www.boodschappen-eerherstel.net
1. Nieuw jaarrapport Kerk 2025: Het verval gaat steeds sneller
Er waait een koude wind door de Kerk van vandaag. Niet alleen buiten de muren, maar binnenin. Waar ooit stilte heerste, klinkt nu vaak leegte. Waar vuur brandde, gloeit nog slechts as. De cijfers liegen niet: het recente jaarrapport van de Kerk in België laat een daling zien in alle domeinen van het geloofsleven.
De meest recente kerkelijke statistieken schetsen een duidelijk en somber beeld van een geloofsgemeenschap in vrije val.
In nauwelijks vijf jaar tijd is het aantal sacramenten fors gedaald:
-
minder dopen (–33%),
-
minder vormsels (–30%),
-
minder kerkelijke huwelijken (–28%)
-
en minder kerkelijke uitvaarten (–27%).
Ook de zondagskerk verliest snel terrein: het aantal aanwezigen in de zondagsvieringen zakte van 238.000 naar 173.000, een daling van ongeveer 27% (in 2009 waren dat er nog 315.000 — bijna het dubbele van vandaag).
Het aantal diocesane priesters daalde van 2.301 naar 1.678 (–27%), en het aantal religieuzen van 9.550 naar 6.650 (–30%).
Daarbovenop verdwijnen ook de structuren: 263 parochies werden opgeheven en 24 kerken aan de eredienst onttrokken.
Wat deze cijfers niet tonen, maar wat iedereen in de pastorale praktijk voelt, is de vergrijzing van het priesterschap.
Het merendeel van de actieve priesters is inmiddels ouder dan 70 jaar, terwijl nieuwe roepingen zeldzaam zijn.
Zelfs zonder nieuwe crisissen dreigt het aantal actieve priesters in de komende tien jaar nog in vrije val te gaan, met een mogelijk verlies van 40 tot 50 procent.
Kortom, de cijfers tonen niet enkel een geleidelijke daling, maar een structurele neergang van het kerkelijk leven.
De Kerk in België bevindt zich in een vrije val van sacramentele en geestelijke vitaliteit, en de vraag dringt zich op wie of wat dit geloofsweefsel zal dragen, nu de generaties die het jarenlang hebben onderhouden, letterlijk verdwijnen.
Minder dopen. Minder vormsels. Minder huwelijken. Minder priesters. Kerken worden ontwijd, parochies samengevoegd, en het aantal gelovigen in de zondagsviering daalt jaar na jaar. De Kerk wordt kleiner — niet omdat God kleiner wordt, maar omdat wij Hem minder ruimte laten.
Toch is deze crisis niet louter een getal. Ze is een spiegel. Ze toont wat er gebeurt wanneer de Kerk te veel naar binnen keert in haar eigen structuren, en te weinig naar boven in aanbidding. Wanneer menselijke plannen het heilige vervangen, droogt de bron van genade op. En dan klinkt, zacht maar dringend, de vraag: Wanneer zullen wij doen wat de Heer verlangt?
2. Het verval: vruchten van menselijke ideologie van onze herders
De Kerk is altijd meer geweest dan een organisatie. Ze is een mysterie, een levend Lichaam. Toch hebben we haar in de voorbije decennia vaak behandeld als een project dat beheerd moet worden. We hebben geloof vervangen door overleg, genade door beleid, gebed door planning.
In Vlaanderen heeft dat proces diepe wortels. Reeds generaties lang is het geloof langzaam verschoven van een doorleefd katholicisme naar een eigen kerkelijke cultuur met een andere theologische taal. Wat begon als een poging om het geloof beter verstaanbaar te maken voor de moderne mens, is uitgegroeid tot een stroming die de kern van het geloof zelf is gaan herinterpreteren.
Zo ontstond een soort “nieuwe religie”, een kerk die zich steeds minder voedt aan de levende traditie van de katholieke leer en steeds meer aan menselijke denkbeelden.
Wat ooit een geloof was dat de mens opriep tot bekering, is stilaan verworden tot een boodschap die de mens bevestigt in zichzelf.
