Ik heb reeds eerder geschreven dat de crisis in de Katholieke Kerk terug te brengen is naar een gebrek aan geloof in en eerbied voor Jezus in het Heilig Sacrament. En dat begon bij ons, in de lage landen (Nederland, België, Duitsland) in 1965, vlak na het Tweede Vaticaans Concilie, in rechtstreekse ongehoorzaamheid aan de Paus.
Er werden zogenaamde ‘volksaltaren’ geïntroduceerd, de communiebanken werden achteraan de kerk gezet als ornament, of in stukken verzaagd en verkocht. En alle priesters kregen van hun bisschop te horen dat men voortaan de H. Communie in de hand zou geven, en dat de mensen daarbij rechtop moesten staan. Alle nodige vroomheid en eerbied, die eeuwenlang in gebruik was, was plots overbodig geworden… De priesters stelden zich daar kennelijk geen vragen bij, en schikten zich zonder meer naar “de wens van de bisschoppen,” ook al was dit in ongehoorzaamheid aan de Heilige Vader, de Vicaris van Christus, want de bisschoppen hadden geen toelating gekregen van Rome en handelden op eigen houtje.
Het Tweede Vaticaans Concilie had namelijk NERGENS bepaald dat de H. Communie voortaan in de hand mocht ontvangen worden – noch had de Paus daar toestemming voor gegeven. De priesters, die deze praktijk aanvaardden en introduceerden in hun parochies, en die “gehoorzaam” waren aan hun ongehoorzame bisschoppen, waren dus in werkelijkheid ook ongehoorzaam aan de H. Stoel. De praktijk van de handcommunie is en blijft een gevolg van een daad van rebellie tegen de Paus. En rebellie komt niet van Hierboven, maar van Hierbeneden: de Hel – van de eeuwige Rebel: de Satan. En de bisschoppen en kardinalen die rebelleerden, hadden banden met, of waren lid van …. de Vrijmetselarij (zoals diegene die het voor het eerst introduceerde: de Belgische Kardinaal Suenens – dit is bewezen!). En de priesters rebelleerden mee, en vonden alles oké.
Paus Paulus VI vaardigde in 1969 een decreet over het uitreiken van de H. Communie uit, Memoriale Domini genaamd, waarin hij de praktijk van de handcommunie verwierp:
“De Opperste Pontifex oordeelde dat de aloude manier van het uitreiken van de Heilige Communie aan de gelovigen [op de tong] niet mag veranderd worden. De Apostolische Stoel spoort bisschoppen, priesters en gelovigen aan deze wet, die geldig is en opnieuw werd bevestigd volgens het oordeel van de meerderheid van het Katholieke episcopaat, godvruchtig na te leven, in de vorm die de huidige ritus van de heilige liturgie voorziet, en uit bezorgdheid voor het algemeen welzijn van de Kerk.”
De ruime meerderheid van het toenmalige mondiale episcopaat was tegen de handcommunie, en de Paulus VI bevestigde dit. Helaas,… liet hij een kleine opening, en mochten de bisschoppen in de gebieden waar reeds handcommunie was geïntroduceerd, een dispensatie vragen, indien 2/3 meerderheid ervoor was, en indien er “ernstige redenen” waren, waarna de H. Stoel hun beslissing zou beoordelen. Maar Kardinaal Knox, toenmalig Prefect van de Congregatie van de Goddelijke Eredienst, was vrij laks in het verlenen van deze dispensaties, waardoor de handcommunie zich als een kankergezwel uitzaaide in de hele Kerk. Want zoals altijd, als een deur op een kiertje komt, gaat die na korte tijd wagenwijd open.
Maar de Hemel liet dit niet zomaar gebeuren, en is sinds 1965 talloze keren tussengekomen via verschillende zieners wereldwijd, waarbij boodschappen werden gegeven, waarin bekend werd gemaakt dat de handcommunie niet de goedkeuring heeft van Hierboven. Ik moet zelf toegeven: ik heb ook de handcommunie laten varen door zo’n boodschap, zo’n privé-openbaring. Dat was voor mij, en voor de familie, de doorslag om voortaan de H. Communie op de tong te ontvangen, ondanks scheve blikken en een woedende pastoor. En in een Tridentijnse Mis – waar ik sinds een aantal jaar regelmatig naartoe ga – bestaat er geen handcommunie.
Ook toen ik in 2017 in Riga, Letland was (een land dat achter het IJzeren Gordijn lag), zag ik dat daar de H. Mis, zoals hier, nu in de volkstaal werd gecelebreerd (het Lets), maar verder was alles gebleven zoals het was: een Communiebank, knielbanken, priesters in soutane, enz… en iedereen knielde tijdens de consecratie en iedereen ontving de H. Communie geknield en op de tong. Een onvergetelijke ervaring!
Uiteraard is niemand verplicht privé-openbaringen (die niet door de Kerk zijn goedgekeurd) te geloven, maar het is aangeraden ze in overweging te nemen als ze overeen stemmen met de H. Schrift en de traditie van de Kerk.
Indien nu een priester denkt dat hij “moet” de H. Communie in de hand geven omdat hij anders ongehoorzaam is aan de bisschop, maar daar eigenlijk principieel tegen is, dan kan hij eigenlijk gerust zeggen tegen zijn bisschop dat de handcommunie een gevolg van ongehoorzaamheid, ontrouw en rebellie is, en hij daar niet aan wenst mee te doen, omdat zijn geweten dat niet toe laat.
De handcommunie, die sinds de introductie ervan voor ontelbare heiligschennissen heeft gezorgd, is er gekomen door ongehoorzaamheid. Moet men dan gehoorzaam zijn aan ongehoorzaamheid? Of moet men niet veeleer ingaan tegen deze ongehoorzaamheid, deze daad van rebellie ongedaan maken, eerherstel brengen, en terugkeren naar de traditie? Naar wat God wil?
De gewone mensen weten niet beter, omdat ze het “zo geleerd hebben,” maar de priester kan in een homilie eens uitvoerig spreken over de heilige Eucharistie, de Werkelijke Tegenwoordigheid, en de vereiste eerbied die men moet hebben voor Jezus Christus in de Heilige Hostie. En daar kan men het eens hebben over de wijze van ontvangen van de H. Communie – en hoe die handcommunie er nu eigenlijk gekomen is: niet doordat de Paus het verlangde, maar door rebellerende bisschoppen en kardinalen, die tégen de Paus in handelden.
Heb goede moed, als men strijdt voor de Waarheid, voor eerbied en liefde voor de Heer in Zijn Heilig Sacrament, dan is Christus met u, en zult u een grote beloning ontvangen in het hiernamaals. We mogen niet bang zijn om “tegen de stroom in” te gaan. Want enkel door tegen de stroom van modernisme en lauwheid, onverschilligheid en laksheid in te gaan, kan er een ommekeer komen in de Kerk. Christus predikte ook geen laksheid, maar de radicale boodschap:
“Wie zijn kruis niet opneemt en Mij volgt, is Mij niet waardig.” (Matt. 10,38)
Graag wil ik dan ook mijn apostolaat van Eerherstel aan het Heilig Sacrament – dat op 4 juli 2017 de zegen kreeg van Mgr. Léonard – nogmaals promoten.
Wie dat wenst kan lid worden van het Broederschap van Eerherstel aan het H. Sacrament. Doel is om een klein leger van biddende en eerherstelbrengende mensen uit te bouwen – om het zo bedroefde hart van Jezus te troosten.
wat wordt van de leden verwacht?
- Kniel voor het Tabernakel als u een kerk binnen of buiten gaat, of als u het Tabernakel passeert in de kerk.
- Ga minstens wekelijks (zaterdagavond of zondag) naar de Mis om de H. Communie te ontvangen.
- Tracht tijdens de consecratie, als de Hostie en de Kelk worden omhoog geheven, in uzelf te zeggen: “Mijn Heer en mijn God.” (7 jaar aflaat)
- Ontvang de H. Communie op de tong, na een kniebuiging of op de knieën, met grote liefde en dankbaarheid.
- Draag de H. Communie op voor een intentie naar keuze, maar vergeet niet ook te denken aan de priesters.
- Bid dagelijks de akte van eerherstel.
- Bid (minstens) wekelijks de akte van toewijding aan het H. Sacrament.
- Bid (minstens) wekelijks de Litanie van het eerherstel.
- Tracht (minstens) wekelijks een kerk bezoeken en daar een moment in aanbidding voor het Tabernakel door te brengen.
- Probeer ook regelmatig uitgestelde aanbidding bij te wonen, indien mogelijk, dit is God zeer aangenaam.
Indien u deze 10 punten kunt beantwoorden (dit is écht een minimum), en u lid wil worden dan kunt u het formulier invullen dat u onderaan terugvindt. U krijgt dan gratis een gebedenboekje, met daarin de aktes en litanieën, samen met een folder en een prentkaart toegestuurd.
Daarenboven krijgt u een extra kaartje met daarop nog eens de puntjes en kunt u een speciaal labelpinnetje in de vorm van een monstransje krijgen, als teken van lidmaatschap:
Inschrijven kan HIER.
Het is belangrijk dat gelovigen de H. Communie ontvangen. Of dit op de hand of de tong gebeurt ,maakt niet uit. Het gaat om de ingesteldheid bij het ter Communie gaan. Er zijn andere zaken om zich druk over te maken.
Akkoord met Samuel.
Michaël, de katholieke Kerk is geen antiquariaat waar gewoonten uit het verleden dienen bevroren te worden tot aan het laatste oordeel. De essentie moet behouden blijven, die komt van Christus, en het bijkomstige kan veranderen. Jezus zal hoogstwaarschijnlijk bij zijn apostelen niet rondgegaan zijn om het heilige brood op hun tongen te gaan leggen.
In deze is respect voor de H. Communie het belangrijkste, en dat respect hangt zeker niet alleen af van de vraag of je de communie op de tong of de hand ontvangt. Beter zou zijn dat de priesters in de H. Mis regelmatig duidelijk maken dat men de Communie slechts mag ontvangen als men in staat van genade is, en men de leer van de Kerk volledig onderschrijft.
Dus bv. geen communie aan mensen die je in geen jaren in de kerk ziet, en ineens afkomen als er bv. een buur overleden is. Of geen communie aan mensen die kerkelijk huwden, gescheiden zijn en dan burgerlijk hertrouwd zijn met een ander. Als deze mensen naar voor komen bij de communiegang kan de priester hun met een kruis op het het voorhoofd tekenen, en een passende formule uitspreken. Priesters kunnen wil inroepen dat ze niet iedereen persoonlijk kennen.
Dank U Michaël, voor uw niet aflatende moedige getuigenis.
De reactie van Stinus en van een aantal anderen zijn intussen compleet afgezaagd en zo voorspelbaar. Moesten ze maar eens beseffen…
De ene keer schermen ze met uitspraken van de Paus, dan (zoals in dit geval) is de uitspraak van de Paus weer “niet relevant”. Zoals het hen uitkomt dus.
Stinus doet graag de uitspraak: “jullie weten het beter dan de Paus??”. Welnu, Stinus en consorten, lees het artikel eens goed, en wat de Pausen ons zeggen over de handcommunie, en kom me dan eens vertellen of jij het deze keer beter weet dan de Paus…
Laat je vooral niet ontmoedigen, Michaël, ook ik ontvang de communie enkel nog geknield en op de tong. En zoals ik op een vorige post al aanhaalde, enkel hier in onze Westerse kerken waar de lauwheid en onverschilligheid hoogtij viert, en waar men na de “viering” ook nog gezellig koffie gaat slurpen, in de Kerk nota bene, ontvangt men de communie in de hand. Quasi overal in het Oosten weet men nog wél hoe het moet.
☩JMJ☩
Kurt,
Ik raad u aan om lachwekkende novusordieten zoals Stinus (🤡) en Yukio (🤡) simpelweg te negeren, en niet op hun gekribbel te reageren, want hoe meer men op dergelijke figuren reageert, hoe veelvuldiger zij hun keer op keer opnieuw opgewarmde onzin hier uitbraken. Zij teren op aandacht. Zij zitten, overigens, met hun warhoofden nog in de jaren zestig en hebben nog steeds niet door wat er bij actieve Katholieken van jongere generaties aan het geschieden is; zij weten zelfs de actuele gesprekken onder dergelijke Katholieken niet te vinden op sociale media en blijven in de waan wandelen dat hun bespottelijke gedachtegang een toekomst zou hebben in de Kerk.
De novusordieten beweren dikwijls dat de handcommunie uit de Christelijke Oudheid komt, maar dat is niet zo. Zij menen zich te kunnen baseren op een tekst die toegeschreven wordt aan Sint Cyrillus van Jerusalem, maar de authenticiteit van die toeschrijving wordt betwist, en tegenover die tekst staan meerdere zekere bronnen die de tongcommunie als normatief bevestigen. Leken mochten de Eucharistische Christus alleen met de vingers aanraken wanneer dat noodzakelijk was om het Altaarsacrament, bijvoorbeeld, tegen kerkvervolgers te beschermen. Woestijnvaders die in hun gewijde eenzaamheid geen priesters aanwezig hadden (zij leefden soms als anachoreten in de woestijn), en die het Altaarsacrament mochten bewaren, gaven zichzelf bij wijze van uitzondering de H. Communie, maar op een manier waarbij zij Christus niet met hun blote handen aanraakten doordat Hij Zich op een linnen doek of een ander gewijd object bevond.
De hedendaagse praktijk van handcommunie komt niet uit de Christelijke Oudheid, maar werd rechtstreeks overgenomen van de protestanten die deze praktijk gecreëerd hadden als uiterlijk gebaar van ongeloof jegens het dogma van de Transsubstantiatie. De bedoeling van vrijmetselaars zoals Suenens was immers het beschadigen van de Katholieke Kerk van binnenuit.
Zou Stinus (🤡) al eens geprobeerd hebben om met zijn NO-ritus oosterse schismatici te bekeren bij wie het H. Sacrament door hun priesters in de mond gelegd wordt met een Kochliárion (een soort van liturgische gouden lepel)? Die lachen hem bulderend uit met zijn protestantse ingesteldheid.
