De Openbaring van de diepste Eénheid

Goede Vrienden,

Na onze overwegingen over de menselijke waardigheid hebben we eind oktober vorig jaar onze aandacht gericht op  de Eucharistie. Na enkele onderbrekingen beschouwen we nu de Eucharistie nog  vanuit het verleden, het heden en de toekomst. Eerst handelen we over de Eucharistie als “herinnering” of “gedachtenis”.

De woorden van Jezus: “Doe dit  tot, mijn gedachtenis” nodigen ons  uit, niet alleen  om de ritus van de Eucharistie te blijven vieren, maar ook om zijn levensoffer in gedachten te houden en na te volgen, zoals we een vorige keer al hebben toegelicht met   “het charisma van de voetwassing”.  Dit is als het ware de objectieve realisatie van de Eucharistie als gedachtenis. We voegen hier nu een subjectieve betekenis aan toe, nl.  de  persoonlijke beschouwing en aanbidding. Hiervan gaven zovele gewone gelovigen, heiligen en mystici  doorheen de eeuwen ons een voorbeeld. Het is  de subjectieve weg van de beschouwing. Met beschouwing, de gedachtenis of  de “her-innering (het Latijnse “re-cor-dare” = opnieuw een hart geven), bedoelen we  het liefdevol gedenken, waarbij hart en geheugen intens met elkaar verbonden zijn (wat juist de betekenis is van het Hebreeuwse woord: lamed vav: lev = hart).

De Emmaüsgangers zijn hiervan een goed voorbeeld. Na het drama van Golgota, gaan ze zeer droevig naar huis. Onderweg ontmoeten zij de verrezen Heer die ze niet herkennen maar die hen de Schriften verklaart. Zij kenden de Schriften en hadden ook het verschrikkelijk lijden en sterven van Jezus meegemaakt. Aan hun geheugen haperde niets maar er was een kortsluiting met hun hart. Nu zijn ze totaal verward en geestelijk verlamd. Jezus herstelt deze verlamming  door zijn uitleg en ze zeggen: “Brandde ons hart niet in ons terwijl Hij onderweg met ons sprak en ons de Schriften ontsloot ?” (Lucas 24, 32). De kortsluiting is hersteld. Het “liefhebben met het geheugen” gaat weer samen met een “branden van het hart”. Dit is uiteindelijk de zin van iedere liturgische viering: men herdenkt een heilsgebeuren uit het verleden  en men ontvangt daarvan nu dezelfde vruchten: een liefdevol vieren en tegelijk beleven .

Deze “eucharistische gedachtenis” is gericht op God én op de mens. Het is als een kind dat aan zijn vader het goede in herinnering brengt: Gedenk Vader, het offer van uw Zoon…. De consecratie is als een vertellen aan de Vader wat Jezus deed. Verder wordt in deze gedachtenis gans de Kerk betrokken, de zegevierende, lijdende en strijdende Kerk: Herinner U Abraham, Isaak en Jakob, herinner U David, herinner u de namen van onze dierbare overledenen, herinner U hen die ons nu besturen…Vervolgens is de “dienst van het Woord”  eveneens een uitnodiging tot gedachtenis. Het Woord Gods wordt ons gegeven opdat we het in ons hart-geheugen zouden bewaren en ernaar handelen. Ook de voorbereiding op de Communie en de dankzegging daarna zijn geschikte ogenblikken om in beschouwing bij de Heer te vertoeven. “Zie het Lam Gods…”  is een uitnodiging  tot biddend beschouwen.