In onze streken is er bovendien een geleidelijke verschuiving gegroeid: wat ooit het hart van het katholieke geloof vormde, werd stap voor stap herleid tot een meer menselijk project. Theologische scholen en leiders hebben zich langzamerhand laten leiden door ideeën die de kern van het geloof wilden “actualiseren” maar haar vaak uitholden. Zo is er een eigen Vlaams kerkelijk model ontstaan dat zich steeds verder verwijderde van de Katholieke Traditie. Het resultaat is een theologie die meer aansluit bij de geest van de tijd dan bij de Geest van God — een modernistisch denken dat de transcendente dimensie van het geloof heeft verzwakt.
En zo is er een kerk ontstaan die druk bezig is met zichzelf, maar waarin stilte schaars is geworden. Een kerk die vreest voor cijfers, maar niet meer beeft voor God. We hebben geleerd te vergaderen, maar vergeten te knielen.
Het is precies dat wat de cijfers van het jaarrapport weerspiegelen: een Kerk die krimpt omdat ze haar bron heeft verwaarloosd. De vrucht van menselijke ideologie is altijd dorheid. Zolang we niet terugkeren naar de nederige aanbidding van de levende Heer, zal de Kerk blijven opdrogen als een wijnstok zonder sap.
3. Jezus roept op tot bekering
Doorheen de eeuwen heeft God steeds stemmen gezonden om Zijn volk wakker te schudden. Soms door profeten, soms door heiligen, soms door stille zielen die in gebed woorden ontvangen die tot nadenken stemmen. Ook in onze tijd én in onze streek grijpt God in — onder meer de Boodschappen over Eerherstel — die wijzen op dezelfde kern: dat Jezus miskend wordt in Zijn Eucharistische aanwezigheid, en dat het hart van Zijn Kerk moet herleven in stilte, boete en liefde.
Over hun oorsprong en authenticiteit oordeelt de Kerk, niet wij. Maar hun inhoud ademt een geest die doorheen de hele traditie herkenbaar is: de roep tot gebed, bekering en eerherstel.
Die stemmen waarschuwen: zolang de Eucharistie verwaarloosd wordt, zolang priesters zonder vuur dienen en gelovigen zonder inkeer leven, zal de storm blijven waaien. De storm is niet Gods straf, maar Zijn roep: “Keer terug naar Mij.”
Wie oren heeft, hoort in deze tijd hetzelfde appèl als in de dagen van de profeten: Niet angst, maar bekering; niet berekening, maar aanbidding. De redding van de Kerk begint niet in vergaderzalen, maar in de schaduw van het tabernakel.
De oorsprong van deze boodschappen
De boodschappen die in dit werk worden aangehaald, zijn afkomstig uit de bundel “Eerherstel voor het leed dat Mij wordt aangedaan”.
Ze werden ontvangen door een begenadigde ziel die verborgen moet blijven.
De Heer vroeg haar de ontvangen woorden te delen, maar steeds in gehoorzaamheid en onder geestelijke begeleiding.
Vanaf het begin stond de bron onder de leiding van priester Wilfried Tant, diocesaan priester van het bisdom Brugge.
In de inleiding van de bundel (p. 5–6) wordt beschreven hoe deze priester op 27 juni 2003 van de Heer de opdracht kreeg om naar zijn bisschop te gaan en diens verlangens bekend te maken.
Op 4 juli 2003 kreeg hij de opdracht om de boodschappen verder te verspreiden en later te bundelen.
Priester Tant blijft verantwoordelijk voor de onderscheiding en de geestelijke begeleiding;
de begenadigde ziel blijft anoniem, zodat de aandacht volledig gericht blijft op de inhoud,
niet op de persoon.
Kerkelijke toelating tot publicatie
Op 14 oktober 1966 keurde paus Paulus VI het decreet van de
Congregatie voor de Geloofsleer goed (A.A.S. 58/16),
waarin wordt toegestaan om teksten te publiceren die betrekking hebben op verschijningen,
nieuwe openbaringen, voorspellingen of wonderen,
ook wanneer zij nog geen kerkelijk Imprimatur dragen.
“De uitgever wil helemaal niet vooruitlopen op het oordeel van de Kerk
aangaande de authenticiteit van deze boodschappen.
Hij wil slechts deze boodschappen in opdracht bekendmaken en
onderwerpt zich bij voorbaat aan het oordeel van de Kerk.”
Deze boodschappen behoren dus tot de categorie van de private openbaringen.
Zij voegen niets toe aan de door Christus voltooide Openbaring,
maar willen de gelovigen helpen het Evangelie dieper te beleven.
De uitgever verklaart zich volledig onderworpen aan het oordeel van de Kerk.
