De vier uitersten van de mens zijn: dood, oordeel, Hel en Hemel. Het is goed regelmatig aan ze te denken. Uiteraard is denken aan de Hemel het leukste. Heden wordt er ook bijna nooit nog over de Hel gesproken op de preekstoel, terwijl dit voor zovelen de eindbestemming is. Maar ik merk dat het denken aan de Hel heilzaam is om vuriger te bidden voor de bekering van de zondaars, de redding van zielen, en om groter inspanning te doen. Ik weet het, er zijn aangenamer dingen om aan te denken, maar onlangs had ik een periode – toen een vrij bekend figuur overleden was – dat ik vrij veel aan de Hel moest denken. Ook de zieners van Fatima deden, nadat ze van O.L.Vrouw het visioen van de Hel gezien hadden, niets anders dan denken aan die Hel en de zondaars die daarin terecht komen, om aldus verstervingen te doen en veel te bidden om zielen te redden. Want per slot van rekening strijden we, zoals St. Paulus zegt, niet tegen vlees en bloed, maar tegen de machten der duisternis die slechts één ding willen: zoveel mogelijk zielen in de Hel!
Lucia vertelt over het eerste Geheim van Fatima (uit: Herinneringen van Zuster Lucia):
“Het eerste deel is het visioen van de hel. O.L.Vrouw opende de handen waaruit bundels licht schoten: zij doorboorden de grond en toonden ons een grote zee van vuur die zich onder de aarde scheen te bevinden. Ondergedompeld in dat vuur dreven de duivelen en de zielen rond als lichtende en bruine kolen in mensengedaante – nu eens omhooggejaagd door de vlammen die uit henzelf uitsloegen, samen met de wolken van rook, dan weer van alle zijden neerregenend, zoals het neervallen van vonken bij grote branden, zonder gewicht of evenwicht, te midden van kreten en gehuil van smart en wanhoop, die deden ijzen en beven van schrik. De duivelen onderscheidden zich door hun afschuwelijke en weerzinwekkende gedaante van monsterachtige en onbekende, maar doorschijnende en zwarte dieren. Dit gezicht duurde een ogenblik en wij moeten onze goede Moeder bedanken Die ons te voren beloofd had ons naar de hemel te brengen. Anders zouden wij gestorven zijn van ontzetting en schrik.”
En in haar brief van 1941 schreef zr. Lucia volgende aantekeningen over Jacinta:
“Excellentie, ik heb al gezegd in de aantekeningen die ik u zond na het lezen van het boek “Jacinta” dat zij sterk onder de indruk stond van enige zaken, verband houdend met het geheim. Inderdaad, zo was het. Het gezicht van de Hel had zulk een ontzetting in haar nagelaten, dat alle boetedoening en versterving haar niets toeschenen om toch maar enige zielen daarvoor te vrijwaren. Zo, nu kan ik dan antwoord geven op de tweede vraag, die men mij van verschillende kanten gesteld heeft. Hoe kwam het dat een zo kleine Jacinta in zulke mate begrip had en vervuld was van zo’n geest van versterving en boete? De reden lijkt me: op de eerste plaats door een bijzondere genade, die God haar door bemiddeling van het Onbevlekt Hart van Maria wilde schenken; ten tweede door de aanblik van de hel en de vreselijke toestand van de zielen, die daarin terecht komen. Sommige mensen, zelfs vrome, willen aan hun kinderen niet spreken over de Hel, om ze niet bang te maken; maar God heeft niet geaarzeld om ze te tonen aan drie kleine kinderen, waarvan één slechts zeven jaar, en toch wist Hij dat zij zodanig ontzet zouden zijn, dat ze, ik zou haast zeggen, bijna van schrik stierven. Jacinta ging vaak peinzend op een steen of op de grond zitten en zei: “O die Hel! Wat heb ik een leed om de zielen, die naar de Hel gaan! En die mensen daarin, die als stukken hout levend branden in het vuur!” En met bevende stem bad ze, geknield en met gevouwen handen, het gebed dat O.L.Vrouw ons geleerd had: “O mijn Jezus, vergeef ons onze zonden, behoed ons voor het vuur van de Hel. Breng alle zielen naar de Hemel, vooral diegenen die het meeste hulp nodig hebben.”