Zowel de praktijk van handcommunie als de judeo-maçonnieke NO-ritus moeten volledig verwijderd worden uit de gebouwen van de Latijnse Kerk, want geen van beiden heeft recht van bestaan in die gebouwen. De Ritus van de HH. Apostelen Petrus en Paulus moet opnieuw overal erkend worden als de enige echte Romeinse Ritus, want een liturgie is alleen legitiem indien zij van minstens één Apostel afkomstig is. De traditionele Roomse Liturgie werd niet geschreven na het Concilie van Trente, maar werd toen slechts gecodificeerd door het Pausdom (zie “Quo Primum”) om deze Heilige Liturgie te beschermen tegen de aanvallen van de protestanten, geestesvaderen van de hedendaagse iconoclastische novusordieten.
Correctie: “en tegenover die tekst staan meerdere zekere bronnen die de tongcommunie als imperatief bevestigen.”
Beste Bart en Michaël ….,
Laat het vooral niet aan uw hart komen, je heb altijd wel eens mensen die het beter weten.
Dikwijls is zwijgen beter dan te discussiëren en deze persoon zijn vrijheid die hij van Christus – koning kreeg te aanvaarden, hij kan mogelijk zijn eigen weg voort zetten die hij verkoos te nemen.
Anderzijds moet onze mening ook kunnen aanvaarden en respecteren.
Mag ik Bart en Michaël geluk wensen met de goed geschreven stukken, het is voor mij een beetje terug thuiskomen.
Ook ik zelf door andere moedige zielen mij herpakt en de Heilige Hostie op de tong ontvangen, helaas knielen zit er niet meer bij – maar buigen des te meer.
Wat ik wel doe is mensen die bang hebben van de pastoor of andere gelovigen, deze aanbevelen hun handen gevouwen te houden.
Zo kan de pastoor niet anders de Heilige Hostie op uw tong te leggen, ik heb het zelf voorgehad met wijlen bisschop Daneels in de kathedraal van Antwerpen
Die weigerde de Heilige Hostie op mij tong te leggen en had mijn handen gevouwen,
dat hij zei terwijl iedereen het kom horen ” Gaat ge nu uw handen open doen”.
Mijn antwoord was voluit en duidelijk gezegd dat iedereen het kon horen, monsieur op de tong aub gelijk het hoort
Hij kon niet anders meer, ik zat in een rolstoel en had tijd.
laat u nooit door een geestelijke intimideren, blijf steeds kalm en begrijpend in de zin voor de Heer.
Ik jaren geleden in Meerseldreef Hoogstraten een mis bijgewoond, waar de priester weigerde de Heilige Hostie op de tong te leggen, uiteindelijk door standvastig te blijven staan kunnen ze niet anders, ze maken zichzelf compleet belachelijk.
Omdat gij zelf respect aan de dag wil leggen voor de Heer onze GOD en zei niet.
Dus gewoon doen of gaat met meerdere samen, dat geeft u meer moet, succes.
Dank u Michael voor de bemoediging.
Paris Chartres bedevaart bijvoorbeeld , met een goede 10.000 jongeren ( als het niet meer is) , toont het goede voorbeeld inzake het vroom ontvangen van Christus Koning.
Ik ben er zeker van dat het de goede God meer behaagt om Hem op de tong te ontvangen ( wat ik al geruime tijd nu doe ) en daarbij geknield. Maar soms durf ik tot mijn grote schaamte niet te knielen …. mijn arme ik…
Ik vind het spijtig dat men in de Novus Ordo missen de gelegenheid niet geeft aan de gelovigen om te knielen. Een bid -bankje , waarop men voor gelegenheid wel zouden kunnen knielen zou al een stap in de goede richting zijn.
Maar neen, zulks wordt niet aangemoedigd.
Daarom ga ik oa niet graag meer naar de Novus Ordo eucharistie’vieringen’. Voor mij is de Eucharistie geen maaltijd of een ‘laatste avondmaal herdenking’ maar het Onbloedig Offer van Onze Lieve Heer Jezus, waar het grootste mirakel is dat God zichzelf aan het schepsel geeft.
Beste Andre, ikzelf heb in het begin (toen ik uitsluitend naar NO-Missen ging) ook niet geknield, dat kwam pas later. De overgang van hand- naar tongcommuie was al een hele stap. In het begin waren vooral de boze blikken van de pastoors (die gewoon waren dat wij op de hand ontvingen) intimiderend. Maar de liefde voor Christus overwint. Daarna kwam kniebuiging vóór het ontvangen van de Communie op de tong. Nu doe ik het geknield (op één knie, want dan geraak je makkelijker weer recht), en kniel ik ook altijd tijdens de Consecratie (zaken die in een Trid. Mis allemaal vanzelfsprekend zijn). Als je er moeite mee hebt: niet erg, gewoon niet omkijken, niet rondkijken: gewoon ervoor gaan! Het geeft zoveel voldoening, en zoveel troost aan het Eucharistisch Hart van Jezus.
Iets Heiligs, daarvoor knielt een mens en blijft er met zijn vingers van af. Dat is alleen vanuit eigenwijsheid c.q. hoogmoed niet te aanvaarden. De goede innerlijke gesteldheid is evident maar het gebaar, zowel van de gever als de ontvanger is met de traditionele wijze van communiceren ontegenzeglijk eerbiediger en dáár gaat het om.
@Andre, ook in de Novus Ordo ritus kunt u de tongcommunie in de communiebank ontvangen. Even voor de mis vragen aan de betreffende priester. Evt. via de koster.
@Yukio, waarom reageert u nog op dit soort aantijgingen. U weet toch dat dit soort traditionalisten altijd gelijk hebben. Ze grijpen iedere gelegenheid aan om te ageren tegen Vaticanum II. Vervolgens komt er opnieuw een oeverloze discussie over de groei van de tridentijnse missen en de achteruitgang in de mainstreamkerk.
Dat er parochies zijn binnen de mainstreamkerk die een duidelijke groei laten zien wordt meteen aan de kant geschoven.
Francien, ach u hebt helemaal gelijk. Maar helaas, speculaas, de waarheid (c.q. het gezonde verstand) moet toch verdedigd worden. En het kost mij geen grote moeite.
Overigens moet de waarheid ook op politiek-cultureel niveau verdedigd worden. Te weinig mensen doen dat. Zo is de politieke correctheid ontstaan. Te weinig mensen hebben de waarheid verdedigd.
Francien,
Ik ben inderdaad geen traditionalist, noch sedevacantist, noch om het even welke ’tist ‘. Mijn gehele leven ben ik zondag naar de ‘eucharistieviering ‘ van mijn parochie geweest en heb altijd vertrouwen gegeven aan de ‘herders’ omdat ik mijn gehele leven professioneel bezig ben geweest. Tot wanneer men begint te ontdekken en te beseffen dat deze ‘herders’ manipuleren. Ik ben inderdaad wakker geschoten met de verandering van de tekst van het nederlandstalig Onze Vader.
Men vraagt niet aan de goede God dat Hij ons niet in beproeving brengt. it’s not done.
Dit is een MANIFESTE vervalsing van de authentieke katholieke tekst.
En wanneer een priester dan zegt dat wij Het Onze Vader bidden zoals onze voorouders het opzegden dan is dat een MANIFESTE manipulatie en een MANIFESTE leugen. In deze parochiekerk zet ik alvast geen voet meer.
Ik ga nu naar een betere katholieke kerk waar men wel spontaan kan knielen om Christus Koning te ontvangen. En het probleem van de slechte vertaling van het Onze Vader is ook opgelost omdat het in een andere taal is.
Francien, dank u wel voor de tip.
Maar ik ga niet meer – of heel zelden – naar de Novus Ordo (parochiale) missen al was het maar om het enkel feit dat leken met hun vuile handen het Heiligste der Heiligste uitdelen.
Ik kan het ook ‘werelds’ uitdrukken: Ik ga ook niet meer naar hotels waarbij het buffet-brood door (al-dan-niet) vuile handen betast zou kunnen worden.
In onze universele Katholieke kerk moet er heel veel veranderen. Ze moet HEILIGER en VURIGER worden. Er is geen andere uitweg. De huidige ‘paus’ is 1 van de slechtste ooit en de Amazone synode is een EVIDENTE manipulatie en een EVIDENTE klucht geweest. De huidige kerk moet terug ZUIVERDER en AUTHENTIEKER worden. verre van pachamama en van ‘alle religies zijn gewild door God’. Ja heel verre van.
De kerk moet mijn inziens ook niet terug ’traditioneler’ ‘ worden. Maar ze moet zuiverder en authentieker worden door alles te focussen op Jezus, de gekruisigde en verezene. Niets meer en niets minder.
Maar het komt: er gaat een tijd komen waar de WARE gelovige zal HUNKEREN naar AUTHENTICITEIT en ZUIVERHEID en geen enkele valsheid meer zal dulden. De nieuwe generatie gelovige begrijpt dat maar al te goed.
De bescherming en het zich laten leiden door O L Vrouw is daarbij ESSENTIEEL. Zij alleen geeft de waarborg van de ware God Jezus, Haar Zoon Jezus, goed te kunnen volgen.
Ik heb al een waar, overtuigend, bovennatuurlijk en mooi mirakel meegemaakt hoor Francien. Waarbij Onze Lieve Vrouwe mij daadwerkelijk geholpen heeft omdat ik het Haar gevraagd en gebeden had.
Welke verbetering geeft de staande handcommunie aan de geknielde tongcommnuie? Geen enkele, in tegendeel; heel de rij pak-hap-slikkende communiecanten én de uitreiker die de hosties aan sneltreintempo, vaak onvoorzichtig in alle handen ploft geven een profaan in plaats van een heilig getuigenis. Zij geven en nemen immers de hostie zoals men eender welke traktatie neemt, terwijl de geknielde tongcommunie een uniek gebaar is dat eerbied uitdrukt en alleen in de katholieke kerk(en) gepraktiseerd wordt. Alleen al daarom is de handcommunie vreemd, niet alleen aan de Kerk der eeuwen maar ook aan de oosterse kerken waar men de handcommunie verafschuwd. Over het “neemt en eet” zijn de geleerden het trouwens niet eens dus dat is geen argument. Lees bijvoorbeeld eens iets van bisschop Athanasius Schneider. Ook kardinaal Sarah, prefect van de congregatie voor de eredienst en de sacramenten, niet de eerste de beste dus, noemt de invoering van de handcommunie een satanische aanval op de Eucharistie. Dat gebeurt uiteraard altijd met mooie woorden, anders trapt niemand er in. Dat men bijvoorbeeld een oude praktijk in “ere” hersteld heeft met de handcommunie is niet waar. De communie op de hand was hier en daar in de vroege eeuwen anders en is al heel vroeg door de Kerk veroordeeld. Laat ons dan toch minstens vertrouwen hebben in onze eigen Kerk zeg!
Het gaat hier niet om iemands innerlijke gesteltenis, dat die goed moet zijn is evident. Het gaat om het gebaar: het knielen voor God, die in de Hostie, evenzeer als in de Hemel, in al Zijn Majesteit aanwezig is. Dat ontvang je, geknield. Dat pak je niet in het voorbijgaan en je blijft er met je tengels van af. Is dat nu echt zo ontzettend moeilijk te aanvaarden? Ja, voor die ene die niet knielen kan, ja.
Inderdaad, in het Concilie van Saragozza werden diegenen die het nog waagden de Communie in de hand te ontvangen, bestraft met excommunicatie. De Kerk heeft er genoeg tegen opgetreden.
Hier een fragment uit een visioen van de Zaligverklaarde Duitse mystica Anna Katharina Emmerick: “Hij nam thans de plaat met de stukken brood en sprak: “Neem en eet, dat is mijn lichaam dat voor u gegeven wordt.” Zegenend bewoog Hij hierbij Zijn rechterhand over de plaat, en terwijl Hij dit deed, ging er een glans van Hem uit. Lichtend waren zijn woorden en eveneens de stukken brood, die als lichtende lichamen in de mond van de apostelen gleden. Het was alsof Hijzelf in hen binnendrong. Zij naderden paarsgewijze, en de een hield na de ander een klein, stijf en omzoomd dekkleedje, dat voordien onder de kelk had gelegen, onder de kin. ~Zalige Anna Katharina Emmerick (visioen over het Laatste Avondmaal). (https://eerherstelheiligsacrament.org/communie-in-de-hand/). Zowel zij bevestigde dat de Communie toen op de tong werd gegeven, als die duivels bij dat exorcisme (op bevel van de bisschop van Chur) in Duitsland in 1975.
Hoe zou de Heilige Maagd het H. Sacrament ontvangen hebben? Staande en in de hand? Of knielend en op de tong?… Overwegen wij even haar oneindige en nooit te evenaren nederigheid. Tegen de Italiaanse mystica D. Marasco (niet door de Kerk erkend) zei de Heer: “Er is geen engel, die staande zou blijven bij het Mij ontvangen en houden jullie je groter dan de Engelen? Nee, het meest verheven gebed, dat jullie Mij kunnen aanbieden, is eigenlijk een houding van nederigheid en diepe verering aan de voet van Mijn Heilig Altaar.” (27 november 1995). Als dit geen waarheid is?!
Het gaat primair om de gezindheid van het hart die bepaalt of je O.L.Heer eerbiedig ontvangt. Daarom is wie in de juiste gesteldheid zus of zo ontvangt niet ‘beter’ dan een ander.
Hoewel enkel opgegroeid met de handcommunie, zou ik desondanks niet (langer) durven beweren dat handcommunie en tongcommunie – objectief bezien – hetzelfde zijn. Zó lang is het nog niet geleden dat we tijdens een gezinsretraite de Hostie uit een mandje moesten graaien, als betrof het een grabbelton. Mensen gaan met evenveel gemak ter communie als ze in de kerkbank neerploffen. Iets klopt er niet. Wanneer het sacrale er totaal vanaf gesleten is, dan is het slechts een kwestie van tijd vooraleer men het helemáál laat afweten. Dat is evident. Bij de bakker krijg je bij wijze van spreken het broodje in ieder geval nog aangereikt en het gaat nog sneller ook. En wat er dan nog overblijft (bidden), och, dat kun je ook thuis doen.