De bedoeling van deze publicatie is niet de Kerk te beoordelen,
maar te luisteren naar wat de Heer in onze tijd tot Zijn Kerk wil zeggen.
4. Een oproep tot bekering, gebed en eerherstel
De Kerk is niet verloren. Ze is geroepen tot herbronning. Maar die herbronning begint niet bij nieuwe structuren, wel bij een vernieuwd hart. Een Kerk die leeft, is een Kerk die bidt.
Daarom is het uur gekomen om opnieuw te bidden voor de bekering van onze herders, onze priesters en bisschoppen, opdat zij zelf hernieuwd mogen worden in geloof, eenvoud en vurige liefde voor de Eucharistie. Zij dragen een zware roeping — om niet te besturen zoals een wereldse organisatie, maar om te leiden als mannen van gebed en eerbied.
Wanneer zij, samen met de gelovigen, opnieuw knielen voor het tabernakel, zal de kracht van de genade weer stromen. Dan zal het woord van Christus opnieuw vlees worden in de harten.
De Heer vraagt niet om prestige of aantallen. Hij vraagt om liefde. Hij wacht niet op onze plannen, maar op ons “ja”. Hij verlangt niet naar renovatie, maar naar aanbidding.
5. Wat de geest van deze tijd ons leert: de kern van de roep
De vele stemmen van gebed en devotie die vandaag klinken, draaien allemaal rond éénzelfde oproep. Hieronder volgt een samenvatting van wat die geest ons wil laten herontdekken — met verwijzingen naar de pagina’s van de Boodschappen over Eerherstel, waar deze thema’s worden aangeraakt.
www.boodschappen-eerherstel.net
5.1. Stille Eucharistische aanbidding
Het hart van de Kerk klopt in de Eucharistie. Daar wacht Christus — vaak alleen — op wie Hem wil troosten. De hernieuwing begint in stilte, met open kerken en knielende harten. (vgl. p. 8, 30 okt 2002; p. 30, 2 jan 2003)
‘Ik blijf hier (in het tabernakel) tot het einde van de wereld!’ (30/10/2002)
—
‘De kerken moeten open blijven.
Mensen moeten Mij kunnen bezoeken.
Ze misbruiken Mijn huis voor andere doeleinden,
die niet strekken tot Mijn eer en glorie.
Velen van Mijn herders dragen een zware schuld.
Zij zijn het,
die Mijn Kerk laten verloederen én Mijn kinderen laten verloren gaan.
Hun inzet schiet fel tekort!
Mijn gerechtigheid zal voor hen veel strenger zijn dan voor anderen’ (02/01/2003).—
5.2. De biecht: zuivering van harten
De bron van genade vloeit pas als de mens zijn schuld erkent. De biecht is geen last, maar een genezing. Waar priesters opnieuw biecht horen, daar keert vrede terug. (vgl. p. 12, 15 nov 2002; p. 32, 8 jan 2003)
‘Priesters moeten het sacrament van de biecht herstellen,
maar moeten zelf ook goede biechtelingen worden
om anderen te kunnen helpen op weg naar bekering’ (15/11/2002).—
‘De zielen moeten zich laten zuiveren door het sacrament van de biecht.
De biecht moet weer aangeprezen worden door de priesters.
Want alleen in zuivere harten kan Ik ten volle wonen!
In zuivere harten kan Ik Mijn werk verrichten, kan Ik Mijn Wil volbrengen.
Zuivere harten zijn harten, die zich openstellen voor Mijn Liefde.
Het sacrament van de biecht is de genezing van de ziel’ (08/01/2003).—
5.3. Heiligheid en nederigheid van priesters
De wereld heeft geen bestuurders nodig, maar herders die stralen van heiligheid. Een priester die bidt, heelt meer dan duizend woorden. (vgl. p. 12–14, 15–20 nov 2002)
‘Zo zijn er vele priesters, die (Mij in het tabernakel) nooit groeten.
Ze vinden zich te waardig om voor Mij te groeten.
Sommige priesters doen het voor de schijn van de mensen,
want ze geloven niet dat Ik er aanwezig ben.
En sommigen doen het af en toe, als ze er zin in hebben’ (15/11/2002).—
‘Mijn priesters moeten zich waardig gedragen
zowel in de kerk als buiten de kerk.
