Mogen we Maria nog Co-Redemptrix of Co-Mediatrix noemen?
Een theologisch-analytische reflectie op de leerstellige nota Mater Populi Fidelis (4 november 2025) en de uitvoerige toelichting van pater Chris Alar MIC
Inleiding en aanleiding
Op 4 november 2025 publiceerde het Dicasterie voor de Geloofsleer de leerstellige nota Mater Populi Fidelis, waarin het taalgebruik rond bepaalde mariale titels wordt verhelderd in het licht van de christologische prioriteit van Jezus Christus, de enige Verlosser en de enige Middelaar tussen God en mens (vgl. 1 Tim 2,5). Sommige media berichtten hierover op een wijze die de indruk kon wekken alsof de Kerk de traditie van Maria’s unieke medewerking aan het heil zou hebben verlaten, of alsof bepaalde titels nu formeel verboden zouden zijn. Een voorbeeld daarvan is het krantenstuk in de Vlaamse pers waarin te lezen viel dat “Jezus de wereld alleen heeft gered, zonder hulp van Maria”. Die lezing vereenvoudigt het document en mist de theologische precisie waarmee het is opgesteld.
Dit artikel wil daarom twee dingen doen. Ten eerste geven we, kort maar accuraat, weer wat de nota wel en niet zegt. Ten tweede bieden we een uitgebreide, zorgvuldig geordende en inhoudelijk getrouwe parafrase van de volledige theologische uitleg die pater Chris Alar MIC hierover heeft gegeven. In wat volgt staat Christus’ unieke heilswerk centraal, maar komt tevens duidelijk naar voren hoe de traditie Maria’s bijzondere en ondergeschikte deelname aan dit werk heeft verstaan en blijft verstaan.
De status van de leerstellige nota
De nota behoort tot het gewone leergezag van de Kerk. Dat betekent dat zij gezaghebbend is en dat de gelovige haar met oprechte gehoorzaamheid dient te ontvangen. De nota is op zichzelf niet onfeilbaar, maar waar zij reeds definitief vaststaande leer herhaalt (zoals de uniciteit van Christus’ Middelaarschap) spreekt zij met het gewicht van die reeds onfeilbaar geformuleerde waarheid. Waar zij terminologische of pastorale richtlijnen geeft, doet zij dat met het bindend gezag van het ordinaire magisterium, dat vraagt om trouw, dociliteit en eerbiedige instemming in geloof en verstand.
Wat zegt Mater Populi Fidelis feitelijk?
De nota bevestigt dat Jezus Christus alleen redt en dat Hij de enige Middelaar is. Iedere wijze van spreken over Maria’s rol moet ondergeschikt en afhankelijke deelname betekenen, nooit parallelle of gelijke oorzaak. Vanuit dit uitgangspunt oordeelt de nota dat het moderne gebruik van de titel Co‑Redemptrix theologisch ongeschikt is, omdat de prefix co‑ gemakkelijk wordt verstaan als “naast” of “even‑”. Het document waarschuwt voor verwarring, vraagt om taalzorg en catechese, en benadrukt dat de titel Mediatrix alleen verantwoord is wanneer zij participatief en strikt secundair wordt verstaan, zodat het unieke Middelaarschap van Christus nooit verduisterd raakt.
Belangrijk hierbij is dat de nota geen nieuwe dogma’s definieert en ook geen complete terminologische censuur oplegt. Zij reikt een hermeneutiek van voorzichtigheid aan: termen die zonder voortdurende toelichting verkeerd begrepen worden, zijn in gewone catechese onhulpzaam. De oplossing is niet simplificatie, maar verheldering: waar men dergelijke titels gebruikt, moet men ze trouw aan de geloofsinhoud uitleggen.