« L’attitude d’un adulte, qui se met à genoux et ouvre la bouche pour se laisser nourrir comme un enfant, correspond, de façon très heureuse et très impressionnante aux admonitions des Pères de l’Église sur le comportement qu’il faut avoir durant la Sainte Communion, à savoir ‘cum amore ac timore’ ». (Mgr A. Schneider, Dominus est. « Pour comprendre le rite de communion pratiqué par Benoît XVI », 96 pages. Editions Tempora, 11, rue due Bastion Saint-François – 66000 Perpignan)
https://www.youtube.com/watch?v=Jii6NCfTW68
U hebt helemaal gelijk! Maar de vraag was hoe men in de vroege Kerk communiceerde. Tongcommunie kwam voor, maar de de normale gang van zaken was op de hand. In Europa was zo’n beetje tussen 400 en 900 de standaard om op de hand te communiceren. Op internet kun je dit allemaal in grote, onderbouwde artikelen nalezen.
B en JvR (en anderen reactionaire meelopers) komen altijd met delen van de waarheid (en hier en daar met verkeerd begrepen en verzonnen feiten). En ze concipiëren alles vanuit een ideologisch frame. Dit alles presenteren ze als hadden ze het gezag van de Paus. Maar zoals ik vaker heb gezegd, zolang geschiedenis (en filosofie en theologie) niet wetenschappelijk worden bedreven is het in deze domeinen ‘anything goes.’ Vergeet niet dat onder de schismatieke Duitse bisschoppen veel geleerde theologen zitten. Daarom heeft Rome altijd het laatste woord.
Nogmaals, de Kerk heeft met het goedkeuren van de liturgie van het Neo-catechumenaat de handcommunie officieel/expliciet bevestigd. Duidelijker kan het niet.
Tot niemand heeft niemand dit bestreden (wel negeert men dit gegeven) en wordt er – m.n. door B. – onbeschoft verder gescholden op mensen die gewoon (of als ‘loyaal opposant’) het leergezag van de Katholieke Kerk gehoorzamen.
☩JMJ☩
De handcommunie is objectief een inbreuk op het goddelijk recht en een heiligschennis. Heiligschennis getuigt nooit van een goede, eerbiedige ingesteldheid. Wie die nefaste praktijk fanatiek verdedigt verkondigt simpelweg zijn ongeloof jegens de Transsubstantiatie.
Niet vergeten, mensen: De Katholieke doctrine leert dat de kleinste partikel van de Hostie de volledige Christus is; Hij is niet “aanwezig in het brood”, maar het brood werd helemaal, substantieel, vervangen door Hemzelf. De handcommunicant waagt het dus om de Tweede Persoon van de Allerheiligste Drievuldigheid tussen zijn wijsvinger en zijn duim te houden; als een soort van Nimrod grijpt hij naar God en probeert hij zich te transformeren tot Zijn meerdere. Wie deze waanzin verdedigt moet mij niet komen vertellen dat dit een “nutteloos theologisch debat” zou zijn dat de liefde tot God eclipseert; in de mens die de Almachtige zó benadert zoals handcommunicanten doen is de liefde tot God geweken.
De priester draagt het Goddelijk Slachtoffer met zijn gewijde handen in Persona Christi; Christus draagt dus Zijn Lichaam en dient het toe aan de gelovigen via de instrumentaliteit van de priester. Waarom moeten priesterhanden volgens handcommunicanten gewijd worden, gezien zij beweren dat iedereen toch maar ongestoord het Allerheiligst Sacrament met de vingers mag betasten? In de authentieke Traditie mogen zelfs diakenen de geconsacreerde Hostie niet aanraken, maar alleen de kelk.
Hier zijn nogal wat fanatici van de mondcommunie aan het schrijven, soms in een bombastische (🤡) of bezwerende stijl, alsof je ziel en zaligheid afhangt van de wijze waarop je de communie ontvangt. Dat is belachelijk en naast de kwestie.
Het belangrijke is dat je eerbied hebt voor de heilige communie, en dat kan zowel met de communie op de hand als de communie op de tong het geval zijn. Zoals ik boven schreef zijn er heel andere zaken veel belangrijker bij het communiceren, en die gaan dan over de vraag of je leeft volgens de geboden, en of je de kerkelijke leer onderschrijft (bv. geen publiciteit maakt voor abortus) enzovoort. Daar zit het probleem, namelijk dat de communie dikwijls uitgereikt wordt aan mensen die zich niet als katholiek gedragen maar wel naar voor komen tijdens de communiegang. Paulus klaagt in zijn brieven reeds over zulke mensen, en het probleem is dus niet nieuw.
Hierboven wordt er zelfs een concilie bijgesleept om ons te waarschuwen dat we misschien wel zouden kunnen geëxcommuniceerd worden als we de communie op de hand ontvangen. Mensenlief toch. Ik schreef al dat in een concilie leerstellige teksten goedgekeurd worden, teksten die de essentie van het geloof betreffen, en die eeuwig gelden. Maar er worden soms ook richtlijnen uitgevaardigd voor een bepaalde tijd, bv. om misbruiken tegen te gaan, de vroomheid van de gelovigen aan te moedigen, de gelovigen meer te betrekken bij het gebeuren van de Mis, enzovoort. Zulke zaken kunnen in de loop van de tijd bijgesteld of gewijzigd worden. En dan kan het gaan over de communie op de hand, de tong, het gebruik van de volkstaal in de Mis, enzovoort.
Maar wat maken mensen toch problemen … In elke katholieke ritus kan iedereen toch kiezen of je de communie op de tong of op de hand wil ontvangen. Mensen die grote schrik hebben dat ze door de paus geëxcommuniceerd zouden kunnen worden moeten er goed op letten de communie zeker op de tong te ontvangen en zich niet te vergissen !!!!! 🙂
Sommigen willen de katholieke Kerk tot een instituut herleiden waar met pijnlijke nauwkeurigheid bepaalde bijkomstige gewoonten uit het verleden moeten in stand gehouden worden tot aan het einde der tijden. Niet zo verstandig. Het doet denken aan de christelijk-protestantse Amish sociëteit in Amerika. De katholieke Kerk moet je niet herleiden tot een antiquiteitenmagazijn dat met bijkomstigheden bezig is.
Goeie genade, meneer Stinus. Hebt u nu echt een eikenhouten plaat voor uw hoofd? Doorgaans reageer ik niet op u, maar dit keer maakt u het wel héél gortig. Zie a.u.b. het getuigenis van bisschop Schneider over deze kwestie. Je hart moet wel van steen zijn om dat naast he neer te leggen. Alstublieft, kniel en ontvang de communie op de tong. Dit maakt een immens verschil.
Heel goed gezegd beste Bart, mijnheer Stinus moet zich maar eens gedragen zoals Onze Lieve Heer Jezus het graag heeft.
Het is per slot van rekening is het zijn wil , niet de onze en dat mijnheer Stinus er maar zijn eigen zin mee doet.
Mijnheer Stinus is ons geen verantwoording verschuldigd, des te meer aan Onze Geliefde Schepper, dat hij daar maar eens zijn zeg gaat doen.
Laat ons het woord van God verkondigen AUB dan te kibbelen, dank U
Bart, ik stel voor dat we het voorstel van Benjamin gewoon volgen en hem vanaf nu, elke reactie opnieuw, compleet negeren. Hij voegt nooit, op geen enkel moment ook maar iets wezenlijks of nuttigs toe aan dit forum. (een verwijzing naar een goed artike, een link naar een goed boek, een stukje Kerkgeschiedenis…) Zijn enige doel hier lijkt eeuwige tegenspraak met zijn eeuwig zelfde afgezaagde riedeltje dat we nu onderhand wel kunnen dromen. Ik zal vanaf nu enkel nog reageren op goeie reactie die de moeite waard zijn, van mensen die écht een toegevoegde waarde hebben.
Bij deze, ik hoop dat er veel mogen volgen. Misschien kan hij verder gaan trollen op Kerknet met gelijkgestemde zielen voor wie alles peis en vree is in de Kerk…
Ik volg jullie ook , Kurt, Bart en Benjamin.
Bovendien volg ik ook Michael ( waarvoor dank voor zijn bemoediging ter mijner attentie ) en zal ik voortaan KNIELEN bij het ontvangen van mijn Heer en mijn God. Graag jullie gebed om sterkte – waarvoor dank.
Het wordt tijd dat we beginnen te strijden om Onze geliefde Heer!
En wel op een manier zoals het Hem het meest behaagt: tongcommunie + geknield . En natuurlijk in staat van genade.
En ik hoop dat de leken-handcommunicanten tot inzicht komen en voortaan afblijven van Jezus Eucharistie – zoals Benjamin hierboven heeft verwoord. Het is de goede strijd , beste gelovigen! Moge alle lezers tot inzicht komen.
Ook wil ik in het bijzonder Jacob de Meerdere bedanken voor zijn indrukwekkende, bemoedigende en zeer warme getuigenis ! hierboven dd 26 november 19:51u . Dank u wel geachte heer Jacob.
En laten we – ja via internet gaan de ware gelovigen elkaar vinden – voor elkaar bidden.
Beste André dat heel graag gedaan en met heel liefde en warmte, zoals u zijn er nog.
Ook Hubert Michaël Bart enz… zijn allemaal een voor een mensen/kinderen Gods, met de nodige liefde en warmte voor elkaar.
Daar wil ik nu niet direct mijnheer Stinus gaan afschieten als geen warm persoon, maar hij is toch wel wat anders en wij ben ik om te oordelen over Gods kinderen, laat dat maar aan God over.
Wel zeg ik dat mijnheer Stinus maar eens goed met Onze Lieve Heer zou moet spreken en vragen, hoe dat hij het allemaal ziet.
Ben er zeker van dat Heer Jezus/de Heilige Geest door ingeving het wel te weten komen,
mijnheer Stinus bij ons hebben ze KBC bank en hun slogan is ” spreken dat helpt”.
Laten wij ons klein maken mijnheer Stinus, gelijk een klein kindje aan zijn papa vraagt.
Papa ( Heer Jezus) hoe zou gij dat oplossen of hoe beziet gij dat, het is een kwestie u als kindje van de Schepper durven klein te maken beste mijnheer Stinus en wedde dat ge hem aan de lijn hebt.
Blijven geloven en U klein maken en spreek met Uw Heer en Uw Schepper, hij verlang naar uw vragen, spreken met God kan en moeten wij allen doen.
Voorbeeld; Ik mijnheer Stinus kind van de Heer en Geestelijke Papa, krijgt goesting in een lekkere kop koffie.
Deel die toch met de Heer en zeg, ” Heer Jezus ik ga een lekkere koffie zetten, doet een klein dank gebedje en vraag of uw koffie wil zegenen en meedrinken, maar ook om hem te verbeteren en te vermenigvuldigen, zeg ook mag ik deze koffie opofferen aan de hemel. dat is God erkennen. Uw dagelijkse beslommeringen en zorgen delen met God.
Ik heb dit geleerd van Vasulla Ryden. Vasulla deelt zowat alles met God, tot een bepaalde dag Vasulla weg moest, ze komt in de hat van haar woning doet de voordeur open stap buiten en in haar wagen stappen.
Zegt Vasulla o nee Vasulla terug naar binnen en ja mijnheer Stinus zei Vasulla, Heer wat staat gij hier nog te doen en HEER Jezus wachten op U Vasulla.
Heer Jezus zei haar ik test u hoe trouw ge aan mij zijt, maar ik wist al dat mij zou vragen om met u mee te rijden en dat is eigenlijk de les.
VRAAG IJ ALLES UW HEER, BETREK HEM IN ALLES WAAR GE MEE BEZIG ZIJT, HIJ WIL DOOR ONS ZIJN KINDEREN IN ALLES BETROKKEN WORDEN? GEEN ENKEL VRAAG IS HEM TEVEEL EN HIJ HOUD HEEL VEEL VAN ZIJN KINDEREN WIJ DUS.
Dit is voor iedereen maar ook voor onze mijnheer Stinus broederke, God weet kan hoort ziet en wacht vooral op ons, tot wij naar beneden komen en zeggen papa help ons, dat wil hij zien en horen van ons.
in grote universum ben ik en u een schakeltje een zandkorrel, wij zijn geen goden en ik zou ook niet willen zijn, zijn verantwoordelijkheid is zo immens groot dat ik zeg Papa doet maar gelijk gij wilt en ook zeg maar wat ge van mij wilt.
Dit heb ik met veel liefde geschreven voor mijnheer Stinus onze broeder en zoon van God, ook is dit voor de andere die het nog niet wisten.
Laten wij vooral de wijze lessen van Heer Jezus niet vergeten en niet steeds beledigd of verstaan voelen, geef het aan de Heer of aan zijn geliefde moeder, al wat ge aan mama vraagt zal wel mee helpen
Hierboven staan enkele reacties van mensen die denken dat hun zaligheid pas verzekerd is als ze de heilige communie op de tong ontvangen en zeker niet op de hand. Geen enkel stevig argument weten ze te vertellen. Vasulla Ryden wordt er nog bij gesleurd … Blijkbaar is de christelijke openbaring niet genoeg om de waarheid te achterhalen, zodat er eigenaardige figuren moeten bijgehaald worden “om ons voor te lichten”.
De zaken liggen toch niet zo moeilijk. Je mag enkel te communie gaan als je in volle gemeenschap met de heilige katholieke Kerk leeft, in staat van genade, en het communiceren zelf moet op een eerbiedige manier gebeuren. En in de katholieke Kerk kan dat nu zowel door de communie te ontvangen op de tong, als op de hand.
Het is onzin het katholicisme te willen herleiden tot een verzameling van bijkomstige regeltjes uit een ver verleden. Misschien moeten sommigen wel Jezus zelf en de apostelen op de vingers tikken 🙂 want op het laatste avondmaal zal Jezus zeker geen communie op de tong uitgereikt hebben ; het gebeurde bij een maaltijd. Nochtans is het laatste avondmaal het oervoorbeeld voor alle heilige missen (“Doe dit tot mijn gedachtenis”).