Ze moeten zich gedragen als “priester” tussen de mensen,
ook als ze vernederd worden omwille van hun priester zijn.
De vernederingen, die Ik heb moeten aanvaarden én nog altijd!’ (15/11/2002)—
‘Iedere priester moet na de Heilige Mis een dankgebed zeggen.
Ze vergeten dat ze het Brood geconsacreerd hebben,
waarin Ik aanwezig ben gekomen.
Ze vergeten de Heiligheid van dat stukje Brood,
waarin Ik Mij steeds opnieuw offer voor iedere ziel op deze wereld’
(15/11/2002).—
‘Priesters moeten het sacrament van de biecht herstellen,
maar moeten zelf ook goede biechtelingen worden
om anderen te kunnen helpen op weg naar bekering’ (15/11/2002).—
‘Het celibaat moet blijven!
Priesters maar ook kloosterlingen
moeten zich volledig in overgave aan Mij wijden.
Zij zijn Mijn toegewijden!
Het kan niet dat een priester Mij toegewijd is én een gezin heeft.
Ik zal dit nooit toelaten!
Het is moeilijk voor veel priesters om zuiver te leven,
maar met veel gebed en inzet kunnen zij het aan.
Maar aan velen ontbreekt de moed om in die overgave te leven.
Het wereldse genot trekt hen aan!’ (15/11/2002)—
(Pedofiele priesters)
‘Ze blijven priester voor altijd!
Men moet zo een priester onder de hoede van een eerbaar priester plaatsen.
Met gebed en vasten kan men zijn zwakheden overwinnen.
Niet iedereen zal genezen.
Want vele priesters hebben zich overgegeven aan de duivel’ (15/11/2002).—
‘Mijn priesters moeten
zuivere priesters zijn, die de christelijke deugden beoefenen
eer zij die kunnen opleggen aan anderen,
trouw zijn aan het sacrament van de biecht,
trouw aan hun dagelijkse gebedsoefening.
Ze moeten leven in een onvoorwaardelijke overgave ieder moment van de dag
én dit voor iedere ziel die hun wordt toegewezen’ (15/11/2002).—
‘Priesters laten Mij in de steek.
Ze hebben alleen oog voor alles wat van de wereld is’ (19/11/2002).—
‘Ze moeten genezen van hoogmoed, verraad, afgunst.
De afgunst onder de priesters is zo groot!
Ze doen alles om hun kerk mooi te maken.
Het is Mijn huis!
Ze doen het voor het oog van de mensen – niet voor Mij! –
om de mooiste kerk te hebben in hun parochie.
Sommige priesters gaan van kerk tot kerk uit afgunst.
Mijn huis moet een huis blijven van nederigheid en stilte,
dat gevuld wordt door liefde en gebed!’ (19/11/2002)—
‘Ik word opgesloten in Mijn kerk.
Ze moeten Mijn kerk mooi maken door hun aanwezigheid.
De eenzaamheid die Ik moet meemaken,
is nog nooit zo groot geweest als nu!
De vernederingen en de oneerbiedigheden
die Ik steeds opnieuw moet ondergaan!
Bid. …
Bid zonder ophouden.
Mijn Hart wordt steeds opnieuw doorboord
door de zo vele zondigheid van iedere dag’ (19/11/2002).—
5.4. Toewijding aan Maria
In tijden van storm is zij het toevluchtsoord van de gelovigen. Wie zich toevertrouwt aan haar Onbevlekt Hart, vindt rust in Gods wil. (vgl. p. 11, 11 nov 2002; p. 15, 22 nov 2002; p. 35, 14 jan 2003)
‘Allen,
die zich toewijden aan het Onbevlekt Hart van Mijn Moeder
én die zich openstellen voor Mijn Liefde’
(zullen gered worden) (11/11/2002).—
‘Mijn Moeder is Moeder geworden van alle mensen.
Vanaf Mijn Kruis heb Ik Haar aan de wereld gegeven (*).
Bemin Haar.
Zij is uw Moeder.
Zij heeft uw liefde nodig, uw gebed, uw offer voor deze wereld.
Opdat Zij Haar plannen kan verwezenlijken
heeft Zij al Haar kinderen nodig,
die Haar liefhebben én Haar willen helpen.
Zo alleen kan het kwade in deze wereld overwonnen worden!
Bemin Haar.
Help Haar.
Wees Haar tot steun in deze ondankbare wereld’ (22/11/2002).