In de christelijke traditie zijn verschillende vormen ontwikkeld om te komen tot een voortdurend liefdevol denken aan Jezus.  Eén bijzondere vorm hiervan  is het Jezusgebed, vooral in het Oosten ontwikkeld: het voortdurend herhalen van de naam van Jezus of “Jezus, Zoon van de levende  God, ontferm U over mij”  naar het voorbeeld van het beroemde en ontroerende verhaal van de Russische pelgrim (“De ware verhalen van de Russische pelgrim”). Hierdoor kunnen  onze  al te menselijke gedachten gelouterd worden om in de geest steeds meer één te worden met God. Een uitmuntende vorm van beschouwing is de stille aanbidding voor het uitgestelde Allerheiligste Sacrament, waarover de Catechismus van de Katholiek Kerk (1992)  kortweg zegt: “Door de verdieping van het geloof in de werkelijke tegenwoordigheid van Christus in zijn Eucharistie heeft de Kerk de zin ontdekt van de stilzwijgende aanbidding van de Heer, aanwezig onder de eucharistische gedaanten” (nr. 1379). Sinds de late middeleeuwen is er nauwelijks nog een heilige geweest die niet in deze zin een bijzondere “eucharistische heilige” kan genoemd worden. De heilige Johannes Paulus II geeft  in zijn brief van Witte Donderdag (1980) verschillende vormen aan: persoonlijk gebed voor het Allerheiligste Sacrament, aanbiddingsuren, uitstelling voor korte of lange tijd, een jaarlijks veertigurengebed, het eucharistisch lof, de sacramentsprocessie en de eucharistische congressen. Deze brief eindigt met de verzuchting: “Dat onze aanbidding toch nooit ophoude”. In de ijver voor grote pastorale activiteiten wordt aanbidding dikwijls vergeten. Nochtans kunnen pastorale projecten  slechts vrucht dragen vanuit een geest van aanbidding. De praktijk van aanbidding bij het Uitgestelde Sacrament is in het oosten als zodanig  minder ontwikkeld omdat heel hun liturgie beschouwd wordt als één aanbidding, die aansluit bij de hemelse liturgie, die  reeds lang bezig was en die verder gaat wanneer de aardse viering eindigt. Deze hemelse aanbidding wordt overigens ook uitgedrukt  door de vele iconen van Christus, Maria en de heiligen op het plafond en de muren van oosterse kerken.

Tenslotte is Maria bij uitstek de “Moeder van de herinnering” en de  stille liefdevolle aanbidding. Zoals de heilige Augustinus het met een Latijnse woordspeling uitdrukt, heeft zij Jezus in geloof in haar geest ontvangen vooraleer Hem fysisch in haar schoot te ontvangen (“prior in mente deinde in ventre”). Bij het terugvinden van de 12-jarige Jezus in de tempel, schrijft Lucas (3, 51): “Zijn moeder bewaarde alles wat gebeurd was in haar hart”. Vervolgens is Maria de eerste leerlinge van Jezus tijdens zijn openbaar leven. Ze is Hem gevolgd  en  heeft zijn woord ook volbracht. Moeder wordt men door leven te ontvangen en het ter wereld te  brengen. Daarop zinspeelt Jezus wanneer Hij zegt: “Mijn moeder en mijn broeders zijn zij, die het woord van God horen en er naar handelen” (Lucas 8, 21). “Veeleer gelukkig die naar het woord van God luisteren en het onderhouden” (Lucas 11, 28), En dit geldt op de eerste plaats voor  Maria. Zij heeft niet zoals Hagar haar kind in de woestijn onder een struik alleen gelaten en gezegd: “Ik kan mijn kind niet zien sterven” (Genesis 21, 15). Maria was welbewust in Jeruzalem gedurende  zijn dramatische veroordeling, geseling en verschrikkelijke  kruisweg en zij stond onder zijn Kruis terwijl Hij stierf! Moeders hebben meestal de herinnering van de geboorte van hun kind en verder van een groot deel van hun leven, maar zijn reeds gestorven wanneer hun kinderen zelf oud worden. Maria heeft alles van Jezus’ leven  zeer intens en van nabij meegemaakt, van voor zijn geboorte tot na zijn dood, verrijzenis en hemelvaart.  Zij staat in het hart van het mysterie van de Menswording, van Pasen en van Pinksteren. En bij het ontstaan van de Kerk verzamelen de apostelen  zich eensgezind rond Maria (cfr. Handelingen 1, 14). Zij draagt in zich de  gehele schat van  de  herinnering van de Christus mysteries. Bovendien heeft zij op eminente wijze deze mysteries beleefd. Zij is bij uitstek de “Moeder van de herinnering” en van de stille aanbidding, die de bron zijn van het christelijk leven.

P. Daniel

XVII.2

Vrijdag 7 januari 2022

Flitsen

Na de  vespers van oudjaarsavond hebben we de tijd genomen om God te danken voor al het goede dat we dit jaar mochten ontvangen, alsook om elkaar om vergeving te vragen en elkaar vergeving te schenken. Om half elf vierden we de Eucharistie (Latijnse ritus) die tegen middernacht eindigde. Als overgang naar het nieuwe jaar zongen we het Te Deum. In de refter aten we een kleine versnapering. Er waren kaarten voorbereid met daarop de namen van alle leden van de  gemeenschap en een heilige. Wie een kaart trekt neemt die bepaalde heilige als gids voor het hele jaar en bidt voor de medebroeder of zuster die vermeld  staat. Tenslotte werd voor ieder nog een Bijbeltekst  gekozen en gelezen.