Nu zal Uwe Excellentie wel begrijpen, waarom de laatste woorden van dat gebed volgens mij, betrekking hadden op de zielen, die zich in groter gevaar bevinden of korter bij hun verdoemenis. Jacinta bleef zo gedurende grote tijdsruimten geknield hetzelfde gebed herhalen. Van tijd tot tijd riep ze op mij of op haar broer, alsof ze uit een droom ontwaakte: “Francisco, Francisco, zijn jullie met me mee aan het bidden? We moeten veel bidden, om de zielen van de Hel te vrijwaren. er gaan daar toch zoveel heen! Zoveel!” Andere keren vroeg ze: “Waarom toont O.L.Vrouw de Hel niet aan de zondaars? Als ze die zouden zien, dan zouden ze wel niet meer zondigen, om er niet in te komen! Je moet aan die Dame zeggen, dat ze aan die mensen de Hel moet laten zien (zij doelde op de mensen die naar de Cova da Iria komen). Je zult eens zien hoe ze zich bekeren.”
Over het tweede Geheim (over de tweede wereldoorlog) zei Jacinta: “In de oorlog die komt gaan er zoveel mensen sterven! En bijna allen gaan naar de Hel! Vele huizen worden met de bodem gelijk gemaakt en vele priesters gedood.” Als ik haar zag nadenken, vroeg ik haar soms: “Jacinta, waaraan denk je?” Vaak antwoordde ze: “Aan de oorlog die komt, waarin zoveel mensen zullen sterven en naar de Hel gaan! Wat erg toch! Als ze ophielden God te beledigen, dan kwam er geen oorlog, en gingen ze ook niet naar de Hel.”
De Heilige Zuster Faustina vertelt over de Hel, die ze in oktober 1936 mocht zien, het volgende:
“Vandaag werd ik door een engel in de diepten van de hel gebracht. Het is een plaats van grote kwellingen, ze is geweldig uitgestrekt. De soorten kwellingen, die ik zag, zijn de volgende: – De eerste kwelling waaruit de hel bestaat, is het verlies van God; – De tweede: de voortdurende gewetenswroeging; – De derde: deze toestand verandert nooit meer; – De vierde: het vuur doordringt de zielen zonder ze te vernietigen; dat is een verschrikkelijk lijden; het is een zuiver geestelijk vuur, dat voortkomt uit Gods toorn; – De vijfde kwelling: de constante duisternis en een vreselijke stank. Ondanks de duisternis zien de duivelen en de verdoemde zielen elkaar. Ze zien al het kwaad van de anderen alsook dat van henzelf; – De zesde kwelling: het onafgebroken gezelschap van satan. – De zevende kwelling: de verschrikkelijke wanhoop, de haat tegen God, de godslasteringen, vloeken en scheldwoorden. Dat zijn kwellingen, waar alle verdoemden gemeenschappelijk onder lijden, maar dat is nog niet alles. Er zijn nog speciale kwellingen voor de afzonderlijke zielen, namelijk; de kwellingen van de zintuigen. Iedere ziel ondergaat verschrikkelijk en onbeschrijflijk lijden, dat verband houdt met de manier waarop zij gezondigd heeft. Er zijn vreselijke spelonken en martelputten, waarin de vorm van foltering verschillend is. Alleen al bij het zien van deze ontzettende straf zou ik gestorven zijn, als de almacht van God mij niet ondersteund had. De zondaar moet weten dat hij de hele eeuwigheid gemarteld wordt met het zintuig, waarmee hij zondigt. Ik schrijf hierover op bevel van God, zodat geen enkele ziel de uitvlucht kan gebruiken dat de hel niet bestaat of kan zeggen dat daar nooit iemand geweest is en men niet weet hoe het daar is. Ik, zuster Faustina, was op bevel van God in de diepten van de hel om de zielen te vertellen dat de hel bestaat en daarvan te getuigen. Ik kan daar nu niet over spreken, want God heeft bepaald, dat ik dit schriftelijk moet nalaten. De duivels hadden een grote haat tegen mij, maar op bevel van God moesten zij mij gehoorzamen. Wat ik opgeschreven heb, is slechts een zwakke afspiegeling van de dingen, die ik zag. Een ding viel mij op, daar zijn voornamelijk zielen, die niet geloofd hadden dat de hel bestaat. Toen ik weer terug was, kon ik me niet herstellen van de schrik, hoezeer de zielen daar lijden. Daarom bid ik nu nog vuriger voor de bekering van de zondaars. Ik smeek zonder ophouden om Gods barmhartigheid voor hen.”
Een ander belangrijk getuigenis is deze van Eerwaarde Steven Scheier.