(*) Zie Joh. 19, 26-27:
‘Toen Jezus Zijn Moeder zag en naast Haar de leerling die Hij liefhad,
zei Hij tot Zijn Moeder: “Vrouw, zie daar Uw zoon.”
Vervolgens zei Hij tot de leerling: “Zie daar uw Moeder”.
En van dat ogenblik af nam de leerling Haar bij zich in huis’.
—
Onze-Lieve-Vrouw zegt:
‘Ik ben Moeder van alle mensen zonder onderscheid.
Het is Mijn vurige wens Mijn kinderen te redden van de ondergang.
Laat ieder zich aan Mij toewijden
én Ik zal binnentreden in hun leven en hen helpen in al hun noden.
Hen helpen om
hen dichter bij Mijn Zoon te brengen,
hen te behoeden tegen de listen van de duivel,
die niets anders verlangt om hen mee te sleuren naar de ondergang.
Velen gaan verloren.
Maar vertrouw op Mij en geef u aan Mij.
Dan kan Ik u helpen, want Ik ben de Moeder van alle Genaden!
Wie tot Mij komt, zal niet verloren gaan’ (14/01/2003).—
‘Vertrouw op Mij’ (14/01/2003).
5.5. Terugkeer naar de traditie
De boodschappen spreken herhaaldelijk over een nood aan herstel — niet van structuren, maar van geest.
Jezus roept op tot een terugkeer naar de oorsprong: naar de stilte, de heiligheid en de aanbidding waarin de Kerk ooit leefde.
Het is een oproep om weer te worden wie we waren: een volk dat knielt, dankt en aanbidt.
Alles moet hersteld worden.
Alles moet terugkeren naar het oorspronkelijke.
Mijn dag moet een dag van gebed, stilte en bezinning zijn,
waarin men zijn God looft en dankt voor alles wat men van Mij krijgt.
En dat is alles!
Want alles komt van Mij én is van Mij!’ (19/01/2003)—
‘…
Hebt gij het nu nog niet begrepen?
Ik wil een volledige terugkeer
naar alles wat altijd is geweest en wat moet zijn én wat moet blijven’ (13/07/2003).—
‘Weet – Mijn kind! – Ík zal alles nieuw maken
én alles zal gebeuren zoals Ík het wil’ (13/07/2003).
‘Het zijn niet de mensen die alles moeten vernieuwen en veranderen.
Ík zal alles nieuw maken bij Mijn wederkomst.
Dat zal samengaan met de triomf van het Onbevlekt Hart van Mijn Moeder’
(14/07/2003).—
‘Stel u geen vragen over wat zal gebeuren.
Ik geef u wat gij nu moet weten, wat het nu moet zijn én wat Ík nu wil:
eerherstel
én dat de sacramenten hun waardigheid terugkrijgen van wat ze zijn geweest’
(14/07/2003).—
6. Waarschuwing voor (verder) verval ⚠️
In de Boodschappen over Eerherstel klinkt een ernstige en bewogen toon over de toestand van de wereld en van de Kerk.
Jezus klaagt dat velen Hem vergeten, dat zonde en onverschilligheid toenemen en dat zelfs binnen Zijn Kerk verdeeldheid en lauwheid binnensluipen.
Het is geen dreiging om angst op te wekken, maar een roep tot bekering en hernieuwd geloof.
‘Mijn toorn zal honderd maal heviger zijn dan die storm.
Ze (de priesters) zullen sterven van angst.
Ze willen niet luisteren.
Ze verwerpen zelfs Mijn Moeder’ (27/10/2002).—
De toon van deze waarschuwingen is tegelijk scherp en liefdevol: de Heer verlangt dat wij ons bekeren vóórdat de dorheid onherstelbaar wordt.
Wanneer priesters hun roeping verwaarlozen, wanneer sacramenten routine worden en wanneer het gebed verstomt, dan raakt Zijn Hart opnieuw doorboord.
‘Er zijn veel Judassen in Mijn Kerk!’ (07/11/2002)
—
‘Ik word steeds opnieuw gekruisigd door de priesters, die consacreren
én die niet meer in Mij geloven, die Mij verwerpen en verloochenen.