Ik ken zeer diepgelovige mensen die met grote eerbied de Heer in hun handpalm ontvangen en het komt mij niet toe om hen te veroordelen of betweterig terecht te wijzen. Wie wel?
Desondanks valt er objectief gezien, afgezien derhalve van innerlijke gesteldheid, persoonlijke voorkeur of regeltjes van toen, misschien iets te zeggen over de handcommunie, beste Stinus. Ik vertaal hier vrij naar de argumentatie die Mgr. Schneider elders op ‘You Tube’ bezigt.
Fragmenten breken af in je hand of bij het vastpakken, vallen op de grond of gaan anderszins verloren. Bij het ‘indopen’ van de hostie in de kelk, zoals op sommige plaatsen gebruikelijk is, zou ik bovendien wel eens willen weten hoeveel druppels/bloedvlekken er op de grond achter blijven. In elk daarvan is de Heer nochtans volledig present, zo geloven wij. Die handelswijze verdraagt zich eigenlijk niet met de zorgvuldige reiniging van pateen en kelk en kan om dezelfde reden ook niet als muggenzifterij worden afgedaan. (of ben ik naar de jongste stand van zaken nu een fundamentalist 😉
Geconsacreerde Hosties worden in toenemende mate gestolen; iets wat bij handcommunie nu eenmaal meer voor de hand ligt. U zoudt de eerste niet zijn die ons Heer al plakkend met of zonder kauwgum onder uw kerkbank aantreft.
De houding waarin we Hem aldus ontvangen getuigt, liturgisch gezien, van een absoluut minimalisme. Is het u nooit opgevallen dat er bij begrafenissen etc. regelmatig kerkgangers zijn die niet eens (meer) weten hoe ze Hem moeten vastpakken of ontvangen? Het vastnemen en in de mond stoppen van het Allerheiligste evenaart bovendien de gebruikelijke wijze waarop we huis-tuin-en-keuken voedsel tot ons nemen, is met andere woorden nogal banaal en bijgevolg ontspeend van sacraliteit. De tranen die Schneiders moeder plengde en waarvan hij in het hiervoor vermelde videofragment getuigt, kan ik mij eerlijk gezegd goed voorstellen; temeer gezien de wijze waarop onder meer binnen de Orthodoxe Kerk gecommuniceerd wordt.
Graag laat ik tot slot nog een keer de H. Chrysostomus aan het woord. Misschien dat het grote respect waarmee hij het Eucharistisch mysterie beschrijft, tevens wat meer model mag staan voor de wijze waarop medegelovigen elkaar op dit forum bejegenen:
“Consider with what honor you have been honored; at what Table you feast. That which the Angels tremble to behold, and dare not gaze upon because of Its flashing brightness. It is with This we are nourished, to This we are joined; made one Body and One Flesh with Christ.”
“These gifts set before us do not come from human power. He Who then made them at that Supper, the Same now makes what is here before us.”
Foutje, zo loopt de zin beter: ‘Die handelswijze verdraagt zich eigenlijk niet met de zorgvuldige reiniging van pateen en kelk en EEN KRITISCHE BENADERING DAARVAN kan om dezelfde reden niet als muggenzifterij worden afgedaan.’
Knielen en tongcommunie is een beweging van het hart – een hart dat verbonden is met Jezus.
Eigenlijk hoeft hier geen discussie over te zijn! De bijbel staat vol hoe een zondaar naar Jezus ging om te smeken voor genezing, om hem te verlossen van bekoringen door onze zonde, dat was allemaal een houding van nederigheid en kleinheid! Wie zijn wij om dan recht te blijven staan en dan Jezus bloederig offer die Hij ons heeft gegeven aan het kruis (voor vergeving voor onze zonde) te ontvangen in de handen? Dat kun je alleen maar als je hart te veel naar de wereld gericht is en nog niet helemaal toegankelijk is voor de overvloedige liefde en barmhartigheid van Jezus.
Ik zou de hostie niet meer staand kunnen ontvangen zonder kniebuiging, omdat ik spontaan door mijn knieën ga, mijn hart laat het niet meer toe dat ik deze ontvang al staand en in de hand. Dat heeft niemand mij moeten zeggen of vertellen, dat heeft de grote leermeester Jezus mij zelf geleerd tijdens mijn omvorming in de Heilige Eucharistie en mijn stille inkeer momenten van gebed!
Dank je wel Lotje, heel herkenbaar. Iemand die de ware toedracht begint te begrijpen van hoe Jezus zichzelf offerde, en hoe Jezus ook nog eens zo goed is dat Hij tegen ons zegt: “Je mag MIJN Bloed en MIJN Lijden aan de Vader opdragen ter vergeving van JOUW zonden”, kan niet anders dan zich onmetelijk nietig en onmetelijk dankbaar voelen voor een goedheid die wij, kleine mensen onmogelijk kunnen evenaren. Dat is geen ingewikkelde Theologie. Dat is de Theologie van het ten volle begrijpen van hoe Jezus zich offerden en nog steeds offert, voor ons, ondankbare zondaars. En hoe wij daar nooit genoeg dankbaar voor kunnen zijn.
En DAT is het moment dat je pas ten volle begrijpt wat Jezus voor ons doet, elk Heilig Misoffer opnieuw. Nederigheid en dankbaarheid, meer kunnen wij hem dan niet schenken. En dat is ook het moment dat je het Lichaam van Christus niet staand meer KAN ontvangen. Het liefst zou je soms plat op je buik gaan, wenend van dankbaarheid, voor Jezus’ offer omwille van onze zonde en ondankbaarheid. Dat hoeft geen priester of Bisschop te komen zeggen dan, het is dan, zoals jij het zo mooi verwoordt, ‘een beweging van het hart, een hart dat verbonden is met Jezus’.
“Een beweging van het hart”. Mooi gezegd Lotje. Dit vat alles samen. De beweging van het lichaam die zich verenigd met de beweging van het nederig hart.
Beste Kurt: Je tekst:
Het liefst zou je soms plat op je buik gaan, wenend van dankbaarheid, voor Jezus’ offer omwille van onze zonde en ondankbaarheid.
Heel mooi geschreven en ook herkenbaar!!
De priesters, bisschoppen en religieuzen zouden dit ook moeten herkennen, want bij hun wijding gaan ze plat op de buik. Ik vermoed dat heel veel priesters, bisschoppen en religieuzen niet beseffen waarom ze daar bij hun wijding op de grond hebben gelegen.
Zouden ze wel weten dat dit een sterk gebaar is van de volledige overgave aan God?
Als ze in Belgen hadden geweten waarom ze daar tegen de grond liggen bij hun wijding, onze kerk zou er heel wat zuiverder zijn. Nu is het op vele plaatsen één groot rovershol geworden.
☩JMJ☩
Een goede mentale oefening voor diegenen die nog vasthouden aan de praktijk van handcommunie en de rituele structuur van de NO in het algemeen is om zich voor te stellen dat de glorie van God zichtbaar als een wolk over een kerkgebouw zou komen zoals ten tijde van het koningschap van Salomo gebeurde met de toen pas gebouwde Tempel. Als in die omstandigheden een priester in de nabijheid van die kerk het H. Sacrificie van de Mis zou gaan opdragen, dan zou het onvoorstelbaar zijn dat deze priester zich met een NO-houding zou gedragen; dat zou een waanzinnig zicht zijn. Bij dergelijke zichtbare tekenen van Godswege keert men zich niet om naar het aanwezig volk om “Goeiemorgen, iedereen! Welkom bij de Mis!” te roepen, maar valt men plat ter aarde in reverentie tot de Allerheiligste Drievuldigheid. Welnu, de geconsacreerde Hostie is de Heer der heren en de Koning der koningen, voor Wiens Aanschijn de Serafim zich het gelaat bedekken, en Die troont op de Cherubim! Indien men het engelenschaar met de fysieke ogen zou kunnen zien dat het Allerheiligst Misoffer in aanbidding omringt, dan zou men God niet als een koffiekoek durven behandelen.
In 2 Paralipomenon 6, 13 staat dat Salomo op zijn knieën ging zitten en zijn handen ten hemel ophief; neem het als zeker aan dat dit “met de rug naar het volk” geschiedde, zoals de modernisten in de Kerk het noemen. Van Sint Jacobus de Rechtvaardige, neef van Christus Koning en eerste Bisschop van Jerusalem, werd gezegd dat de huid van zijn knieën hard was van het voortdurend knielend bidden.
Wij, Katholieken, bidden trouwens gericht naar het oosten, en volgens Sint Thomas van Aquino doen wij dat omdat de Heer Jezus Christus vanuit het oosten zal wederkeren.
Inderdaad, Lotje, Benjamin, Bart…
Ik lees bij Stinus:
“De katholieke Kerk moet je niet herleiden tot een antiquiteitenmagazijn dat met bijkomstigheden bezig is.”
Je vraagt je dan af hoe zo iemand werkelijk denkt over het Lichaam van Christus… “Antiquariaat” en “bijkomstigheid”…
Moesten deze woorden nu komen van een protestant, zou ik het nog kunnen vergeven, in de zin van: “hij weet niet beter”. Maar spijtig genoeg zijn er zo heel veel Katholieken.
Hiervan getuige onderstaand interview met Pater Nicolas Buttet.
https://www.didoc.be/nl/papers/543-de-transsubstantiatie-een-centraal-dogma-van-het-katholieke-geloof
Hoe verder je groeit in je geloof, hoe meer je tot besef komt dat wat Jezus voor ons gedaan heeft, van een orde is die wij gewoon niet kunnen vatten. Ik hoorde onlangs de volgende vergelijking. Stel je voor dat je schuldig wordt bevonden voor allerlei misdaden. Je wordt veroordeeld tot marteling, doornenkroning, een pijnlijke vernederende afmattende tocht, terwijl iedereen je slaat en bespuugd, om uiteindelijk aan het kruis genageld te worden en daar te sterven. Stel je voor…
En stel je voor dat er iemand zou zijn die je dan zou zeggen: “weet je, je mag vrijuit gaan, en ik zal deze martelgang wel op mij nemen. Ik zie je zo graag, dat ik jouw schuld op mij neem, en jouw vreselijke straf ga ondergaan, zelfs al weet ik dat ik er uiteindelijk aan zal sterven… Het enige dat ik je vraag, is dat je je leven betert, en dat je voortaan een beter mens wordt…”
Hoe zou je je voelen? Zou je zo’n offer ooit kunnen bevatten, begrijpen? Zou je ooit nog één slecht woord over je lippen kunnen krijgen over deze persoon? Zou je hem niet de rest van je schamele leven alle dagen op je twee blote knietjes dankbaar zijn??
Welnu, dit is EXACT wat Jezus voor ons allemaal gedaan heeft. Hij heeft ons niet alleen het leven gered door zelf aan het Kruis te sterven, hij belooft ons ook nog eens het eeuwige leven! Hij zegt ons vanop het kruis, in al zijn pijn en lijden: “ik offer mij op, voor jouw eeuwig heil, en daar bovenop mag jij mijn lijden en bloed offeren tot vergeving van jouw zonden.” (Hemelse Vader, ik offer U op, het lichaam en bloed, de ziel en de Godheid van Uw welbeminde Zoon, Jezus Christus, tot vergeving van onze zonden en die van de hele wereld…)
Kan je je een grotere liefde voorstellen??” Kan je je dit, menselijkerwijs überhaupt voorstellen??
Als je dit begrijpt, begrijp je ook veel beter wat een genade we (telkens opnieuw) krijgen van Jezus. Als de priester ons na onze biecht onze zonden vergeeft, is dat niet “zomaar, gratis.” Tot vergeving van die zonden heeft Jezus geleden! En nog geen beetje! En nog steeds! Tijdens elke Heilige mis offert Jezus zich opnieuw tot vergeving van onze zonden!
In deze zin moeten we het ook begrijpen waarom de biecht zo belangrijk is, en waarom we in staat van genade moeten zijn als we het altaar naderen om te communie te gaan. Jezus’ offer zou zinloos zijn, als wij, overladen van vuiligheid van de zonde, zelfs zonder berouw de Hostie ontvangen…
Maar volgens sommigen is dan het “uiterlijke teken van nederigheid” waarmee je Jezus wil ontvangen, van geen belang. Een “bijkomstigheid”…
Elke Katholiek die ten volle een WARE bekering heeft meegemaakt, zal dit beseffen, en zal, na de communie, niet liever willen, dan in stilte, en onuitsprekelijke dankbaarheid nog een hele poos bij Onze Lieve Heer willen verblijven.
Helaas is dat bijna niet meer mogelijk. Want als de koster niet al snel de deuren wil sluiten, staat de koffie wel klaar, zoals in een aantal parochies nu het geval is. En staan de “gelovigen” vrolijk lachend onnozele kletskoek te verkopen, in de Kerk nota bene, Onder het kruis!! Alles onder het mom van “samen vieren”… Als je daar kritiek op levert, krijg je het verwijt en purist te zijn, of zoals Stinus het noemt, een antiekeling.
Ik bid voor mensen als Stinus, die vast zitten in hun eigen moderne denkwereldje, dat zij ooit echt mogen verlicht worden om dit ten volle te mogen snappen , voelen en beseffen. Beseffen dat het knielen voor de communie niets te maken heeft met “antieke regeltjes”, maar met een onuitsprekelijke dankbaarheid, in het volle besef van eigen nietigheid, zondigheid, zwakheid.
Mensen die een bijna-doodervaring meemaakten, spreken wel eens van zo’n onvoorstelbaar, niet te vatten licht, een allesomvattende liefde… Maar ook almachtig… God…
Moest je morgen oog in oog staan met die almachtige God, zou je hem dan gewoon een hand geven, of zou je op je knietjes vallen en hem vragen of hij zich in al zijn goedheid over jou zou willen ontfermen?? Welnu, elke keer wij het Lichaam van Christus ontvangen, staan wij in feite oog in oog met onze Heiland, onze redder.
Aan U om te beslissen hoe U hem gaat ontvangen…
https://www.lifesitenews.com/blogs/debunking-the-myth-that-todays-communion-in-the-hand-revives-an-ancient-custom
De foto hierboven demonstreert hoe het er NIET aan toe mag gaan bij de handcommunie. Die vrouwen schijnen bezig te zijn alsof ze wat snoepjes uitdelen, en ze daar nog een grapje als toemaatje cadeau bij geven. Dat getuigt niet van eerbied. Maar ik heb nog nooit zoiets zien gebeuren, dus de foto is waardeloos als “bewijs” dat de communie op de hand niet deugt.
