
Op 7 oktober 1571 werd in Lepanto niet enkel een zeeslag gewonnen, maar het voortbestaan van het christelijk Westen veiliggesteld. Terwijl paus Pius V onafgebroken de Rozenkrans bad, schonk Maria een overwinning die onmogelijk leek. Zonder die dag zou Europa — en later ook de Nieuwe Wereld — er heel anders hebben uitgezien. Toch is dit wonder vandaag bijna uit het collectieve geheugen verdwenen.
In Fátima noemde Maria zichzelf opnieuw Onze Lieve Vrouw van de Rozenkrans en vroeg Zij dringend om dit gebed dagelijks te bidden. Niet met wapens van ijzer of vuur, maar met kralen van gebed en offers die zielen redden. Haar boodschap is duidelijk: de beslissende strijd van onze tijd is geestelijk, en de Rozenkrans is het wapen dat harten wint en vrede brengt.
Voor wie het gevoel heeft dat de Kerk en de wereld vandaag meer dan ooit in verwarring verkeren, is dit een wake-upcall: Maria vraagt ons niet om moedeloos te worden, maar om trouw te strijden met de middelen die God ons gegeven heeft.
Brandt gewijde kaarsen en bid de Rozenkrans. Volhard drie dagen en twee nachten. De volgende nacht zal het schrikbewind langzamerhand minder worden. Marie-Julie Jahenny, Blain, West-Frankrijk, 1850-1941.