Een christelijk gezin met 2 jongetjes (3 j en 7 j) verblijft deze dagen bij ons om wat vertrouwd te raken met de gemeenschap. Zij zullen het conciërgegezin worden aan de grote poort. Voorheen was er een moslimgezin, waarvan de vader, een zeer zware hartpatiënt, inmiddels overleden is en de vrouw wilde met haar  drie kinderen bij haar broer en zus in Qâra gaan wonen. Ze blijft wel bij ons werken. Dit gezin is christelijk en  regelmatig samen met ons aanwezig in de liturgische diensten terwijl de kinderen inmiddels vriend zijn van iedereen.

Voor de Syrische moslims heet 1 januari als begin van een nieuw jaar “na Jezus Christus”  niet dezelfde betekenis als voor christenen. Een 15 tal arbeiders was bezig met het beton storten op het dak van het fabriekje in aanbouw. Ibrahim, onze verantwoordelijke voor het terrein, had graag dat ik die werkzaamheden op dit cruciaal moment zou zegenen. Zo trok ik ’s middags, op Nieuwjaarsdag met stola, het boek van de zegeningen en wijwater naar de werkzaamheden. Sommige arbeiders die aan de theepauze bezig waren boden me achteraf gastvrij thee aan  (in een glaasje dat al door anderen was gebruikt en dat ook na mij gul aan anderen zal worden aangeboden. Leve de pré-corona mentaliteit.

Op zondag 2 januari celebreerde ik de byzantijnse  liturgie (het voor-feest van de Epifanie of Openbaring), wat voor mij niet mogelijk is zonder de uitdrukkelijke bijstand van fr Jean als diaken, die zich hierin goed heeft bekwaamd. Het aankleden, wassen van de handen en snijden van het brood is een ritus die bijna zo uitgebreid is als een hele Latijnse Eucharistie. Het middelste gedeelte van het brood met de stempel IC XC NI CA (Jezus Christus Nicanor – Overwinnaar), vertegenwoordigt het Lam Gods. Daarna snijdt de priester een driehoekje voor Maria, vervolgens kleine stukjes voor de engelen en heiligen, waarna voor de intenties van levenden en overledenen en tenslotte voor hen die communiceren. Dit alles wordt  vergezeld van gebeden en bewieroking.

Toen we woensdag de gebeden van de “koninklijke uren” beëindigd hadden, kwam de gemeenschap van het Syrisch-katholiek klooster van Mar Moussa op bezoek. Deze bijzondere ontmoeting  brengen we in een afzonderlijk verslag. Het was een gezamenlijk voorstel van moeder Agnes-Mariam én van de prior van Mar Moussa abouna Jihad. Na dit erg hartelijk treffen, zijn we nog een lange tijd blijven napraten. We vernamen meer details over de wijze waarop moeder Agnes-Mariam, moeder Marie-Claire en zr Carmel die eerste harde periode van de heropbouw hebben beleefd en welke  plaatsen ze hebben bezocht in N. Syrië, Turkije en Irak om het monastieke patrimonium van Antiochië te leren kennen. Om half tien ’s avonds begonnen we de plechtige “paramonie” (vigilie) van Epifanie, die we halverwege onderbraken. Op donderdag zelf vierden we het overige met de Byzantijnse Eucharistie en de uitgebreide wijding van het doopwater, wat samen nog een viertal uur in beslag nam. ’s Middags gebruikten we het middagmaal als  ’n picknick in de laatste zonnestralen op het voorplein.