Voorts vind ik dat bij voorkeur de priester(s) zelf de communie moet(en) uitdelen, en ze moet(en) durven weigeren in sommige gevallen.
De foto hierboven demonstreert hoe het er NIET aan toe mag gaan bij de handcommunie. Die vrouwen schijnen bezig te zijn alsof ze wat snoepjes uitdelen, en ze daar nog een grapje als toemaatje cadeau bij geven. Dat getuigt niet van eerbied. Maar ik heb nog nooit zoiets zien gebeuren, dus de foto is waardeloos als “bewijs” dat de communie op de hand niet deugt.
Voorts vind ik dat bij voorkeur de priester(s) zelf de communie moet(en) uitdelen, en ze moet(en) durven weigeren in sommige gevallen.
De foto hierboven demonstreert hoe het er NIET aan toe mag gaan bij de handcommunie. Die vrouwen schijnen bezig te zijn alsof ze wat snoepjes uitdelen, en ze daar nog een grapje als toemaatje cadeau bij geven. Dat getuigt niet van eerbied. Maar ik heb nog nooit zoiets zien gebeuren, dus de foto is waardeloos als “bewijs” dat de communie op de hand niet deugt.
Voorts vind ik dat bij voorkeur de priester(s) zelf de communie moet(en) uitdelen, en ze moet(en) durven weigeren in sommige gevallen.
De foto hierboven demonstreert hoe het er NIET aan toe mag gaan bij de handcommunie. Die vrouwen schijnen bezig te zijn alsof ze wat snoepjes uitdelen, en ze daar nog een grapje als toemaatje cadeau bij geven. Dat getuigt niet van eerbied. Maar ik heb nog nooit zoiets zien gebeuren, dus de foto is waardeloos als “bewijs” dat de communie op de hand niet deugt.
Voorts vind ik dat bij voorkeur de priester(s) zelf de communie moet(en) uitdelen, en ze moet(en) durven weigeren in sommige gevallen.
De foto hierboven demonstreert hoe het er NIET aan toe mag gaan bij de handcommunie. Die vrouwen schijnen bezig te zijn alsof ze wat snoepjes uitdelen, en ze daar nog een grapje als toemaatje cadeau bij geven. Dat getuigt niet van eerbied. Maar ik heb nog nooit zoiets zien gebeuren, dus de foto is waardeloos als “bewijs” dat de communie op de hand niet deugt.
Voorts vind ik dat bij voorkeur de priester(s) zelf de communie moet(en) uitdelen, en ze moet(en) durven weigeren in sommige gevallen.
De foto hierboven demonstreert hoe het er NIET aan toe mag gaan bij de handcommunie. Die vrouwen schijnen bezig te zijn alsof ze wat snoepjes uitdelen, en ze daar nog een grapje als toemaatje cadeau bij geven. Dat getuigt niet van eerbied. Maar ik heb nog nooit zoiets zien gebeuren, dus de foto is waardeloos als “bewijs” dat de communie op de hand niet deugt.
Voorts vind ik dat bij voorkeur de priester(s) zelf de communie moet(en) uitdelen, en ze moet(en) durven weigeren in sommige gevallen.
Is de tongcommunie niet gevaarlijk i.v.m het overbrengen van ziektekiemen? Ik werk in de zorg, daar wordt van mij verwacht dat ik mijn handen ontsmet en met handschoenen aan mensen verzorg. Ik zie de priester dit niet doen. Hij wast zijn handen met water, legt op iedere tong een communie, komt dus onherroepelijk in aanraking met het speeksel. Dat vervolgens bij de volgende in de mond wordt gestopt en dat in onze tijd, waarin mensen zich als vlooien gedragen! Meneer x komt uit Ethiopë, mevrouw y is naar de Maladiven geweest, meneer q naar Bolivia. Welke besmettingshaarden zitten er in de kerk? Is daar wel eens over nagedacht? Ik weet het niet hoor. Uit gezondheidsoogpunt denk ik dat de handcommunie zo gek nog niet is. Uit religieus oogpunt begrijp ik dat mensen voor de tongcommunie kiezen. Zelf denk ik er sterk over terug te gaan naar de handcommunie. Juist omdat ik amderen niet wil besmetten.
Je hebt helemaal gelijk, Francine! Trouwens, waarom zou de tong heiliger zijn dan de hand? In de bijbel wordt vaak niet veel goeds gezegd over de tong.
Maar Francien toch.. Wat een wereldse uitleg over besmettingsgevaar. Er is niets zuiverder dat je kan ontvangen zonder dat je besmet zou raken door ziektekiemen of wat dan ook. Het lichaam van Christus (hostie) kan me niet verontreinigen met wat dan ook, zelfs de priester als hij in zware zonde zou leven of vuile handen zou hebben kan het lichaam van Christus niet verontreinigen. Geen enkele ziektekiem of zware zonde of welke zonde dan ook kan Jezus verontreinigen. Wij kunnen alleen ons zelf verontreinigen door te blijven volharden in de zonde en één van deze zonde is Jezus oneerbiedig ontvangen met je handen, omdat de wereldse gedachtegoed van alles denkt dat niets meer met het hemelse te maken heeft. Het kwade kan nogal mensen op een dwaalspoor brengen, nu zijn het weer ziektekiemen.. Maar, Francien toch.. 🙂
☩JMJ☩
De priester raakt de tong van de communicant niet aan. Ervaren priesters kunnen de Hostie op de tong leggen zonder de tong aan te raken, hetgeen ook de bedoeling moet zijn; een priester moet dit kunnen. In de NO-ritus zal de tongcommunie waarschijnlijk slordiger geschieden dan in de tridentijnse ritus, gezien de tongcommunie daar meestal als iets exceptioneels behandeld wordt terwijl het in de tridentijnse ritus de enige praktijk is.
Dat handenschudden in de NO-ritus tijdens de winter, met al die snothanden, dát zal ongetwijfeld veel besmettingsgevaar bezitten.
Interessante tekst over knielen en tongcommunie die niet van mij is..
Er zijn in de tijd van en na het Concilie groepen in de Rooms-Katholieke Kerk actief geweest die geprobeerd hebben het knielen uit het hoofd te praten. Het zou niet horen bij een mondige mens, het zou niet betamen voor een verloste mens. Wel, die individuen zullen zich misschien inspireren aan de Grieken en de Romeinen die het knielen afwezen. Toch is het knielen een uiting van een diepere kennis en ervaring van God. Het knielen komt niet vanuit een of andere cultuur, nee, het komt vanuit de Bijbel: “Alle knie zal buigen op aarde, onder de aarde en in de hemel”. Kardinaal Ratzinger schrijft letterlijk: “De H. Lucas is op bijzondere wijze de theoloog van het geknield bidden. Hij meldt ons dat Jezus in de olijfhof op Zijn knieën bad. Jezus eigent Zich als het ware de val van de mens toe, laat zich in diens gevallenheid neervallen bidt vanuit de uiterste diepte van de menselijke verlatenheid en nood tot Zijn Vader. Hij legt Zijn wil in de Goddelijke Wil. Hij neemt alle weigering van de menselijke wil op zich en maakt die helemaal door. Juist deze omvorming tot eenheid van de menselijke wil met de Wil van God is de kern van onze verlossing.” Ook wij werpen ons neer en knielen en erkennen hiermee dat wij ‘gevallenen’ zijn. Wij knielen zoals Jezus neer voor het geheim van de aanwezige macht van God, wetend dat het Kruis de ware brandende struik is waarvoor Mozes zijn schoeisel moest uitdoen, de plaats waar de vlam van Gods liefde brandt, maar niet vernietigt.
Een mens is een zintuiglijk wezen. Door zijn houding, zijn gebaren, zijn gelaat drukt hij uit wat er inwendig in hem omgaat, hoe hij de dingen benadert of hoe hij de dingen beleeft. Daarbij hoort in de eredienst het knielen voor de almacht van God. Het knielen als lichamelijke uiting is drager van een geestelijke betekenis. Het lichamelijke gebaar en de geestelijke handeling gaan bij het knielen onscheidbaar in elkaar over. Het is de houding van de tollenaar die weet dat hij eigenlijk de aanblik van God niet kan verdragen en zich daarom diep buigt. Vanuit de diepte van ons tekortschieten hopen wij dat God ons zal oprichten en ons in staat zal stellen Hem eens te aanschouwen. Wanneer een mens die kan knielen zegt te aanbidden en niet wil knielen, bij die mens zal de daad van aanbidding vlug uitdoven, omdat het puur geestelijke niet past bij het wezen van de mens die lichaam én geest is. Bij de Hebreeën gold de knie voor kracht. Knielen is het buigen van onze kracht voor de levende God en erkennen dat, alles wat wij zijn, van Hem komt. In het knielen buigt de mens zich, volgens het woord in de Hebreeënbrief: “Zie naar Jezus, de aanvoerder en voltooier van ons geloof”. (Hebr. 12,2 vgl. 3,1). De Handelingen van de Apostelen vertellen ons over de marteldood van Stefanus. Hij wordt als eerste bloedgetuige getekend als navolger van Jezus, wanneer hij zegt: “Heer, reken hun deze zonde niet aan”. Hij spreekt deze woorden knielend uit. Het toont aan dat de eerste martelaar met zijn knielen binnentreedt in het bidden van Jezus.
De christelijke liturgie is een kosmische liturgie, omdat zij de knie buigt voor de gekruisigde en verrezen Heer. Dit deemoedige gebaar waarmee wij de Heer te voet vallen, plaatst ons op de ware levensbaan van het heelal. Zo drukt onze paus het uit: “Wie durft geloven, leert ook knielen van binnenuit en een geloof of een liturgie die het knielen niet meer kent, is in de kern ziek. Waar het verloren gegaan is, moeten we het knielen weer leren, opdat wij biddend verblijven in de gemeenschap van de apostelen en de martelaren, in de gemeenschap van de hele kosmos en zo in de eenheid met Jezus Christus zelf”. (p.146)
De bekende schrijver Jean Guitton schreef in de Osservatore Romana van 23 juli 1977: “Wij zijn zolang een volk geweest dat knielde. De generatie waartoe ik behoor is verrast geweest dat de priesters zo zonder scrupules aanvaard hebben het tegengestelde te doen en te zeggen van wat zij zouden moeten doen en onderrichten”.
Maar na het Concilie was knielen schijnbaar niet meer nodig. Het evolueerde in vele kerken naar een zit-liturgie met soms een eucharistische selfservice.
Latijn
Zelfs de taal, het Latijn, was verheven en werd beschermd tegen persoonlijke inbreng. Overal ter wereld voelden christenen zich met elkaar verbonden en thuis wanneer zij een H. Mis bijwoonden. Het Latijn stond als liturgische taal boven alle aanpassing. Zo werden verkeerd vertaalde en/of geïnterpreteerde teksten van de H. Schrift uitgesloten. De Latijnse tekst werd in de liturgie – niet vanuit het Concilie! – vervangen door de volkstaal. Latijn werd weliswaar niet door iedereen verstaan, maar de gelovige begreep de diepte van de gebeden. Zoals E. H. Herroelen het eens zei tijdens een vastenconferentie in onze kerk: “Het Latijn, de mensen verstonden het niet, maar ze begrepen het. Nu, met de volkstaal, verstaan ze het, maar ze begrijpen het niet meer”.
Communie
De handcommunie werd ingevoerd en verspreidde zich zonder toelating van Rome. En met de handcommunie verdwenen zienderogen het respect voor het H. Sacrament en het geloof erin. Moeder Teresa van Calcutta (+1998) noemde de handcommunie het grootste kwaad in de crisis van de Kerk.
Op het ogenblik dat men de H. Communie ontvangt moet men knielen.”
H. Paus Pius X, Catechismus, +1914
“De Heilige Instellingen aanraken is een privilege van de gewijden.”
Paus Johannes Paulus II, 1980
“Het grootste kwaad in de crisis van de Kerk is de moderne vorm van het ontvangen van de H. Communie: staande op de hand.”
H. Moeder Teresa van Calcutta, +1998
“Tijden van bloei of verval in de geschiedenis van de Kerk waren altijd verbonden met de wijze waarop de Heilige Eucharistie benaderd werd.”
H. John Fischer, kardinaal en martelaar, +1535
Geknielde tongcommunie de norm
“Het geknield en op de tong ontvangen van de Communie laat de waarheid van de Werkelijke Tegenwoordigheid in de H. Eucharistie duidelijk naar voren komen, helpt de eerbied van de gelovige en introduceert gemakkelijker de zin voor het mysterie… het is urgent de heiligheid van het Sacrament te benadrukken en te ontdekken”.
Mgr. Guido Marini, pauselijk ceremoniemeester, Osservatore Romano, 26 juni 2008
„In de Apocalyps vertelt St. Johannes dat hij zich neerwierp ter aanbidding voor de voeten van Gods Engel, nadat hij gezien en gehoord had, wat die hem openbaarde (Ap. 22,8). Zich neerwerpen of neerknielen voor de majesteit van de aanwezigheid van God, als gebaar van nederige aanbidding, was een gewoonte van eerbetoon dat Israel altijd koesterde voor de tegenwoordigheid van de Heer. … Diezelfde traditie is terug te vinden ook in het Nieuwe Testament, waar men leest dat Petrus voor Jezus neerknielde (Luk. 5, 8), dat Jairus voor Jezus neerknielde om Hem te vragen zijn dochter te genezen (Luk. 8, 41), dat de Samaritaan, die teruggekeerd was om Jezus te bedanken, voor Hem neerknielde, en dat Maria, de zuster van Lazarus, voor Jezus neerknielde om Hem te vragen haar broer tot leven te herroepen (Joh. 11, 32)”
“Nauw verbonden met deze traditie was de overtuiging, dat de Heilige Tempel te Jeruzalem de woonplaats was van God Zelf, en dat men daarom in de Tempel uitwendige houdingen diende aan te nemen, die een diep gevoel van deemoed en eerbied in aanwezigheid van de Heer uitdrukten. Ook in de Kerk, de diepe overtuiging dat onder de Eucharistische Gedaanten de Heer waarlijk en werkelijk tegenwoordig is, en, tegelijkertijd, de toenemende gewoonte om de Heilige Communie in het Tabernakel te bewaren, droegen erbij, dat men voor de Eucharistische Heer met een houding van deemoedige aanbidding ging knielen.”