Het verraad is nog nooit zo groot geweest als nu onder hen,
die Mij trouw hebben beloofd
en die voorbeeld moeten zijn voor hen, die zij onder hun hoede hebben’
(26/11/2002).—
Jezus spreekt over een wereld die zonder God haar eigen ondergang tegemoet gaat en over herders die zwijgen waar ze zouden moeten waarschuwen.
Alleen een massale bekering kan nog redden wat dreigt te verdwijnen.
Zijn woorden zijn geen dreigement, maar een laatste genade: een oproep om te bidden, eerherstel te brengen en terug te keren vóór de storm alles wegvaagt.
‘Alleen massale bekering kan deze wereld nog redden.
Zelfs priesters zien de tekenen niet die Ik geef.
Ze zouden erover moeten spreken, maar durven niet.
Mijn geduld raakt op.
Mijn toorn zal verschrikkelijk zijn.
Ze hebben van Mijn wereld een puinhoop gemaakt’ (11/11/2002).—
‘Kinderen hebben geen toekomst.
Hen wacht alleen ellende!’ (11/11/2002)—
‘Priesters hebben er alle belang bij om mee te helpen
om zo hun eigen ondergang te voorkomen
én om samen met Mij vele zielen te redden.
Ik ben Liefde.
Ik ben geduldig, maar Ik kan niet blijven toezien
hoe ze alles vernielen, hoe ze alles laten verloederen,
hoe vele zielen lijden
door de onwaardigheid van zo vele van Mijn priesters.
Ik geef kansen steeds opnieuw, maar ze blijven naar hun ondergang rennen
én Mijn Hart wordt steeds meer verscheurd.
Er zal veel liefde nodig zijn van u – Mijn kinderen en priesters! –
die naar Mijn Woord dat Ik u geef, willen luisteren én zo Mijn wonden helen.
Komt – Mijn kinderen! – én laat u niet meeslepen door wereldse belangen.
Komt naar Mijn Hart én geeft u aan Mij.
Dan zal Ik u leiden naar het Paradijs van de Hemelse Zaligheid!’
(14/07/2003).—
De waarschuwing is dus niet enkel gericht aan de wereld, maar ook aan onszelf: gelovigen, priesters, bisschoppen, ieder die verantwoordelijkheid draagt.
Zolang wij niet terugkeren tot gebed, aanbidding en bekering, zal de Kerk haar kracht verliezen.
Maar wie luistert, wie zich bekeert, wordt zelf het begin van vernieuwing.
‘Ofwel verwerpt men Mijn boodschappen én keert men Mij de rug toe.
Ofwel erkent men Mijn boodschappen én leeft men ernaar’ (05/06/2004).—
‘… Gij allen – Mijn toegewijden én kinderen! – draagt schuld
om wat gebeurt op deze wereld!
Verwerpt Mijn boodschappen verder én de ellende zal nog erger worden.
Luistert naar Mijn Woorden én het zal uw redding zijn.
Helpt mee deze wereld van het kwaad te redden.
Want het kwaad kan niet op tegen het gebed!’ … (09/09/2004).—
7. Jezus’s oproep aan Zijn bisschoppen: bidden en hun priesters oproepen tot gebed, aanbidding en eerherstel. Dagelijks stille Eucharistische Aanbidding met biechtgelengheid in hun kerken
De vernieuwing van de Kerk wordt werkelijkheid wanneer wij opnieuw leren knielen. Iedere herder, iedere gelovige, wordt geroepen om het Hart van Christus te troosten door gebed, stille aanbidding en eerherstel. De geest van de Boodschappen over Eerherstel dringt hierop aan: Gods huis moet opnieuw een huis van stilte, aanbidding en verzoening worden.
Dit is geen poëtisch beeld, maar een concrete weg. Daarom moet in elke parochie, elke gemeenschap, dagelijks stille Eucharistische aanbidding voorzien zijn, met voortdurende biechtgelegenheid (aanwezigheid van een priester). Dáár, in de zachte stilte van het tabernakel en de nederige biechtstoel, herademt de Kerk; daar worden harten gezuiverd en roepingen geboren.
De herders gaan voor door de deuren van de kerk te openen, door zelf te aanbidden en de biecht aan te bieden; de gelovigen antwoorden met hun aanwezigheid, hun liefde en hun volhardend gebed. Zo wordt Gods huis opnieuw waar het hoort te zijn: een huis van gebed, vrede en genade.