De Openbaring van de diepste Eénheid

Het klooster van Mar Moussa,  hoog in het gebergte, op 17 km van het centrum van Nebek, werd gesticht door de heilige Mozes (vandaar Mar Moussa), de Ethiopiër, een  koningszoon, die monnik was in Mar Yakub en rond 628 de marteldood stierf. Deze Mozes zou vertrokken zijn omdat hij een grotere eenzaamheid wilde opzoeken. De energieke Italiaanse jezuïet, Pater Paolo dal’Oglio heeft zich sinds 1984 ingezet voor de heropleving van  dit klooster en heeft het ook internationaal bekend gemaakt. Door de oorlog is van hem helaas niets meer bekend en algemeen wordt aanvaard dat hij door terroristen werd gekidnapt en gedood. Inmiddels is er een andere verantwoordelijke priester, de Syrische-katholieke abouna Jihad. Hij verlangt een nauwe samenwerking met het Grieks-Melchitisch katholieke klooster van Mar Yakub. Tussen beide katholieke kerken zijn er historisch bepaalde verschillen ontstaan. Abouna Jihad was aanwezig bij de recente diakenwijding van fr. Jean en van onze kant zijn wij regelmatig blijven opklimmen langs de ongeveer 500 treden naar Mar Moussa. Een samenwerking kan voor beide gemeenschappen een grote genade zijn, wat uiteraard ook geldt voor alle 5 religieuze gemeenschappen in Qalamoun (2 in Saydnaya, een in Ma’aloula, Mar Moussa in Nebek en Mar Yakub in Qâra).

Op woensdag hebben we na de “koninklijke uren” de gemeenschap van Mar Moussa in de kerk ontvangen.  Samen hebben we onder hun leiding de Eucharistie gevierd in de Syrisch katholieke ritus.  De groep telde zes broeders, waarvan drie priesters (2 Syrische, één Poolse) en drie zusters (één Syrische, een Italiaanse en een Vlaams meisje uit de Kempen). Een van de broeders is Italiaan.  Pater Jihad ging voor.  Pater Jacques gaf vooraf een inleiding over de oude Syrisch katholieke liturgie, afkomstig uit Jeruzalem. Wat een prachtige gewaden,  wat een sobere maar indrukwekkende gezangen, wat een diepe eerbied voor dit heilig mysterie! Uiteraard zijn er vele gelijkenissen met de byzantijnse Eucharistie volgens de Grieks-Melchitische ritus maar toch ook vele eigenheden. Er wordt ruim tijd besteed aan de vrije “voorbeden”.  De priester breekt voor de communie het heilig Brood en doopt ieder deeltje in het heilig Bloed vooraleer het uit te reiken op de tong. Epifanie is oorspronkelijk het feest van de verschillende “openbaringen” van God maar werd uiteindelijk met bepaalde gebeurtenissen uit het leven van Jezus verbonden: zijn geboorte in Bethlehem, de aankondiging aan de herders, het bezoek van de Magiërs en uiteindelijk de doop van Jezus in de Jordaan, als begin van zijn openbaar leven. De twee grote mysteries zijn de Menswording van God in Jezus voor de verlossing van de mensen en de Eenheid van de Drie-ene God. In zijn homilie onderlijnde abouna Jihad ook terecht het unieke van de openbaring van de Drie-ene God bij Jezus’ doopsel: “En zie, daar ging de hemel open en Hij zag de Geest Gods neerdalen in de gedaante van een duif en over zich komen; en een stem uit de hemel sprak: Dit is mijn Zoon, mijn veelgeliefde, in wie Ik welbehagen heb” (Mattheus 3, 16-17). Het is de diepste Eénheid.

Na de maaltijd bleven we in de refter waar iedereen zich voorstelde. Het bracht ons tevens naar de heroprichting van Mar Yakub. Immers, toen moeder
Agnes-Mariam op zoek was naar een plaats voor een nieuwe stichting, reed ze met de priester Jacques (toen nog frater) naar Homs. Ter hoogte van Qâra zei  abouna  Jacques dat zich hier een ruïne bevond van een heel oud klooster en moeder Agnes-Mariam wilde die bezoeken. Daarop bezocht ze de bisschop van Homs, Ibrahim Nehme die tranen in de ogen kreeg toen hij begreep  dat er na zes jaar zoeken eindelijk een mogelijkheid was om deze ruïne te herstellen.

In de kennismaking begrepen we ook hoe God zijn weg gaat in iedere broeder en zuster. Abouna Jacques werd vier maanden vastgehouden door terroristen maar kon met de hulp van een moslim ontsnappen. De spiritualiteit van Mar Moussa kunnen we samenvatten met drie woorden: stilte – handenarbeid – gastvrijheid. De eerste zorg blijft het zoeken van Gods Aanschijn, die in de stilte tot ons spreekt en ons leidt. Handenarbeid is wezenlijk voor een gezonde ontwikkeling, menselijk en geestelijk alsook voor het levensonderhoud. En in de gastvrijheid stellen we ons open voor de noden van de anderen. De gemeenschap van Mar Moussa steunt actief een Syrisch katholieke parochie in de buurt en heeft nog twee stichtingen, elk met 2 personen: in de omgeving van Rome en in Koerdistan.