“Overigens, de H. Thomas van Aquino had de Eucharistie reeds als ‘latens Deitas’ (verborgen Godheid) beschreven (bijvoorbeeld, in de hymne ‘Adoro Te devote’). Het geloof, dus, in de Werkelijke Tegenwoordigheid van Christus in het Allerheiligste Sacrament des Altaars behoorde toen al tot het wezen van het geloof van de Katholieke Kerk, en was een onmisbaar onderdeel van de katholieke identiteit. Het was toen al duidelijk, dat men de Kerk niet kon opbouwen indien het geloof daarin op de geringste wijze aangetast was.”
“Om die reden moest de Eucharistie – het brood, dat wezenlijk veranderd is in het Lichaam van Christus, en de wijn in het Bloed van Christus – God met ons – ontvangen worden met bewondering, met de grootste eerbied en met een houding van deemoedige aanbidding. Paus Benedictus XVI, met verwijzing naar de woorden van de H. Augustinus – ‘niemand mag dat Vlees nuttigen, tenzij hij Het eerst heeft aanbeden; wij zouden zondigen door Het niet te aanbidden’ – benadrukt, dat ‘het ontvangen van de Eucharistie betekent dat wij ons in houding van aanbidding stellen ten opzichte van Hem Die wij ontvangen … enkel in aanbidding kan een diepe en echte ontvangst rijp worden’”.
Interessante tekst die niet van mij is.
Er zijn in de tijd van en na het Concilie groepen in de Rooms-Katholieke Kerk actief geweest die geprobeerd hebben het knielen uit het hoofd te praten. Het zou niet horen bij een mondige mens, het zou niet betamen voor een verloste mens. Wel, die individuen zullen zich misschien inspireren aan de Grieken en de Romeinen die het knielen afwezen. Toch is het knielen een uiting van een diepere kennis en ervaring van God. Het knielen komt niet vanuit een of andere cultuur, nee, het komt vanuit de Bijbel: “Alle knie zal buigen op aarde, onder de aarde en in de hemel”. Kardinaal Ratzinger schrijft letterlijk: “De H. Lucas is op bijzondere wijze de theoloog van het geknield bidden. Hij meldt ons dat Jezus in de olijfhof op Zijn knieën bad. Jezus eigent Zich als het ware de val van de mens toe, laat zich in diens gevallenheid neervallen bidt vanuit de uiterste diepte van de menselijke verlatenheid en nood tot Zijn Vader. Hij legt Zijn wil in de Goddelijke Wil. Hij neemt alle weigering van de menselijke wil op zich en maakt die helemaal door. Juist deze omvorming tot eenheid van de menselijke wil met de Wil van God is de kern van onze verlossing.” Ook wij werpen ons neer en knielen en erkennen hiermee dat wij ‘gevallenen’ zijn. Wij knielen zoals Jezus neer voor het geheim van de aanwezige macht van God, wetend dat het Kruis de ware brandende struik is waarvoor Mozes zijn schoeisel moest uitdoen, de plaats waar de vlam van Gods liefde brandt, maar niet vernietigt.
Een mens is een zintuiglijk wezen. Door zijn houding, zijn gebaren, zijn gelaat drukt hij uit wat er inwendig in hem omgaat, hoe hij de dingen benadert of hoe hij de dingen beleeft. Daarbij hoort in de eredienst het knielen voor de almacht van God. Het knielen als lichamelijke uiting is drager van een geestelijke betekenis. Het lichamelijke gebaar en de geestelijke handeling gaan bij het knielen onscheidbaar in elkaar over. Het is de houding van de tollenaar die weet dat hij eigenlijk de aanblik van God niet kan verdragen en zich daarom diep buigt. Vanuit de diepte van ons tekortschieten hopen wij dat God ons zal oprichten en ons in staat zal stellen Hem eens te aanschouwen. Wanneer een mens die kan knielen zegt te aanbidden en niet wil knielen, bij die mens zal de daad van aanbidding vlug uitdoven, omdat het puur geestelijke niet past bij het wezen van de mens die lichaam én geest is. Bij de Hebreeën gold de knie voor kracht. Knielen is het buigen van onze kracht voor de levende God en erkennen dat, alles wat wij zijn, van Hem komt. In het knielen buigt de mens zich, volgens het woord in de Hebreeënbrief: “Zie naar Jezus, de aanvoerder en voltooier van ons geloof”. (Hebr. 12,2 vgl. 3,1). De Handelingen van de Apostelen vertellen ons over de marteldood van Stefanus. Hij wordt als eerste bloedgetuige getekend als navolger van Jezus, wanneer hij zegt: “Heer, reken hun deze zonde niet aan”. Hij spreekt deze woorden knielend uit. Het toont aan dat de eerste martelaar met zijn knielen binnentreedt in het bidden van Jezus.
De christelijke liturgie is een kosmische liturgie, omdat zij de knie buigt voor de gekruisigde en verrezen Heer. Dit deemoedige gebaar waarmee wij de Heer te voet vallen, plaatst ons op de ware levensbaan van het heelal. Zo drukt onze paus het uit: “Wie durft geloven, leert ook knielen van binnenuit en een geloof of een liturgie die het knielen niet meer kent, is in de kern ziek. Waar het verloren gegaan is, moeten we het knielen weer leren, opdat wij biddend verblijven in de gemeenschap van de apostelen en de martelaren, in de gemeenschap van de hele kosmos en zo in de eenheid met Jezus Christus zelf”. (p.146)
De bekende schrijver Jean Guitton schreef in de Osservatore Romana van 23 juli 1977: “Wij zijn zolang een volk geweest dat knielde. De generatie waartoe ik behoor is verrast geweest dat de priesters zo zonder scrupules aanvaard hebben het tegengestelde te doen en te zeggen van wat zij zouden moeten doen en onderrichten”.
Maar na het Concilie was knielen schijnbaar niet meer nodig. Het evolueerde in vele kerken naar een zit-liturgie met soms een eucharistische selfservice.
Latijn
Zelfs de taal, het Latijn, was verheven en werd beschermd tegen persoonlijke inbreng. Overal ter wereld voelden christenen zich met elkaar verbonden en thuis wanneer zij een H. Mis bijwoonden. Het Latijn stond als liturgische taal boven alle aanpassing. Zo werden verkeerd vertaalde en/of geïnterpreteerde teksten van de H. Schrift uitgesloten. De Latijnse tekst werd in de liturgie – niet vanuit het Concilie! – vervangen door de volkstaal. Latijn werd weliswaar niet door iedereen verstaan, maar de gelovige begreep de diepte van de gebeden. Zoals E. H. Herroelen het eens zei tijdens een vastenconferentie in onze kerk: “Het Latijn, de mensen verstonden het niet, maar ze begrepen het. Nu, met de volkstaal, verstaan ze het, maar ze begrijpen het niet meer”.
Communie
De handcommunie werd ingevoerd en verspreidde zich zonder toelating van Rome. En met de handcommunie verdwenen zienderogen het respect voor het H. Sacrament en het geloof erin. Moeder Teresa van Calcutta (+1998) noemde de handcommunie het grootste kwaad in de crisis van de Kerk.
Op het ogenblik dat men de H. Communie ontvangt moet men knielen.”
H. Paus Pius X, Catechismus, +1914
“De Heilige Instellingen aanraken is een privilege van de gewijden.”
Paus Johannes Paulus II, 1980
“Het grootste kwaad in de crisis van de Kerk is de moderne vorm van het ontvangen van de H. Communie: staande op de hand.”
H. Moeder Teresa van Calcutta, +1998
“Tijden van bloei of verval in de geschiedenis van de Kerk waren altijd verbonden met de wijze waarop de Heilige Eucharistie benaderd werd.”
H. John Fischer, kardinaal en martelaar, +1535
Geknielde tongcommunie de norm
“Het geknield en op de tong ontvangen van de Communie laat de waarheid van de Werkelijke Tegenwoordigheid in de H. Eucharistie duidelijk naar voren komen, helpt de eerbied van de gelovige en introduceert gemakkelijker de zin voor het mysterie… het is urgent de heiligheid van het Sacrament te benadrukken en te ontdekken”.
Mgr. Guido Marini, pauselijk ceremoniemeester, Osservatore Romano, 26 juni 2008
„In de Apocalyps vertelt St. Johannes dat hij zich neerwierp ter aanbidding voor de voeten van Gods Engel, nadat hij gezien en gehoord had, wat die hem openbaarde (Ap. 22,8). Zich neerwerpen of neerknielen voor de majesteit van de aanwezigheid van God, als gebaar van nederige aanbidding, was een gewoonte van eerbetoon dat Israel altijd koesterde voor de tegenwoordigheid van de Heer. … Diezelfde traditie is terug te vinden ook in het Nieuwe Testament, waar men leest dat Petrus voor Jezus neerknielde (Luk. 5, 8), dat Jairus voor Jezus neerknielde om Hem te vragen zijn dochter te genezen (Luk. 8, 41), dat de Samaritaan, die teruggekeerd was om Jezus te bedanken, voor Hem neerknielde, en dat Maria, de zuster van Lazarus, voor Jezus neerknielde om Hem te vragen haar broer tot leven te herroepen (Joh. 11, 32)”
“Nauw verbonden met deze traditie was de overtuiging, dat de Heilige Tempel te Jeruzalem de woonplaats was van God Zelf, en dat men daarom in de Tempel uitwendige houdingen diende aan te nemen, die een diep gevoel van deemoed en eerbied in aanwezigheid van de Heer uitdrukten. Ook in de Kerk, de diepe overtuiging dat onder de Eucharistische Gedaanten de Heer waarlijk en werkelijk tegenwoordig is, en, tegelijkertijd, de toenemende gewoonte om de Heilige Communie in het Tabernakel te bewaren, droegen erbij, dat men voor de Eucharistische Heer met een houding van deemoedige aanbidding ging knielen.”
“Overigens, de H. Thomas van Aquino had de Eucharistie reeds als ‘latens Deitas’ (verborgen Godheid) beschreven (bijvoorbeeld, in de hymne ‘Adoro Te devote’). Het geloof, dus, in de Werkelijke Tegenwoordigheid van Christus in het Allerheiligste Sacrament des Altaars behoorde toen al tot het wezen van het geloof van de Katholieke Kerk, en was een onmisbaar onderdeel van de katholieke identiteit. Het was toen al duidelijk, dat men de Kerk niet kon opbouwen indien het geloof daarin op de geringste wijze aangetast was.”
“Om die reden moest de Eucharistie – het brood, dat wezenlijk veranderd is in het Lichaam van Christus, en de wijn in het Bloed van Christus – God met ons – ontvangen worden met bewondering, met de grootste eerbied en met een houding van deemoedige aanbidding. Paus Benedictus XVI, met verwijzing naar de woorden van de H. Augustinus – ‘niemand mag dat Vlees nuttigen, tenzij hij Het eerst heeft aanbeden; wij zouden zondigen door Het niet te aanbidden’ – benadrukt, dat ‘het ontvangen van de Eucharistie betekent dat wij ons in houding van aanbidding stellen ten opzichte van Hem Die wij ontvangen … enkel in aanbidding kan een diepe en echte ontvangst rijp worden’”.
Klopt helemaal wat benjamin zegt. Daar waar de Hostie nog standaard knielend en op de tong ontvangen wordt, raakt men nooit de tong. De priester zet de Hostie als het ware verticaal op de tong, om ze dan naar beneden te laten zakken. Daar waar men deze gewoonte nog heeft (meestal tridentijnse ritus) wordt trouwens een schoteltje onder de kin gehouden. Partikels worden zo opgevangen en indien er toch een hostie per uitzondering zou vallen, wordt deze alsnog opgevangen. Bij priesters die deze gewoonte niet hebben, durft het inderdaad wel eens gebeuren dat het er stunteliger aan toe gaat, en dan kan contact tussen vingers en tong gebeuren.
Maar dan nog is het geen reden om ‘de meerderheid’ maar te volgen en toch de handcommunie te ontvangen. Ik moet hier spontaan denken aan een citaat van Bisschop Fulton Sheen.
“Right is right, even if nobody is right. Wrong is wrong, even if everybody is wrong”
Interessante tekst over het knielen en handcommunie!
Er zijn in de tijd van en na het Concilie groepen in de Rooms-Katholieke Kerk actief geweest die geprobeerd hebben het knielen uit het hoofd te praten. Het zou niet horen bij een mondige mens, het zou niet betamen voor een verloste mens. Wel, die individuen zullen zich misschien inspireren aan de Grieken en de Romeinen die het knielen afwezen. Toch is het knielen een uiting van een diepere kennis en ervaring van God. Het knielen komt niet vanuit een of andere cultuur, nee, het komt vanuit de Bijbel: “Alle knie zal buigen op aarde, onder de aarde en in de hemel”. Kardinaal Ratzinger schrijft letterlijk: “De H. Lucas is op bijzondere wijze de theoloog van het geknield bidden. Hij meldt ons dat Jezus in de olijfhof op Zijn knieën bad. Jezus eigent Zich als het ware de val van de mens toe, laat zich in diens gevallenheid neervallen bidt vanuit de uiterste diepte van de menselijke verlatenheid en nood tot Zijn Vader. Hij legt Zijn wil in de Goddelijke Wil. Hij neemt alle weigering van de menselijke wil op zich en maakt die helemaal door. Juist deze omvorming tot eenheid van de menselijke wil met de Wil van God is de kern van onze verlossing.” Ook wij werpen ons neer en knielen en erkennen hiermee dat wij ‘gevallenen’ zijn. Wij knielen zoals Jezus neer voor het geheim van de aanwezige macht van God, wetend dat het Kruis de ware brandende struik is waarvoor Mozes zijn schoeisel moest uitdoen, de plaats waar de vlam van Gods liefde brandt, maar niet vernietigt.