Theologische toelichting van pater Chris Alar MIC
Pater Chris Alar opent zijn betoog met de principiële erkenning dat een leerstellige nota een daad van het gewone leergezag is en dus geloofsgehoorzaamheid vereist. Die gehoorzaamheid is geen louter externe instemming, maar een innerlijk, weloverwogen en eerbiedig ontvangen van de lering die de Kerk — krachtens Christus’ instelling — voorhoudt. Theologische reflectie wordt daardoor niet stilgelegd; integendeel, zij wordt naar haar juiste plaats verwezen: het is de taak van de theoloog en pastor om het document zorgvuldig te lezen, de draagwijdte ervan precies te duiden en het te situeren in de levende Traditie, opdat gelovigen het vruchtbaar kunnen verstaan.
Alar zet dan het onwrikbare uitgangspunt uiteen: Christus is de enige Verlosser en de enige Middelaar. Het hele heilswerk — menswording, kruis, verrijzenis, verheerlijking — is één goddelijk handelen in Christus; niemand kan daar autonome verlossingskracht aan toevoegen. Dit uitgangspunt is niet te heronderhandelen en fungeert als criterium voor alle correcte Mariologie. Waar dit uit beeld verdwijnt, wordt het spreken over Maria onjuist of zelfs schadelijk.
Vanuit dit uitgangspunt maakt hij het onderscheid dat beslissend is voor de traditie. Dat God alleen redt, sluit menselijke deelname niet uit, maar impliceert haar veeleer, omdat God in zijn wijsheid mensen werkelijk in zijn heilsplan betrekt. De Schrift spreekt daarover uitdrukkelijk: de apostel noemt gelovigen “medewerkers van God” en spreekt over het “aanvullen” van wat aan Christus’ lijden “ontbreekt” — niet omdat het kruis onvolkomen zou zijn, maar omdat Christus de Kerk laat delen in de vruchttoepassing van zijn volbrachte offer. Precies binnen die logica situeert de traditie Maria’s unieke deelname.
Wanneer de titel Co‑Redemptrix in de traditie wordt gebruikt, bedoelt zij niet een tweede bron van verlossing naast Christus, maar een deelname die zo intiem en uniek is dat zij de logische voltooiing vormt van Maria’s roeping. Die deelname begint bij de Aankondiging. Maria’s fiat is geen passieve instemming, maar een vrije, liefdevolle overgave waardoor zij, door genade, meewerkt aan het begin van het verlossingsmysterie: de menswording. Zonder menswording is er geen kruis, zonder kruis geen verrijzenis; daarom heeft het fiat een reële, door God gewilde plaats binnen het ene heilsplan dat geheel uit Christus voortvloeit. Aan het kruis bereikt deze deelname haar meest intense gestalte: Maria staat niet op afstand, maar is in geloof, hoop en liefde existentiëel verenigd met de offerdaad van haar Zoon. Haar lijden heeft geen zelfstandige heilswaarde; het is waardevól omdat en voor zover het in Christus’ offer wordt opgenomen en daarmee geestelijk samenvalt.
Hieruit volgt de semantische precisering die Alar essentieel vindt. Het probleem met Co‑Redemptrix is niet het theologische concept, maar de kans op misverstaan in hedendaags taalgebruik. Het Latijnse co‑ stamt van cum en betekent “met”, niet “even” of “naast”. In die zin betekent de titel dat Maria “met Christus” meewerkt en meeleedt, geheel afhankelijk van zijn genade. Waar de term anders begrepen wordt of catechetische verwarring sticht, is het prudent om hem te vermijden. Waar men hem gebruikt, moet men zijn betekenis expliciet en zorgvuldig ontvouwen. De nota, aldus Alar, verbiedt de titel niet en verklaart hem niet heterodox; zij vraagt om pastorale helderheid en theologische precisie.
Om die precisie inhoud te geven, wijst Alar op het getuigenis van het leergezag zelf: verschillende pausen — onder wie Pius X, Pius XI en Johannes Paulus II — hebben de titel gehonoreerd wanneer hij correct werd verstaan. Zulke precedentwerking leert dat de titel niet op zichzelf fout is, maar dat hij in elke concrete context catechetische toelichting vergt, precies om Christus’ uniekheid niet te verduisteren. De hermeneutiek die de nota aanreikt, is dan een uitnodiging tot betere catechese, niet tot stilzwijgen.