Stille eucharistische aanbidding met biechtgelegenheid
‘Ik verlang om
stille aanbidding, waar steeds een priester kan aanwezig zijn (1). …
Ik heb priesters nodig,
die Mij bij de mensen brengen, die voorbeelden van aanbidding worden (2).
Want velen zullen tot inkeer komen én zullen nood hebben aan een priester (3)!’
… (23/06/2003).—
(1) De Heer Jezus wil bij elke aanbidding een priester aanwezig voor de hele
duur van de aanbidding om te bidden,
maar ook om beschikbaar te zijn voor de mensen, die willen biechten of nood
hebben om hun problemen te bespreken.
Het is dan ook belangrijk dat hij daar zit, waar men hem zonder al teveel
moeilijkheden kan bereiken.—
(2) Zie ook de volgende boodschap.
‘… Biddende priesters trekken mensen aan.
Naar biddende priesters zend Ik de mensen.
Kijk naar de grote heiligen die de Kerk heeft.
Dat priesters hun voorbeeld volgen!’ (20/12/2002).—
(3) Zie ook de volgende boodschappen.
‘… Priesters moeten daar aanwezig zijn
waar Ik ben én waar mensen in nood zich tot hen kunnen wenden.
Mensen hebben nood aan een geestelijk woord.
Mensen zijn op zoek.
En zo kan men ook meer en meer komen tot het sacrament van de verzoening.’
… (20/12/2002).—
8. Wanneer zal hij doen wat Ik vraag?
Er is in de Boodschappen van Eerherstel een passage die velen heeft aangegrepen — en die, achteraf gezien, door sommigen als profetisch werd ervaren. De woorden, volgens het getuigenis van de Bron gericht aan een bisschop, werden uitgesproken vóór het uitbreken van de grote pedofilieschandalen die later de Kerk in België zouden treffen. Ze klonken als een waarschuwing, niet alleen voor één mens, maar voor heel de Kerk:
Het plotse ontslag van Mgr. R. Vangheluwe, de bisschop van Brugge, lag in de lijn van de boodschappen van 2005 en 2006.
‘… Wanneer hij zal luisteren, Mijn kind?
Wanneer hij zich zal keren, Mijn kind?
Het zal eerst moeten stormen tot in zijn huis.
Dan zal hij beseffen dat alles van Mij komt’ … (26/10/2005).—
‘… Blijf bidden en offeren voor uw bisschop – Mijn kind! –
dat hij hier nog niet meer de schande wordt van Mijn Kerk,
maar dat hij bewust wordt van zijn dwalingen én tot inkeer mag komen. …
Als men niet tot inkeer komt
– Zíj, die aan het hoofd van Mijn Kerk staan, aan wie Ik leiding heb gegeven! –
zal hen veel ontnomen worden. Heel veel!’ … (25/05/2006)—
Ook de heisa rond de pedofilieschandalen en de huiszoekingen in dit verband
lag in de lijn van de boodschappen van 2003.
‘De storm kan langer duren dan gij denkt.
Én wanneer gij denkt dat de storm geluwd is,
kan ze weer aanwakkeren in alle hevigheid.
Laat u niet ontmoedigen’ … (09/07/2003).—
(De beledigingen die de priesters de Heer aandoen)
‘De zo vele doornen die priesters Mij geven
én door verschillende bisschoppen met een rietstok
dieper in Mijn hoofd geslagen!’(01/05/2004)—
Wie zijn Mijn volgelingen?
Kijk om u heen.
Van het weinige dat gij hoort of ziet
is het niets anders dan de ene belediging na de andere.
En zelfs de toegewijden
– hier aan de top van Mijn Kerk en in zoveel andere landen! –
durven niet op te komen tegen de vrijmetselarij, het atheïsme,
dat steeds meer de overmacht krijgt.
Mijn Kerk durft Zijn stem niet meer laten horen,
maar Mijn plaatsvervanger (paus Benedictus XVI: 2005-2013) durft dit nog te
doen,
ondanks de vele tegenkantingen die hij krijgt.
Volgt hem.
– Mijn kind, Mijn getrouwen! –
Als uw Kerk hier faalt, volgt Mijn plaatsvervanger – ondanks de tegenspraak! –
én bidt en offert voor uw bisschoppen en priesters.
Opdat ook zíj zouden gehoor geven aan Mijn plaatsbekleder
én hem gehoorzaam zijn!
Opent uw hart voor Mijn Liefde, voor Mijn genaden.