Een mens is een zintuiglijk wezen. Door zijn houding, zijn gebaren, zijn gelaat drukt hij uit wat er inwendig in hem omgaat, hoe hij de dingen benadert of hoe hij de dingen beleeft. Daarbij hoort in de eredienst het knielen voor de almacht van God. Het knielen als lichamelijke uiting is drager van een geestelijke betekenis. Het lichamelijke gebaar en de geestelijke handeling gaan bij het knielen onscheidbaar in elkaar over. Het is de houding van de tollenaar die weet dat hij eigenlijk de aanblik van God niet kan verdragen en zich daarom diep buigt. Vanuit de diepte van ons tekortschieten hopen wij dat God ons zal oprichten en ons in staat zal stellen Hem eens te aanschouwen. Wanneer een mens die kan knielen zegt te aanbidden en niet wil knielen, bij die mens zal de daad van aanbidding vlug uitdoven, omdat het puur geestelijke niet past bij het wezen van de mens die lichaam én geest is. Bij de Hebreeën gold de knie voor kracht. Knielen is het buigen van onze kracht voor de levende God en erkennen dat, alles wat wij zijn, van Hem komt. In het knielen buigt de mens zich, volgens het woord in de Hebreeënbrief: “Zie naar Jezus, de aanvoerder en voltooier van ons geloof”. (Hebr. 12,2 vgl. 3,1). De Handelingen van de Apostelen vertellen ons over de marteldood van Stefanus. Hij wordt als eerste bloedgetuige getekend als navolger van Jezus, wanneer hij zegt: “Heer, reken hun deze zonde niet aan”. Hij spreekt deze woorden knielend uit. Het toont aan dat de eerste martelaar met zijn knielen binnentreedt in het bidden van Jezus.
De christelijke liturgie is een kosmische liturgie, omdat zij de knie buigt voor de gekruisigde en verrezen Heer. Dit deemoedige gebaar waarmee wij de Heer te voet vallen, plaatst ons op de ware levensbaan van het heelal. Zo drukt onze paus het uit: “Wie durft geloven, leert ook knielen van binnenuit en een geloof of een liturgie die het knielen niet meer kent, is in de kern ziek. Waar het verloren gegaan is, moeten we het knielen weer leren, opdat wij biddend verblijven in de gemeenschap van de apostelen en de martelaren, in de gemeenschap van de hele kosmos en zo in de eenheid met Jezus Christus zelf”. (p.146)
De bekende schrijver Jean Guitton schreef in de Osservatore Romana van 23 juli 1977: “Wij zijn zolang een volk geweest dat knielde. De generatie waartoe ik behoor is verrast geweest dat de priesters zo zonder scrupules aanvaard hebben het tegengestelde te doen en te zeggen van wat zij zouden moeten doen en onderrichten”.
Maar na het Concilie was knielen schijnbaar niet meer nodig. Het evolueerde in vele kerken naar een zit-liturgie met soms een eucharistische selfservice.
Latijn
Zelfs de taal, het Latijn, was verheven en werd beschermd tegen persoonlijke inbreng. Overal ter wereld voelden christenen zich met elkaar verbonden en thuis wanneer zij een H. Mis bijwoonden. Het Latijn stond als liturgische taal boven alle aanpassing. Zo werden verkeerd vertaalde en/of geïnterpreteerde teksten van de H. Schrift uitgesloten. De Latijnse tekst werd in de liturgie – niet vanuit het Concilie! – vervangen door de volkstaal. Latijn werd weliswaar niet door iedereen verstaan, maar de gelovige begreep de diepte van de gebeden. Zoals E. H. Herroelen het eens zei tijdens een vastenconferentie in onze kerk: “Het Latijn, de mensen verstonden het niet, maar ze begrepen het. Nu, met de volkstaal, verstaan ze het, maar ze begrijpen het niet meer”.
Communie
De handcommunie werd ingevoerd en verspreidde zich zonder toelating van Rome. En met de handcommunie verdwenen zienderogen het respect voor het H. Sacrament en het geloof erin. Moeder Teresa van Calcutta (+1998) noemde de handcommunie het grootste kwaad in de crisis van de Kerk.
Op het ogenblik dat men de H. Communie ontvangt moet men knielen.”
H. Paus Pius X, Catechismus, +1914
“De Heilige Instellingen aanraken is een privilege van de gewijden.”
Paus Johannes Paulus II, 1980
“Het grootste kwaad in de crisis van de Kerk is de moderne vorm van het ontvangen van de H. Communie: staande op de hand.”
H. Moeder Teresa van Calcutta, +1998
“Tijden van bloei of verval in de geschiedenis van de Kerk waren altijd verbonden met de wijze waarop de Heilige Eucharistie benaderd werd.”
H. John Fischer, kardinaal en martelaar, +1535
Geknielde tongcommunie de norm
“Het geknield en op de tong ontvangen van de Communie laat de waarheid van de Werkelijke Tegenwoordigheid in de H. Eucharistie duidelijk naar voren komen, helpt de eerbied van de gelovige en introduceert gemakkelijker de zin voor het mysterie… het is urgent de heiligheid van het Sacrament te benadrukken en te ontdekken”.
Mgr. Guido Marini, pauselijk ceremoniemeester, Osservatore Romano, 26 juni 2008
„In de Apocalyps vertelt St. Johannes dat hij zich neerwierp ter aanbidding voor de voeten van Gods Engel, nadat hij gezien en gehoord had, wat die hem openbaarde (Ap. 22,8). Zich neerwerpen of neerknielen voor de majesteit van de aanwezigheid van God, als gebaar van nederige aanbidding, was een gewoonte van eerbetoon dat Israel altijd koesterde voor de tegenwoordigheid van de Heer. … Diezelfde traditie is terug te vinden ook in het Nieuwe Testament, waar men leest dat Petrus voor Jezus neerknielde (Luk. 5, 8), dat Jairus voor Jezus neerknielde om Hem te vragen zijn dochter te genezen (Luk. 8, 41), dat de Samaritaan, die teruggekeerd was om Jezus te bedanken, voor Hem neerknielde, en dat Maria, de zuster van Lazarus, voor Jezus neerknielde om Hem te vragen haar broer tot leven te herroepen (Joh. 11, 32)”
“Nauw verbonden met deze traditie was de overtuiging, dat de Heilige Tempel te Jeruzalem de woonplaats was van God Zelf, en dat men daarom in de Tempel uitwendige houdingen diende aan te nemen, die een diep gevoel van deemoed en eerbied in aanwezigheid van de Heer uitdrukten. Ook in de Kerk, de diepe overtuiging dat onder de Eucharistische Gedaanten de Heer waarlijk en werkelijk tegenwoordig is, en, tegelijkertijd, de toenemende gewoonte om de Heilige Communie in het Tabernakel te bewaren, droegen erbij, dat men voor de Eucharistische Heer met een houding van deemoedige aanbidding ging knielen.”
“Overigens, de H. Thomas van Aquino had de Eucharistie reeds als ‘latens Deitas’ (verborgen Godheid) beschreven (bijvoorbeeld, in de hymne ‘Adoro Te devote’). Het geloof, dus, in de Werkelijke Tegenwoordigheid van Christus in het Allerheiligste Sacrament des Altaars behoorde toen al tot het wezen van het geloof van de Katholieke Kerk, en was een onmisbaar onderdeel van de katholieke identiteit. Het was toen al duidelijk, dat men de Kerk niet kon opbouwen indien het geloof daarin op de geringste wijze aangetast was.”
“Om die reden moest de Eucharistie – het brood, dat wezenlijk veranderd is in het Lichaam van Christus, en de wijn in het Bloed van Christus – God met ons – ontvangen worden met bewondering, met de grootste eerbied en met een houding van deemoedige aanbidding. Paus Benedictus XVI, met verwijzing naar de woorden van de H. Augustinus – ‘niemand mag dat Vlees nuttigen, tenzij hij Het eerst heeft aanbeden; wij zouden zondigen door Het niet te aanbidden’ – benadrukt, dat ‘het ontvangen van de Eucharistie betekent dat wij ons in houding van aanbidding stellen ten opzichte van Hem Die wij ontvangen … enkel in aanbidding kan een diepe en echte ontvangst rijp worden’”.
Interessante tekst over het knielen en handcommunie!
Er zijn in de tijd van en na het Concilie groepen in de Rooms-Katholieke Kerk actief geweest die geprobeerd hebben het knielen uit het hoofd te praten. Het zou niet horen bij een mondige mens, het zou niet betamen voor een verloste mens. Wel, die individuen zullen zich misschien inspireren aan de Grieken en de Romeinen die het knielen afwezen. Toch is het knielen een uiting van een diepere kennis en ervaring van God. Het knielen komt niet vanuit een of andere cultuur, nee, het komt vanuit de Bijbel: “Alle knie zal buigen op aarde, onder de aarde en in de hemel”. Kardinaal Ratzinger schrijft letterlijk: “De H. Lucas is op bijzondere wijze de theoloog van het geknield bidden. Hij meldt ons dat Jezus in de olijfhof op Zijn knieën bad. Jezus eigent Zich als het ware de val van de mens toe, laat zich in diens gevallenheid neervallen bidt vanuit de uiterste diepte van de menselijke verlatenheid en nood tot Zijn Vader. Hij legt Zijn wil in de Goddelijke Wil. Hij neemt alle weigering van de menselijke wil op zich en maakt die helemaal door. Juist deze omvorming tot eenheid van de menselijke wil met de Wil van God is de kern van onze verlossing.” Ook wij werpen ons neer en knielen en erkennen hiermee dat wij ‘gevallenen’ zijn. Wij knielen zoals Jezus neer voor het geheim van de aanwezige macht van God, wetend dat het Kruis de ware brandende struik is waarvoor Mozes zijn schoeisel moest uitdoen, de plaats waar de vlam van Gods liefde brandt, maar niet vernietigt.
Een mens is een zintuiglijk wezen. Door zijn houding, zijn gebaren, zijn gelaat drukt hij uit wat er inwendig in hem omgaat, hoe hij de dingen benadert of hoe hij de dingen beleeft. Daarbij hoort in de eredienst het knielen voor de almacht van God. Het knielen als lichamelijke uiting is drager van een geestelijke betekenis. Het lichamelijke gebaar en de geestelijke handeling gaan bij het knielen onscheidbaar in elkaar over. Het is de houding van de tollenaar die weet dat hij eigenlijk de aanblik van God niet kan verdragen en zich daarom diep buigt. Vanuit de diepte van ons tekortschieten hopen wij dat God ons zal oprichten en ons in staat zal stellen Hem eens te aanschouwen. Wanneer een mens die kan knielen zegt te aanbidden en niet wil knielen, bij die mens zal de daad van aanbidding vlug uitdoven, omdat het puur geestelijke niet past bij het wezen van de mens die lichaam én geest is. Bij de Hebreeën gold de knie voor kracht. Knielen is het buigen van onze kracht voor de levende God en erkennen dat, alles wat wij zijn, van Hem komt. In het knielen buigt de mens zich, volgens het woord in de Hebreeënbrief: “Zie naar Jezus, de aanvoerder en voltooier van ons geloof”. (Hebr. 12,2 vgl. 3,1). De Handelingen van de Apostelen vertellen ons over de marteldood van Stefanus. Hij wordt als eerste bloedgetuige getekend als navolger van Jezus, wanneer hij zegt: “Heer, reken hun deze zonde niet aan”. Hij spreekt deze woorden knielend uit. Het toont aan dat de eerste martelaar met zijn knielen binnentreedt in het bidden van Jezus.
De christelijke liturgie is een kosmische liturgie, omdat zij de knie buigt voor de gekruisigde en verrezen Heer. Dit deemoedige gebaar waarmee wij de Heer te voet vallen, plaatst ons op de ware levensbaan van het heelal. Zo drukt onze paus het uit: “Wie durft geloven, leert ook knielen van binnenuit en een geloof of een liturgie die het knielen niet meer kent, is in de kern ziek. Waar het verloren gegaan is, moeten we het knielen weer leren, opdat wij biddend verblijven in de gemeenschap van de apostelen en de martelaren, in de gemeenschap van de hele kosmos en zo in de eenheid met Jezus Christus zelf”. (p.146)
De bekende schrijver Jean Guitton schreef in de Osservatore Romana van 23 juli 1977: “Wij zijn zolang een volk geweest dat knielde. De generatie waartoe ik behoor is verrast geweest dat de priesters zo zonder scrupules aanvaard hebben het tegengestelde te doen en te zeggen van wat zij zouden moeten doen en onderrichten”.
Maar na het Concilie was knielen schijnbaar niet meer nodig. Het evolueerde in vele kerken naar een zit-liturgie met soms een eucharistische selfservice.
Latijn
Zelfs de taal, het Latijn, was verheven en werd beschermd tegen persoonlijke inbreng. Overal ter wereld voelden christenen zich met elkaar verbonden en thuis wanneer zij een H. Mis bijwoonden. Het Latijn stond als liturgische taal boven alle aanpassing. Zo werden verkeerd vertaalde en/of geïnterpreteerde teksten van de H. Schrift uitgesloten. De Latijnse tekst werd in de liturgie – niet vanuit het Concilie! – vervangen door de volkstaal. Latijn werd weliswaar niet door iedereen verstaan, maar de gelovige begreep de diepte van de gebeden. Zoals E. H. Herroelen het eens zei tijdens een vastenconferentie in onze kerk: “Het Latijn, de mensen verstonden het niet, maar ze begrepen het. Nu, met de volkstaal, verstaan ze het, maar ze begrijpen het niet meer”.
Communie
De handcommunie werd ingevoerd en verspreidde zich zonder toelating van Rome. En met de handcommunie verdwenen zienderogen het respect voor het H. Sacrament en het geloof erin. Moeder Teresa van Calcutta (+1998) noemde de handcommunie het grootste kwaad in de crisis van de Kerk.
Op het ogenblik dat men de H. Communie ontvangt moet men knielen.”
H. Paus Pius X, Catechismus, +1914
“De Heilige Instellingen aanraken is een privilege van de gewijden.”
