Het echte ‘gezicht van de Amazone’

In het werkdocument voor de komende Amazonesynode roept paus Franciscus op tot het creëren van een kerk met een “Amazonegezicht”. Reeds vanaf het begin van de aankondiging van deze synode is dit Franciscus’ mantra. Het werkdocument zegt o.a. dat de Kerk zich moet ontdoen van haar Roomse identiteit en een Amazonegezicht moet opzetten. “Een Kerk met een Amazonegezicht laat een neokoloniale, monoculturele, klerikale en dominante traditie achter zich en weet hoe ze zonder angst de diverse culturele uitingen van de volken moet onderscheiden en aanvaarden” (n. 110).” Nu, paus Franciscus heeft zijn mond vol van het Amazonegezicht, maar wat is nu werkelijk het gezicht van de Amazone? Een cultuur van de dood, zo blijkt… Kindermoord en zelfmoord zijn traditioneel een deel van de cultuur in vele delen van de Amazoneregio, maar ook ritueel kannibalisme, waarbij de as van de overledene wordt geconsumeerd, blijkt hier en daar nog te leven. En tot voor kort werd zelfs nog aan koppensnellen gedaan.

De synode zal zich focussen op een groep landen die de Amazoneregio omringen: Bolivia, Brazilië, Colombia, Ecuador, Frans Guyana, Peru, Venezuela en Suriname. Paus Franciscus had het over het lijden dat ontginningsbedrijven veroorzaken aan de inheemse bevolking en dat daardoor hun vrede wordt verstoord. Maar terwijl er bijzondere aandacht wordt gegeven aan “ecocide” (de “moord” van de natuur) wordt er geen aandacht gegeven aan kindermoord, zelfmoord en oudermoord, dat onderdeel is van het leven in de Amazone en nog meer bron is van gebrek aan echte vrede.

Het werkdocument werd recent vrijgegeven en er zijn heel wat punten die ronduit een afval van het geloof inhouden, zoals de focus op integrale ecologie en eco-theologie, de promotie van de Indiaanse theologie – een afkooksel van de ketterse bevrijdingstheologie – en de overtuiging dat de Kerk veel te leren heeft van de heidense spiritualiteit. De focus van dit artikel zal liggen op de praktijken van de stammen in de Pan-Amazone, die tegen het leven ingaan. Volgens documenten die tot dusver werden vrijgegeven, wordt het moderne, westerse ‘kolonialisme’ de schuld gegeven voor de toename in abortus, familiegeweld en druggebruik in de regio. Er worden geen enkele verwijzingen gemaakt naar de traditionele aanvaarding van deze anti-leven praktijken in de Amazonecultuur.

Infanticide of kindermoord in de Amazone

Het is moeilijk om het precieze aantal kindermoorden te bepalen die in de regio worden begaan, omdat vele gevallen niet worden aangegeven en er pogingen zijn door een politieke theorie die alle interventie van buitenaf bestempelt als “imperialistisch, koloniaal, of patriarchaal”. Culturele relativisten beweren dat de inheemse bevolking zou moeten beschermd worden voor het uitvoeren van culturele praktijken zoals kindermoord en moord (euthanasie), en dat men misnoegd zou moeten zijn over iedere poging om te ontdekken over hoeveel kinderen en volwassenen er vermoord worden. Zulke activisten beweren dat het verzamelen van gegevens “in veel gevallen een poging is om de inheemse mensen te criminaliseren en vooroordelen over hen te uiten”, en dat dit een nieuwe vorm van “kolonialisme” is.

Het artikel op Foreignpolicy haalt het voorbeeld aan van een meisje Kanhu genaamd, die ruim 10 jaar geleden de Kamayurá verliet, een inheemse indianenstam aan de zuidelijke grens van de Braziliaanse Amazone. Ze was toen 7 jaar en ze keerde nooit meer terug. “Indien ik was gebleven, zou ik zeker dood zijn geweest.” Kanhu heeft een spierziekte, en haar gemeenschap zou haar hebben vermoord, net zoals dat reeds generaties het geval is met kinderen die een aandoening hebben.