In het verlengde daarvan behandelt Alar de titel Mediatrix. Christus is de enige Middelaar in strikte zin; alle genade vloeit van Hem uit. Toch is bemiddeling binnen de Kerk reëel: de voorbede van gelovigen voor elkaar, de verkondiging van het Evangelie, de sacramentenbediening — het zijn werkelijke instrumenten waardoor Christus zijn genade meedeelt. Maria’s bemiddeling is in die zin de volmaaktste en meest intieme, omdat zij als moeder in uitzonderlijke nabijheid tot de Bron van genade staat. Zij bemiddelt niet als oorsprong, maar als kanaal. Alar gebruikt het beeld van licht dat door een venster valt: het licht is geheel het licht van de Zon; het venster is geen bron, maar maakt de gave toegankelijk. Zo is Maria’s “ja”, haar trouw tot onder het kruis en haar voortdurende voorspraak precies de wijze waarop God zijn genade in de Kerk laat circuleren, zonder dat dit iets afdoet aan Christus’ enige Middelaarschap.
Vanuit pastoraal oogpunt verzet Alar zich tegen elke zero‑sum‑logica in de devotie: liefde voor Maria vermindert de liefde voor Christus niet, maar vergroot haar. Ware Mariaverering is een snelweg naar Christus; zij leidt nooit van Hem weg. Daarom kiest hij niet voor het reduceren van moeilijke begrippen, maar voor het geduldig en correct uitleggen ervan. De oplossing voor terminologische verwarring is niet het opgeven van de rijkdom van de traditie, maar het ontwikkelen van een taal die precies is én begrijpelijk, zodat gelovigen leren onderscheiden tussen Christus’ unieke oorzaak en Maria’s afhankelijke deelname.
Als slot van zijn betoog onderstreept Alar opnieuw de gehoorzaamheid aan het leergezag: hij en zijn medebroeders zullen de nota loyaal volgen. Maar die gehoorzaamheid betekent tegelijk dat men de volle katholieke waarheid blijft articuleren: Maria is geen rivaal van Christus, maar zijn door God gewilde medewerkster. Correct verstaan eren zulke titels Christus juist: zij laten zien hoe verheven en universeel het heilswerk van de Zoon is, dat het — zonder iets van zijn unieke oorzaak te verliezen — een nederige schepsel werkelijk kan binnenleiden als instrument en moeder.
Slotbeschouwing
Mater Populi Fidelis vraagt om taalzorg en theologische integriteit. Zij bevestigt het onbetwistbare primaat van Christus en nodigt uit tot catechese die de traditionele mariale titels — wanneer ze gebruikt worden — zó verklaart dat de gelovigen begrijpen wat de Kerk altijd heeft geleerd: Jezus alleen redt; Maria neemt, door genade en in volstrekte afhankelijkheid, op unieke wijze deel aan de vruchttoepassing van dat ene en volkomen heilswerk. Zo blijft ware Mariologie radicaal christocentrisch, en blijft ware devotie aan Maria een rechte weg naar haar Zoon.

1. Haatreacties en reacties met vloek- en scheldwoorden zijn niet toegestaan.
2. "Trollen" is verboden. Dit forum is bedoeld als ontmoetingsplaats waar inhoudelijke reacties worden gegeven op een artikel, of waar meningen kunnen worden uitgewisseld, niet om te trollen. Bij herhaaldelijke overtredingen zal de gebruiker worden geblokkeerd.
3. Anonieme gebruikersnaam is toegelaten. Registreren kan hier.
4. Katholiek Forum wil een beleefd, doch ongecensureerd platform aanbieden en is daarom volstrekt niet aansprakelijk voor de inhoud van de reacties.