Als afsluiting bezochten we de grotten en de kleine binnentuin met het St. Jozefsklooster in aanbouw.

Jezus drukte zijn diepste wens vóór zijn lijden en sterven aldus uit: “Mogen allen één zijn zoals Gij Vader in Mij en Ik in U; dat ook zij in Ons mogen zijn” (Johannes 17, 21). Bij de indrukwekkende  byzantijnse vieringen denk ik onwillekeurig terug aan de succesvolle “jeugdmissen” van de “gouden” jaren ’60. Ook in de Vlaamse Kempen was er toen een nieuwe, moderne kerk waar ‘s zondag de jeugd naartoe stroomde met hun gitaren. De jeugd kon er zich helemaal uitleven. Deze vieringen verdwenen echter even snel als ze opgekomen waren en de kerk zelf was enkele decennia later in onbruik. Kerk en Eucharistie zijn vóór alles een uitnodiging om met de grootste eerbied Gods aanschijn te zoeken en in éénheid te treden met de Drie-ene God. Het monastieke leven met zijn ontzagwekkende liturgie is hiervoor een bijzonder geschikte “smalle weg”, met blijvende waarde voor alle tijden.

En dit nog

*

identicon

Auteur:Pater Daniel Maes

Pater Daniel Maes is de proost van het Katholiek Forum. De Vlaamse pater Daniël Maes (°1938) leeft in Syrië, in het zesde-eeuwse Mar Yakub klooster in het stadje Qara, 90 kilometer ten noorden van de hoofdstad Damascus. Pater Daniel aanvaardt het gezag van de huidige Syrische president die in 2021 massaal door zijn volk herkozen werd voor een vierde ambtsperiode van 7 jaar en daarna in heel het land ook spontaan werd gevierd. Verder aanvaardt hij dat een land het recht heeft bevriende naties ter hulp te roepen om het buitenlands terrorisme tegen zijn volk te bestrijden.

4 commentaren op “De Openbaring van de diepste Eénheid

  1. “de “gouden” jaren ’60” (zie laatste paragraaf)
    Het was uiterlijk wel spectaculair maar de innerlijke beleving verdween. Schoolkameraden begonnen plots gitaar en slagwerk te hanteren en hoopten op succes. In elk dorp kwamen enkele groepjes tot leven en samen met de hitparades uit Amerika kwamen de fuiven op gang. Een vriendin van mijn moeder begon in die tijd voordat een Mis begon de gewoonte aan te nemen voor het zijaltaar van Maria plaats te nemen en met gesloten ogen naar de mensen gericht en de twee armen hoog verheven bleef zij dan 10 tot wel 20 minuten zo staan. Zij had een natuurlijke autoriteit en haar optreden werd wel begrepen door de mensen van goede wil.

    Vandaag moet men zeggen dat het eigenlijk goed is dat de modernste kindermissen niet meer doorgang krijgen want het was echt niet meer aan te zien hoe zij aangemoedigd door de priester rond het moderne altaar huppelden om hun “identiteit” te demonstreren en allerlei onzin in de microfoon te roepen. Men kan dat inderdaad indrukwekkend en succesvol noemen in het “zich helemaal uitleven”.

    Het is echt om te huiveren als men bedenkt dat de meeste zielen als verloren gezaaide zaadjes door de vogels worden opgegeten. M.a.w. moderne priesters verschaffen voedsel aan duivels.

  2. Onderwerp 1:
    Inderdaad, Eric, de jeugdmissen heb ik ook gekend. Dat was in de jaren 70 en 80. In 81 was ik getrouwd en verhuisde ik naar een ander dorp, waar die jeugdmissen niet gebruikelijk waren.
    Persoonlijk had ik er geen last van. De muziek en de liedjes waren moderner en de muziek iets zwaarder. Het kerkorgel deed geen dienst tijdens de jongerenmis. Dansen mochten we niet. Iets onzinnigs werd ook niet door de micro geroepen. Het bleef bij ons nog fatsoenlijk. De voorganger gebruikte het altaar missaal. De gelovigen kregen een hard copy van teksten, gebeden en liedjes.
    Momenteel bestaat die Eucharistieviering nog, maar is het orkest beperkt tot 3 personen (klein elektrisch orgeltje, lichte gitaar, …?). We volgen dat niet meer, maar we wonen er toch tussendoor nog de Hoogmis bij.