Vader Steven Scheier verongelukte op 18 oktober 1985, tijdens een frontale botsing toen hij terug naar zijn parochie reed in het bisdom van Wichita, Kansas. Hij had zware verwondingen en een gebroken nek. Dokters gaven hem weinig kans om te overleven. Maar toch deed hij het. Kort nadat hij teruggekeerd was in zijn parochie, gebeurde iets bijzonder. Toen hij tijdens een Mis het Evangelie van Lukas voorlas, over de onvruchtbare vijgenboom, lichtte de pagina op, het vergrootte en bewoog naar hem toe vanaf de lezenaar. Hij was wat dooreengeschud, en na de Mis herinnerde hij zich dat hij na het ongeluk voor de Rechterstoel van Jezus had gestaan. Onze Heer ging door heel zijn leven, en toonde hem zijn onopgebiechte en overgeven zonden, van sedert zijn laatste biecht. Vader Scheier kon enkel maar antwoorden met “Ja, Heer…” Hoewel hij een priester is, gaf hij toe dat hij niet zeer spiritueel was, en praktisch geen gebedsleven had. Hij was lauw geworden en wilde populair zijn. Tijdens de homilie vertelde hij dan ook wat de mensen graag hoorden: over vrede, liefde en vreugde, maar niet over dogma en de Leer van de Kerk. Hij werd veroordeeld tot de Hel, waarmee vader Scheier akkoord ging. Hij zegt dat de Heer enkel “zijn keuze eerde”. Maar dan hoorde hij de stem van een Vrouw, die smeekte om zijn ziel te sparen. Hij wist dat het de H. Maagd was. Hij hoorde Jezus zeggen: “Moeder, hij is voor 12 jaar een priester geweest voor zichzelf, en niet voor mij. Laat hem de straf oogsten die hij verdient.” Onze Lieve Vrouw antwoordde: “Maar Zoon, als we hem speciale genaden geven, en sterkten, en dan zien of hij vrucht draagt? Zo niet, Uw wil geschiede.” Waarop Jezus antwoordde: “Moeder, hij is de Uwe.” Sindsdien is hij de Hare. Die roep om wakker te worden, met z’n eeuwige gevolgen, heeft alle verschil gemaakt in het leven en het priesterschap van vader Scheier. Nog meer, hij wil het ook gebruiken om een verschil te maken in het leven van anderen. In de jaren ’90 verscheen hij als gast in de show van Moeder Angelica op EWTN, om zijn ervaringen te delen. Vader Scheier zegt over de ervaring van het oordeel: “Het heeft mijn leven veranderd. Bovenal ben ik me zeer bewust van de pelgrimage hier op aarde. Deze periode die we hebben is een test, en tijd is zo relatief hier, vergeleken met de eeuwigheid – en zoveel hangt af van mijn tijd hier.” Over de dingen die bij hem veranderd zijn zegt hij: “Veel van onze prioriteiten zijn dooreengeschud. Mijn prioriteit zou het redden van mijn ziel en die van anderen moeten geweest zijn – wat een priester moet doen, investeren in die toekomst, niet investeren in geluk hier op aarde.“ Vader Scheier zegt over de reden van zijn terugkeer: “Mijn missie is om u te laten weten dat de hel bestaat, en dat wij als priesters er ook in terecht kunnen komen. Maar er bestaat ook Zijn Goddelijke Barmhartigheid. Zijn liefde overstijgt Zijn gerechtigheid.” De hel is zeer onpopulair om over te spreken de dag van vandaag. “Dit zijn dingen waarover moet gesproken worden, omdat ze echt zijn, en het zijn misschien de belangrijkste dingen waar we over kunnen spreken.
De Hel is een realiteit, en het is voor zoveel zielen de eindbestemming na dit leven. Christus is gekomen, en heeft zich laten kruisigen zodat we niet naar de Hel zouden moeten gaan. Laten we meer op de Hel denken, om 1) er zelf niet in te komen en 2) om meer inspanning te doen om zielen te redden. We zitten in een strijd – een strijd om zielen – de strijd tussen God en Satan. De Heilige Theresia van Avila heeft van God haar plaats in de Hel mogen zien – de plaats waartoe ze bestemd was indien ze haar lauw kloosterleven tot aan haar dood zou verder gezet hebben. En de Heilige Pater Pio zei ooit: “Ze geloven niet in de Hel? Ze zullen er wel in geloven als ze er zijn!”
De hel is een feit voor mensen die het offer van Jezus bewust hebben afgewezen, maar ik geloof ook niet dat de hemel een vakantietijd zou zijn want dat zou op ten duur ook vervelend worden , neen ik denk dat de hemel een schoon avontuur is in gemeenschap in het licht van God, goed artikel!