De genade van gebed, offer, lijden en vasten.
De genade van de nederigheid, de eenvoud, de gehoorzaamheid.
Dit alles wil Ik u geven, maar gij aanvaardt ze niet,
omdat gij alleen maar uw weg, uw wil wilt volbrengen.
Keert terug naar Mijn Liefde, naar Mijn Barmhartig Hart.
Keert terug naar de waarde van het geloof, zoals Ík het u gegeven heb.
Blijft niet verder afdwalen binnen Mijn Kerk.
Laat Mijn geboorte een nieuw begin zijn voor u allen.
Laat Mij leven.
Laat Mij groeien.
Laat Mij groter worden in u én alles zal veranderen’ (21/12/2005).—
Vandaag lezen velen deze zinnen niet als aanklacht, maar als een profetisch teken van de storm die toen al in de verte zichtbaar was — een storm van loutering en pijn, maar ook van waarheid.
Want alles wat verborgen is, moet ooit aan het licht komen.
En juist dat licht, hoe pijnlijk ook, is genade: het zuivert en nodigt uit tot bekering.
Of men deze woorden nu leest als profetie of als beeld, ze blijven een spiegel voor heel de Kerk. De storm is geen wraak, maar een genadevolle schok. Wanneer de Heer spreekt over storm, bedoelt Hij geen vernietiging, maar een zuivering die harten terugbrengt naar het essentiële.
Die vraag – “Wanneer zal hij doen wat Ik vraag?” – is niet enkel aan één persoon gericht. Zij geldt voor ieder van ons.
De Heer wacht. Hij wacht op het moment dat wij, herders en gelovigen samen, eindelijk doen wat Hij vraagt: knielen, aanbidden, verzoenen, beminnen. Dan zal de storm bedaren, want dan vindt de Liefde opnieuw woning in haar eigen huis.
‘De deur zal voor velen gesloten blijven (1).
Priesters en bisschoppen blijven volharden in hun dwaalleer.
Ondanks de vele oproepen tot bekering, verkiezen ze hun eigen weg te volgen.
Ik verleen aan velen de genade van de bekering,
maar ze willen ze niet aannemen.
Ik wil Mijn toegewijden redden, maar ze blijven Mijn genaden verwerpen.
Én Ik kan alleen maar lijdzaam toezien hoe ze de weg van de Liefde verlaten.
Want Mijn weg volgen is de Liefde volgen.
Ik ben dé Liefde!’ (16/02/2004)—
(1) De deur die gesloten blijft is een beeld dat de Heer Jezus regelmatig gebruikt
in zijn parabels (o.a. Mt. 25, 1-13; Lc. 13, 24-27). Zelfs voor hen, die in Zijn
buurt geleefd hebben en Zijn boodschappen gehoord hebben, zal de deur van het
Rijk van God gesloten blijven, omdat zij geen intense relatie met Hem hebben
opgebouwd en Zijn boodschappen niet wilden beleven.
Zie Lc. 13, 24-27: ‘Spant u tot het uiterste in om door de nauwe deur binnen te
komen, want, Ik zeg u, velen zullen het proberen,maar er niet in slagen binnen te
komen.
Als eenmaal de huisvader is opgestaan en de deur gesloten heeft
en gij dan buiten op de deur begint te kloppen en te roepen: Heer, doe open!
zal Hij u antwoorden: Ik weet niet waar gij vandaan komt.
Dan zult ge opwerpen:
In uw tegenwoordigheid hebben wij gegeten en gedronken,
en in onze straten hebt Gij onderricht gegeven.
Maar weer zal Zijn antwoord zijn: Ik weet niet waar gij vandaan komt.
Gaat weg van Mij, gij allen, bedrijvers van ongerechtigheid.’

1. Haatreacties en reacties met vloek- en scheldwoorden zijn niet toegestaan.
2. "Trollen" is verboden. Dit forum is bedoeld als ontmoetingsplaats waar inhoudelijke reacties worden gegeven op een artikel, of waar meningen kunnen worden uitgewisseld, niet om te trollen. Bij herhaaldelijke overtredingen zal de gebruiker worden geblokkeerd.
3. Anonieme gebruikersnaam is toegelaten. Registreren kan hier.
4. Katholiek Forum wil een beleefd, doch ongecensureerd platform aanbieden en is daarom volstrekt niet aansprakelijk voor de inhoud van de reacties.