    Onderwerp 2:
    “De praktijk van aanbidding bij het Uitgestelde Sacrament is in het oosten minder ontwikkeld omdat heel hun liturgie beschouwd wordt als één aanbidding, die aansluit bij de hemelse liturgie.” De Syrische Christenen komen in een gebedshuis (kerk) samen, waarvan het plafond, de muren beschilderd zijn met Hemelse iconen.
    In het najaar (2021) bezochten we de Dom (Kathedraal) van Monreale in Sicilië, waar we iets gelijkaardigs zagen. Eenmaal binnen werden onze ogen als vanzelf eerst naar de mozaïeken getrokken. Bijna zesduizend vierkante meter van de kathedraal is bedekt met steentjes, die samen een schitterend verhaal vertellen. Hier straalde Christus boven Maria, engelen en heiligen, met rondom verhalen over zijn geboorte en lijdensweg. In de Dom stond er wel nog het hoofdaltaar met tabernakel en de zij altaren. De Syrische Christenen mogen het altaar niet zien en ook de priester zien ze niet.

    Onderwerp 3:
    Ik refereer hier even terug op de “lijdensweg van Jezus”. Wat een marteling moet het zijn geweest voor de Moeder Gods om haar Zoon te zien kruisigen en geselen. Wij zelf vinden het niet vanzelfsprekend dat de ouder haar/zijn kind ten grave moet dragen. Pijnlijk is het. P. Derks en ik kunnen hiervan meespreken.

    In tegenstelling met de Syrische Christenen kennen wij wel hoogtepunten van Aanbidding.
    Een paar keer per week zet onze pastoor een monstrans op het altaar en houden we, zoals we dat noemen, Eucharistische Aanbidding. Midden in die goudkleurige monstrans zit iets wat voor ons ontelbaar veel meer waard is dan goud en zilver, een “geconsacreerde Hostie”.

    We aanbidden Jezus, die werkelijk aanwezig is onder de gedaante van het Brood. Aanbidding doen is: in stilte bij Jezus Christus zitten, met Jezus samen zijn en alles wat er leeft in het hart toevertrouwen aan het liefdevolle Hart van Jezus.

    Opvallend bij Eucharistische Aanbidding is de stilte. In de stilte kan de Heer echt spreken en kunnen wij tot Hem spreken. Onze vreugden en ons verdriet, onze dankbaarheid en onze zorgen, we kunnen het allemaal aan Hem toevertrouwen, Hij is er echt. Maar in de stilte is het ook goed om Hem te laten spreken, Hij wil echt met je spreken, Hij wil Zijn dingen en Plannen in ons hart laten klinken. Eucharistische aanbidding is spreken van hart tot Hart. Het vraagt alleen een open hart dat zich wil laten vullen door de dingen van de Heer. Die aanbidding kan ook gewoon kijken zijn: wij naar de Heer en de Heer naar ons, zonder woorden, zoals geliefden naar elkaar kijken zonder woorden en toch zoveel tegen elkaar zeggen.

    Het is een vorm van bidden die we een tijd kwijt zijn geweest maar die mensen steeds meer ontdekken. Ik hoor van gelovigen zeggen dat ze door het stil te maken met en bij Jezus in de Eucharistische Aanbidding echt weer in beweging konden komen.

    In de aanbidding ervaren veel mensen dat woord van Jezus: “Komt allen tot Mij die uitgeput zijt en onder lasten gebukt, en Ik zal u rust en verlichting schenken”. (Matteus 11,28) Als je het echt en goed doet, kom je er anders uit want je hebt gesproken met en geluisterd naar Jezus, die werkelijk aanwezig is.

    De Eucharistische Aanbidding moet je leren bidden. Je begint met een 20-tal minuten om zo te eindigen op een vol uur. Het is totaal anders bidden dan we gewoon zijn, maar je komt er geestelijk erg sterk uit. Een keertje de Stille Aanbidding van het Allerheiligste Sacrament overslaan vinden we persoonlijk pijnlijk. We voelen het gemis sterk aan.

    Onderwerp 4:
    We kennen nog andere mooie momenten, nl. de Consecratie tijdens de Eucharistieviering. In principe betaal ik altijd mijn opgedragen misintentie, die vermeld wordt in ons parochieblad Kerk & Leven. Op momenten dat ik me minder goed bij kas voel, dan draag ik “tijdens de consecratie” mijn intentie op zoals onze Offerziel me het heeft aangeraden. Die misintentie is dan evenwaardig als een geschreven intentie in het parochieblad.