Paus Johannes Paulus II, 1980
“Het grootste kwaad in de crisis van de Kerk is de moderne vorm van het ontvangen van de H. Communie: staande op de hand.”
H. Moeder Teresa van Calcutta, +1998
“Tijden van bloei of verval in de geschiedenis van de Kerk waren altijd verbonden met de wijze waarop de Heilige Eucharistie benaderd werd.”
H. John Fischer, kardinaal en martelaar, +1535
Geknielde tongcommunie de norm
“Het geknield en op de tong ontvangen van de Communie laat de waarheid van de Werkelijke Tegenwoordigheid in de H. Eucharistie duidelijk naar voren komen, helpt de eerbied van de gelovige en introduceert gemakkelijker de zin voor het mysterie… het is urgent de heiligheid van het Sacrament te benadrukken en te ontdekken”.
Mgr. Guido Marini, pauselijk ceremoniemeester, Osservatore Romano, 26 juni 2008
„In de Apocalyps vertelt St. Johannes dat hij zich neerwierp ter aanbidding voor de voeten van Gods Engel, nadat hij gezien en gehoord had, wat die hem openbaarde (Ap. 22,8). Zich neerwerpen of neerknielen voor de majesteit van de aanwezigheid van God, als gebaar van nederige aanbidding, was een gewoonte van eerbetoon dat Israel altijd koesterde voor de tegenwoordigheid van de Heer. … Diezelfde traditie is terug te vinden ook in het Nieuwe Testament, waar men leest dat Petrus voor Jezus neerknielde (Luk. 5, 8), dat Jairus voor Jezus neerknielde om Hem te vragen zijn dochter te genezen (Luk. 8, 41), dat de Samaritaan, die teruggekeerd was om Jezus te bedanken, voor Hem neerknielde, en dat Maria, de zuster van Lazarus, voor Jezus neerknielde om Hem te vragen haar broer tot leven te herroepen (Joh. 11, 32)”
“Nauw verbonden met deze traditie was de overtuiging, dat de Heilige Tempel te Jeruzalem de woonplaats was van God Zelf, en dat men daarom in de Tempel uitwendige houdingen diende aan te nemen, die een diep gevoel van deemoed en eerbied in aanwezigheid van de Heer uitdrukten. Ook in de Kerk, de diepe overtuiging dat onder de Eucharistische Gedaanten de Heer waarlijk en werkelijk tegenwoordig is, en, tegelijkertijd, de toenemende gewoonte om de Heilige Communie in het Tabernakel te bewaren, droegen erbij, dat men voor de Eucharistische Heer met een houding van deemoedige aanbidding ging knielen.”
“Overigens, de H. Thomas van Aquino had de Eucharistie reeds als ‘latens Deitas’ (verborgen Godheid) beschreven (bijvoorbeeld, in de hymne ‘Adoro Te devote’). Het geloof, dus, in de Werkelijke Tegenwoordigheid van Christus in het Allerheiligste Sacrament des Altaars behoorde toen al tot het wezen van het geloof van de Katholieke Kerk, en was een onmisbaar onderdeel van de katholieke identiteit. Het was toen al duidelijk, dat men de Kerk niet kon opbouwen indien het geloof daarin op de geringste wijze aangetast was.”
“Om die reden moest de Eucharistie – het brood, dat wezenlijk veranderd is in het Lichaam van Christus, en de wijn in het Bloed van Christus – God met ons – ontvangen worden met bewondering, met de grootste eerbied en met een houding van deemoedige aanbidding. Paus Benedictus XVI, met verwijzing naar de woorden van de H. Augustinus – ‘niemand mag dat Vlees nuttigen, tenzij hij Het eerst heeft aanbeden; wij zouden zondigen door Het niet te aanbidden’ – benadrukt, dat ‘het ontvangen van de Eucharistie betekent dat wij ons in houding van aanbidding stellen ten opzichte van Hem Die wij ontvangen … enkel in aanbidding kan een diepe en echte ontvangst rijp worden’”.
Interessante tekst over de handcommunie en knielen!
Er zijn in de tijd van en na het Concilie groepen in de Rooms-Katholieke Kerk actief geweest die geprobeerd hebben het knielen uit het hoofd te praten. Het zou niet horen bij een mondige mens, het zou niet betamen voor een verloste mens. Wel, die individuen zullen zich misschien inspireren aan de Grieken en de Romeinen die het knielen afwezen. Toch is het knielen een uiting van een diepere kennis en ervaring van God. Het knielen komt niet vanuit een of andere cultuur, nee, het komt vanuit de Bijbel: “Alle knie zal buigen op aarde, onder de aarde en in de hemel”. Kardinaal Ratzinger schrijft letterlijk: “De H. Lucas is op bijzondere wijze de theoloog van het geknield bidden. Hij meldt ons dat Jezus in de olijfhof op Zijn knieën bad. Jezus eigent Zich als het ware de val van de mens toe, laat zich in diens gevallenheid neervallen bidt vanuit de uiterste diepte van de menselijke verlatenheid en nood tot Zijn Vader. Hij legt Zijn wil in de Goddelijke Wil. Hij neemt alle weigering van de menselijke wil op zich en maakt die helemaal door. Juist deze omvorming tot eenheid van de menselijke wil met de Wil van God is de kern van onze verlossing.” Ook wij werpen ons neer en knielen en erkennen hiermee dat wij ‘gevallenen’ zijn. Wij knielen zoals Jezus neer voor het geheim van de aanwezige macht van God, wetend dat het Kruis de ware brandende struik is waarvoor Mozes zijn schoeisel moest uitdoen, de plaats waar de vlam van Gods liefde brandt, maar niet vernietigt.
Een mens is een zintuiglijk wezen. Door zijn houding, zijn gebaren, zijn gelaat drukt hij uit wat er inwendig in hem omgaat, hoe hij de dingen benadert of hoe hij de dingen beleeft. Daarbij hoort in de eredienst het knielen voor de almacht van God. Het knielen als lichamelijke uiting is drager van een geestelijke betekenis. Het lichamelijke gebaar en de geestelijke handeling gaan bij het knielen onscheidbaar in elkaar over. Het is de houding van de tollenaar die weet dat hij eigenlijk de aanblik van God niet kan verdragen en zich daarom diep buigt. Vanuit de diepte van ons tekortschieten hopen wij dat God ons zal oprichten en ons in staat zal stellen Hem eens te aanschouwen. Wanneer een mens die kan knielen zegt te aanbidden en niet wil knielen, bij die mens zal de daad van aanbidding vlug uitdoven, omdat het puur geestelijke niet past bij het wezen van de mens die lichaam én geest is. Bij de Hebreeën gold de knie voor kracht. Knielen is het buigen van onze kracht voor de levende God en erkennen dat, alles wat wij zijn, van Hem komt. In het knielen buigt de mens zich, volgens het woord in de Hebreeënbrief: “Zie naar Jezus, de aanvoerder en voltooier van ons geloof”. (Hebr. 12,2 vgl. 3,1). De Handelingen van de Apostelen vertellen ons over de marteldood van Stefanus. Hij wordt als eerste bloedgetuige getekend als navolger van Jezus, wanneer hij zegt: “Heer, reken hun deze zonde niet aan”. Hij spreekt deze woorden knielend uit. Het toont aan dat de eerste martelaar met zijn knielen binnentreedt in het bidden van Jezus.
De christelijke liturgie is een kosmische liturgie, omdat zij de knie buigt voor de gekruisigde en verrezen Heer. Dit deemoedige gebaar waarmee wij de Heer te voet vallen, plaatst ons op de ware levensbaan van het heelal. Zo drukt onze paus het uit: “Wie durft geloven, leert ook knielen van binnenuit en een geloof of een liturgie die het knielen niet meer kent, is in de kern ziek. Waar het verloren gegaan is, moeten we het knielen weer leren, opdat wij biddend verblijven in de gemeenschap van de apostelen en de martelaren, in de gemeenschap van de hele kosmos en zo in de eenheid met Jezus Christus zelf”. (p.146)
De bekende schrijver Jean Guitton schreef in de Osservatore Romana van 23 juli 1977: “Wij zijn zolang een volk geweest dat knielde. De generatie waartoe ik behoor is verrast geweest dat de priesters zo zonder scrupules aanvaard hebben het tegengestelde te doen en te zeggen van wat zij zouden moeten doen en onderrichten”.
Maar na het Concilie was knielen schijnbaar niet meer nodig. Het evolueerde in vele kerken naar een zit-liturgie met soms een eucharistische selfservice.
Latijn
Zelfs de taal, het Latijn, was verheven en werd beschermd tegen persoonlijke inbreng. Overal ter wereld voelden christenen zich met elkaar verbonden en thuis wanneer zij een H. Mis bijwoonden. Het Latijn stond als liturgische taal boven alle aanpassing. Zo werden verkeerd vertaalde en/of geïnterpreteerde teksten van de H. Schrift uitgesloten. De Latijnse tekst werd in de liturgie – niet vanuit het Concilie! – vervangen door de volkstaal. Latijn werd weliswaar niet door iedereen verstaan, maar de gelovige begreep de diepte van de gebeden. Zoals E. H. Herroelen het eens zei tijdens een vastenconferentie in onze kerk: “Het Latijn, de mensen verstonden het niet, maar ze begrepen het. Nu, met de volkstaal, verstaan ze het, maar ze begrijpen het niet meer”.
Communie
De handcommunie werd ingevoerd en verspreidde zich zonder toelating van Rome. En met de handcommunie verdwenen zienderogen het respect voor het H. Sacrament en het geloof erin. Moeder Teresa van Calcutta (+1998) noemde de handcommunie het grootste kwaad in de crisis van de Kerk.
Op het ogenblik dat men de H. Communie ontvangt moet men knielen.”
H. Paus Pius X, Catechismus, +1914
“De Heilige Instellingen aanraken is een privilege van de gewijden.”
Paus Johannes Paulus II, 1980
“Het grootste kwaad in de crisis van de Kerk is de moderne vorm van het ontvangen van de H. Communie: staande op de hand.”
H. Moeder Teresa van Calcutta, +1998
“Tijden van bloei of verval in de geschiedenis van de Kerk waren altijd verbonden met de wijze waarop de Heilige Eucharistie benaderd werd.”
H. John Fischer, kardinaal en martelaar, +1535
Geknielde tongcommunie de norm
“Het geknield en op de tong ontvangen van de Communie laat de waarheid van de Werkelijke Tegenwoordigheid in de H. Eucharistie duidelijk naar voren komen, helpt de eerbied van de gelovige en introduceert gemakkelijker de zin voor het mysterie… het is urgent de heiligheid van het Sacrament te benadrukken en te ontdekken”.
Mgr. Guido Marini, pauselijk ceremoniemeester, Osservatore Romano, 26 juni 2008
„In de Apocalyps vertelt St. Johannes dat hij zich neerwierp ter aanbidding voor de voeten van Gods Engel, nadat hij gezien en gehoord had, wat die hem openbaarde (Ap. 22,8). Zich neerwerpen of neerknielen voor de majesteit van de aanwezigheid van God, als gebaar van nederige aanbidding, was een gewoonte van eerbetoon dat Israel altijd koesterde voor de tegenwoordigheid van de Heer. … Diezelfde traditie is terug te vinden ook in het Nieuwe Testament, waar men leest dat Petrus voor Jezus neerknielde (Luk. 5, 8), dat Jairus voor Jezus neerknielde om Hem te vragen zijn dochter te genezen (Luk. 8, 41), dat de Samaritaan, die teruggekeerd was om Jezus te bedanken, voor Hem neerknielde, en dat Maria, de zuster van Lazarus, voor Jezus neerknielde om Hem te vragen haar broer tot leven te herroepen (Joh. 11, 32)”
“Nauw verbonden met deze traditie was de overtuiging, dat de Heilige Tempel te Jeruzalem de woonplaats was van God Zelf, en dat men daarom in de Tempel uitwendige houdingen diende aan te nemen, die een diep gevoel van deemoed en eerbied in aanwezigheid van de Heer uitdrukten. Ook in de Kerk, de diepe overtuiging dat onder de Eucharistische Gedaanten de Heer waarlijk en werkelijk tegenwoordig is, en, tegelijkertijd, de toenemende gewoonte om de Heilige Communie in het Tabernakel te bewaren, droegen erbij, dat men voor de Eucharistische Heer met een houding van deemoedige aanbidding ging knielen.”
“Overigens, de H. Thomas van Aquino had de Eucharistie reeds als ‘latens Deitas’ (verborgen Godheid) beschreven (bijvoorbeeld, in de hymne ‘Adoro Te devote’). Het geloof, dus, in de Werkelijke Tegenwoordigheid van Christus in het Allerheiligste Sacrament des Altaars behoorde toen al tot het wezen van het geloof van de Katholieke Kerk, en was een onmisbaar onderdeel van de katholieke identiteit. Het was toen al duidelijk, dat men de Kerk niet kon opbouwen indien het geloof daarin op de geringste wijze aangetast was.”
“Om die reden moest de Eucharistie – het brood, dat wezenlijk veranderd is in het Lichaam van Christus, en de wijn in het Bloed van Christus – God met ons – ontvangen worden met bewondering, met de grootste eerbied en met een houding van deemoedige aanbidding. Paus Benedictus XVI, met verwijzing naar de woorden van de H. Augustinus – ‘niemand mag dat Vlees nuttigen, tenzij hij Het eerst heeft aanbeden; wij zouden zondigen door Het niet te aanbidden’ – benadrukt, dat ‘het ontvangen van de Eucharistie betekent dat wij ons in houding van aanbidding stellen ten opzichte van Hem Die wij ontvangen … enkel in aanbidding kan een diepe en echte ontvangst rijp worden’”.
Prachtig Lotje.
Ik lees bij Stinus i.v.m. de geknielde tongcommunie: ” Geen enkel stevig argument weten ze te vertellen. Het is onzin het katholicisme te willen herleiden tot een verzameling van bijkomstige regeltjes uit een ver verleden.”
Tja, als dit geen stevige argumentatie is, weet ik het ook niet meer… 😉
Tjonge Lotje, als dat nog geen argumenten zijn… Bedankt!