire liefde geven als je niet eerst liefde ontvangt van Christus.
- Je kunt geen geduld opbrengen als je niet eerst innerlijk door Hem tot rust komt.
- Je kunt geen martelaarsmoed tonen zonder de kracht van de Heilige Geest.
Missionering van moslims begint niet bij hen — het begint bij ons.
8.2. De parochie als veilige en gastvrije plaats
Veel moslims hebben nog nooit een kerk binnengegaan, behalve als toerist.
Een parochie die moslims wil bereiken moet
zichtbaar gastvrij zijn en toch juist katholiek blijven.
Dat betekent concreet:
- Open deuren
Laat moslims weten dat ze welkom zijn voor gesprekken, stilte, gebed en uitleg. - Geen verwatering van het katholieke karakter
Gastvrijheid betekent niet dat we onze identiteit verzachten.
Een moslim kan beter omgaan met duidelijke geloofstaal dan met dubbelzinnigheid. - Kleine gastvrije gebaren
Een glimlach bij de ingang, een vrijwilliger die rustig uitlegt wat er gebeurt,
een uitnodiging om te blijven voor koffie of maaltijd. - Respect voor gevoeligheden
Bijvoorbeeld: geen alcohol op ontmoetingsmomenten voor moslims,
en voorzichtigheid met publieke aanwezigheid op foto’s.
Een veilige en gastvrije kerk is vaak de eerste plaats waar moslims ontdekken
dat christenen echte vrede en vreugde uitstralen.
8.3. De vorming van katholieken: apologetiek als dienst van de liefde
Als katholieken moeten we “rekenschap kunnen geven van de hoop die in ons leeft” (1 Petr. 3,15).
In Vlaanderen is apologetiek vrijwel afwezig in parochies, catechesegroepen en vormingscentra.
Maar wie moslims wil begeleiden heeft theologische en apologetische vorming dringend nodig.
Essentiële thema’s voor vorming zijn:
- Wie is Jezus?
(Zoon van God, menswording, kruis, verrijzenis, unieke openbaring) - Wat is de Drie-eenheid?
(geen tritheïsme, maar één God in drie Personen) - De betrouwbaarheid van de Bijbel
(handschriften, geschiedenis, leergezag van de Kerk) - Basiskennis van de islam
(soera’s over Jezus, ahadith, biografie van Mohammed) - Het Islamic Dilemma
(uitgelegd in deel 5: pastorale apologetiek) - Rol van getuigenissen
(o.a. Nabeel Qureshi’s verhaal)
De bedoeling is nooit dat katholieken agressieve debaters worden, maar
vriendelijke, goed gevormde getuigen die in waarheid en liefde spreken.
8.4. Een cultuur van vriendschap en gastvrijheid
Zoals in deel 6 werd behandeld, begint echte evangelisatie niet met argumenten, maar met vriendschap.
Parochies en gezinnen kunnen een cultuur van gastvrijheid creëren waarin moslims zich veilig voelen.
Dit kan op eenvoudige manieren:
- Nodig moslimburen of -collega’s uit voor een maaltijd.
- Nodig hen uit voor feestmomenten zoals Kerst of Pasen.
- Organiseer parochiale “open avonden” waarin catechisten en priesters vragen beantwoorden.
- Organiseer cursussen “Wie is Jezus?” of “Introductie tot het christendom”.
Het belangrijkste is dat de relatie niet utilitair is (“zo kunnen we hem misschien bekeren”),
maar echt: “Ik wil jou kennen, respecteren en liefhebben.”
Wanneer moslims echte christelijke vriendschap ervaren, begint hun hart vaak sneller te kloppen voor Christus.
8.5. De rol van getuigenissen in de missionaire praktijk
In deel 7 zagen we al de kracht van persoonlijke getuigenissen.
Parochies kunnen dit missionair inzetten:
- Filmavonden met getuigenissen (o.a. Nabeel Qureshi, David Wood & ex-moslims).
- Boekenclubs rond Ik zocht Allah en vond Jezus.
- Getuigenissen van christenen met moslimachtergrond uitnodigen.
- Geloofsavonden waarbij getuigenissen en catechese elkaar afwisselen.
De ervaring leert dat moslims vaak pas echt openstaan voor diepgaande apologetiek
wanneer ze iemand horen die exact hun strijd gekend heeft.
8.6. De Kerk als geestelijk toevluchtsoord: begeleiding vóór en na bekering
Sommige moslims worden geraakt door Christus en willen gedoopt worden.
Voor hen moet de Kerk een veilige haven zijn — vóór, tijdens en na de bekering.
8.6.1. Voor de bekering
In deze fase heeft een moslim nodig:
- vertrouwelijkheid (geen lekken naar familie of gemeenschap),
- pastorale begeleiding,
- duidelijkheid over de katholieke leer,
- gebed en aanwezigheid van de gemeenschap.
8.6.2. Tijdens het catechumenaat
De catechisten moeten:
- de volledige geloofsleer onderrichten,
- speciale aandacht hebben voor Drie-eenheid en incarnatie,
- de sociale gevolgen van bekering bespreken,
- psychologische ondersteuning bieden waar nodig.
8.6.3. Na het doopsel
Dit is vaak de moeilijkste fase.
Een nieuwe christen kan te maken krijgen met:
- familiale breuk,
- sociale isolatie,
- economische druk,
- de nood aan nieuwe vrienden en een nieuwe gemeenschap.
De parochie moet dus:
- een thuis worden,
- praktische steun bieden (indien mogelijk),
- in geloofsfamilie voorzien,
- de persoon helpen integreren in het parochieleven.
8.7. Tot slot: een missionaire Kerk is een heilige Kerk
Missionaire activiteit onder moslims is geen niche.
Het is een zending aan de rand van de Kerk, waar Christus zelf te vinden is.
Een Kerk die moslims wil bereiken moet:
- heilig zijn (sacramenten, gebed, Eucharistie),
- warm zijn (gastvrijheid, vriendschap),
- moedig zijn (waarheid spreken zonder angst),
- wijs zijn (theologische en apologetische vorming),
- liefdevol zijn (geen druk, geen angst, maar Christus uitstralen).
Uiteindelijk komt alles neer op dit:
Moslims worden niet bekeerd door argumenten, maar door Christus.
Maar Christus gebruikt ons — onze vriendschap, onze woorden, onze gebeden, onze nederigheid —
als instrumenten van zijn genade.
Dat is de diepe missie van de Kerk in Vlaanderen:
een plaats waar moslims Christus kunnen ontmoeten, in waarheid én liefde.
1. Haatreacties en reacties met vloek- en scheldwoorden zijn niet toegestaan.
2. "Trollen" is verboden. Dit forum is bedoeld als ontmoetingsplaats waar inhoudelijke reacties worden gegeven op een artikel, of waar meningen kunnen worden uitgewisseld, niet om te trollen. Bij herhaaldelijke overtredingen zal de gebruiker worden geblokkeerd.
3. Anonieme gebruikersnaam is toegelaten. Registreren kan hier.
4. Katholiek Forum wil een beleefd, doch ongecensureerd platform aanbieden en is daarom volstrekt niet aansprakelijk voor de inhoud van de reacties.