Goed dat Michaël onze aandacht vestigt op het reële bestaan van de hel. In de kerk hoor je daar niet veel van. Gelukkig dat de hel af en toe wel degelijk vernoemd wordt in de lezingen uit het Evangelie.
Ja hoor, veel aan ons oordeel denken!
Ook moeten we er ons van bewust zijn dat we door de verdiensten van Onze Heer Jezus zullen gered worden –) om in Zijn Koninkrijk te komen.
Een zeer krachtig gebed is de ANGELUS
Met een paar zinnen ( en met het gebed dat Maria voor ons zou bidden ) verwoorden we ons geloof en ons ons vurig verlangen:
De Engel des Heren heeft aan Maria geboodschapt,
En ze heeft ontvangen van de Heilige Geest.
Wees gegroet, Maria…
Zie de Dienstmaagd des Heren,
Mij geschiede naar Uw woord.
Wees gegroet, Maria…
En het Woord is vlees geworden;
En Het heeft onder ons gewoond.
Wees gegroet, Maria…
Bid voor ons, Heilige Moeder van God,
Opdat wij de beloften van Christus waardig worden.
Laat ons bidden.
Heer, wij hebben door de boodschap van de Engel
de menswording van Christus uw Zoon leren kennen;
Wij bidden U, STORT UW GENADE IN ONZE HARTEN
OPDAT WIJ DOOR ZIJN LIJDEN EN KRUIS GEBRACHT WORDEN
TOT DE HEERLIJKHEID VAN DE VERRIJZENIS
Door Christus, onze Heer.
Amen.
—
Michael, dank voor dit artikel!
Wat vele priesters (en zeker niet ‘paus’ Bergoglio en zijn volgelingen) niet doen, MAAR ZOUDEN MOETEN DOEN, doe jij Michael. Namelijk deze geloofs-realiteit onderstrepen.
En Gelukkiglijk hebben wij onze Hemelse Moeder die op vele plaatsen verschijnt en er ons op regelmatige tijden aan doet denken. Dank u wel Lieve Hemelse Moeder voor alles wat u gedaan hebt voor mij – voor de mensen. Dank u wel Jezus, ware Mens en ware God, voor uw vurig verlangen ons allen te willen REDDEN. Dank u wel Heilige Geest die ons o.a. de Vreze Gods geeft ! Dank u wel Onze Aller Vader voor uw schepping.
En last but not least: dank aan al priesters.
Soms vragen mensen zich af, of het vanwege Onze Lieve Vrouw verantwoord was van aan zulke jonge kinderen in Fatima de hel te laten zien. Toch wel, want de kinderen kregen ook de hemel te zien. En ze werden natuurlijk ook gesterkt door Maria zelf, in de verschijningen.
Stinus, het is zeer verheugend te vernemen dat u eindelijk de Katholieke profeten aanvaardt. Hoe komt dat zo plotseling?
Heilige Aartsengel Michaël, verdedig ons in de strijd. Wees onze bescherming tegen de boosheid en de listen van de duivel. Dat God hem gebiede, zo smeken wij ootmoedig. En Gij, Vorst der Hemelse legerscharen, drijf Satan en de andere boze geesten die tot verderf van de zielen over de wereld ronddwalen, door de Goddelijke Kracht in de hel terug.
Beste Eric-B.L.,
– Je schrijft : “Stinus, het is zeer verheugend te vernemen dat u eindelijk de Katholieke profeten aanvaardt. Hoe komt dat zo plotseling?”
– Ik aanvaard niet plotseling katholieke profeten, ik ben al zeer lang geïnteresseerd aan BETROUWBARE verschijningen van de Moeder Gods. Daarmee bedoel ik : gebeurtenissen in Lourdes, Fatima, Banneux, Beauraing, … Ik ben persoonlijk 2 keer in Fatima geweest, en de eerste keer is al lang geleden. Maar dat betekent niet dat ik kritiekloos van alles aanvaard van mensen die ergens BEWEREN een verschijning gezien te hebben, of die denken dat ze de Heilige Schrift moeten aanvullen. Ik kijk alleen naar verschijningen of heiligen die door de Kerk aanvaard zijn, en dat houdt in dat de bedoelde gebeurtenissen gegarandeerd worden door de bewezen eerlijkheid van de betrokken personen én wonderen die daar gebeurd zijn.
Vriendelijke groet, A. G. Stinus