    Als een priester het brood consacreert, zeg ik dan op dat ogenblik:
    “God, ik geloof dat U hier bent. Nu draag ik mijn leven, mijn kinderen, mijn kleinkinderen, mijn toekomst, mijn familie, mijn moeilijkheden, mijn ziekten, de heiliging van onze priesters alsook de bekering van de zondaars aan U op voor Uw glorie. Ik ben er zeker van dat U mij helpt en uw genade uitstort over hen en om ook onze familie te redden alsook die van onze priesters. ”

    De pastoor heeft dat natuurlijk niet zo graag dat ik het zo doe. Hij mist dan inkomsten, maar ook Kerk & Leven mist dan mijn financiële bijdrage. Nu is hij het wel al gewoon als ik tussendoor mijn spiekbriefje uit mijn zakken haal.

    Onderwerp 5:
    We kennen nog een bijzonder moment tijdens de Eucharistie. Ik kende daar eerst de diepere betekenis niet van, maar de pastoor heeft het me wel uitgelegd.
    Dat mooi moment is NET voor de H. Communie tijdens het Lam Gods. Dat is een heel mooi spiritueel moment. Ik weet niet of alle priesters dat (nog) doen.
    De rite van de vermenging wordt ook wel het fermentum genoemd, wat het woord is voor “gisten”. Het weer samenkomen van het Bloed en het Lichaam in dit moment symboliseert een aantal dingen:
    a. net zoals een klein beetje zuurdesem het hele deeg aantast, zo zou dit deeltje en zijn vermenging de hele Kerk moeten doordesemen met de vrede die werd afgeroepen bij het “Pax Domini”,
    b. het moment dat het deeltje in het Kostbaar Bloed komt is als het ware het weer samengaan van de levenskracht van het Lichaam met het Lichaam in de Opstanding,
    c. en hoewel de rest van de Hostie en het Kostbaar Bloed nog steeds gescheiden zijn, toont de vermenging aan dat ze een eenheid zijn, beide zijn Lichaam, Bloed, ziel en goddelijkheid van de Heer in één Sacrament, niet twee.

    Onderwerp 6:
    De nuttiging van de H. Communie is ook weer een Ontmoeting met Onze Lieve Heer. Meestal draag ik een misintentie voor mijn dochter, haar overleden echtgenoot, bekering van de zondaars, de heiliging van onze priesters. Het gebeurde een keertje dat de pastoor de intentie vergat te vermelden. Toen ik te Communie ging, gaf hij me de H. Hostie op de tong en zei “Deel deze hostie met X”, mijn dochter dus.
    Ik vond dat zo mooi gezegd, dat ik deze woorden ook toepaste op anderen: de stervenden, vooral diegenen die zonder hulp van een priester moeten overlijden, Ook de kleinkinderen ontbreken niet in het rijtje, en voor de andere kinderen en schoonzoon vraag ik aan Onze Heer dat Hij ze wakker schudt en terug naar de Kerk vraagt. Onze Lieve Heer krijgt bij mij op dat moment een bijzondere plaats.

    Onderwerp 6:
    In Syrië leven Moslims en Christenen samen met elkaar in vrede. Ze delen het voedsel met elkaar, vergeven elkaar en kunnen danken voor hetgeen ze hebben gekregen.
    Het leven verloopt er niet zoals hier. Bij ons gebeurt het meestal anders: “ we pakken, we eten, we gooien de rest weg!”

    Onderwerp 7:
    Per slot van rekening wil er nog op wijzen dat de kloosterorde van Pater Daniël rekening hield met de leefregels van de H. Augustinus:

    – gehoorzaamheid aan de herders van de kerk
    – het geloof in Christus dat tot uiting komt in gebed en verkondiging;
    – een geest van armoede: soberheid en gemeenschap van goederen;
    – een eucharistische en mariale vroomheid;
    – broederliefde en inzet voor vrede en verzoening;

    Er is geen mooiere plaats op aarde dan daar op dat plaatsje in Syrië, waar pater Daniël deze leefregels kan navolgen, uit glorie en eer voor Onze Lieve Heer en de Moeder Gods.

Er is geen mogelijkheid (meer) om commentaar te geven op dit nieuwsbericht