Volgens het artikel van 2018, zijn er van de 300 stammen in Brazilië zo’n 20 die kindermoord praktiseren, en men schat dat er ieder jaar rond de honderd kinderen vermoord worden. Een andere studie over kindermoord onder de Zuruahástam, werpt licht op de filosofie achter de praktijk. Het merkt op dat kindermoord historisch werd getolereerd om verschillende redenen: als middel om de gemeenschappen van de stam, die onder harde omstandigheden leefden, van de last te bevrijden van het zorgen voor zwakkere leden of te verzekeren dat moeders in staat waren om voldoende te zorgen voor hun geboren kinderen. Tweelingen, gehandicapte of zieke kinderen werden vermoord (en worden nog steeds vermoord) na de geboorte. En indien een moeder sterft tijdens de bevalling, zal haar kind bijna zeker worden vermoord.

Superstitie speelt ook een rol in deze culturen. Albino kinderen worden als boosaardig gezien en worden vermoord eens de aandoening wordt ontdekt. Sociale normen zijn ook een drijver achter kindermoord: baby’s die geboren worden uit ongehuwde moeders worden gewoonlijk vermoord en het is aanvaardbaar om een kind van een ongewenst geslacht te vermoorden, in het bijzonder meisjes, omdat de voorkeur uitgaat naar jongens. Eén stam staat kindermoord toe eens er vier kinderen van hetzelfde geslacht geboren zijn, ongeacht wat dan het geslacht van dat vijfde kind is (en soort gezinsbeperking).

“Yanomámivrouwen hadden de volle autonomie om te beslissen of hun kinderen zouden leven of niet. De moeder trekt zich terug in het woud om te bevallen en indien ze het kind niet verwelkomt in haar armen, is het alsof het kind nooit geboren werd. Zodus wordt het in die cultuur geïnterpreteerd dat er ook een “na-de-bevalling-geboorte” bestaat, met andere woorden, een daad van “cultureel geboren worden”: wanneer de moeder de pasgeborene niet verwelkomt, het niet aanraakt en het achterlaat in het woud. Op deze manier wordt het kind niet geboren in de gemeenschap.”

Een ander voorbeeld toont hoe deze praktijken in z’n werk gingen in het echte leven. De volgende episode vond plaats in de Suruwahastam in de jaren 1990, waar de Suzuki-familie mee samenleefde als Christelijke missionarissen. De Suruwahas hadden geen contact met de buitenwereld tot de jaren 1970.

“Op een gegeven moment tijdens het verblijf van de Suzukis bij de Suruwaha, besloot de stam blijkbaar dat twee kinderen die zich niet voldoende leken te ontwikkelen, moesten sterven. De ouders van de kinderen pleegden zelfmoord, in plaats van hun kinderen te zien vermoord worden. De stam begroef de kinderen dan levend, zoals de gewoonte was, zo zegt Suzuki. Een meisje, Hakani genaamd, overleefde de gebeurtenis, maar werd vervolgens achtergelaten om te sterven door uithongering. Haar oudere broer hield haar in leven voor een paar jaar, waarbij hij beetjes voedsel smokkelde, voordat hij haar ten slotte aan de voeten van de Suziki’s neerlegde.”

Een antropoloog van de Universiteit van Brasilia beschrijft de redenering achter de kindermoorden als volgt:

“Een inheems kind, wanneer hij of zij geboren is, is geen persoon. Hij of zij zal een lang personaliseringsproces ondergaan, totdat een naam verkregen wordt en daarmee de status van een persoon.” Daarom kunnen de zeer zeldzame gevallen van pasgeborenen die niet in het sociale leven van de gemeenschap worden toegelaten, niet als dood omschreven worden, want dat is wat het niet is. Het is dan nooit kindermoord.”

Zelfmoord is de ‘hoogste van alle waarden’

De studie over kindermoord onder de Zuruahástam vermeldt ook zelfmoord als een gerelateerde kwestie, omdat sommige ouders wiens kinderen door de gemeenschap worden aangeduid voor kindermoord, nog liever zelfmoord plegen dan de kinderen zien vermoord worden.

“Zelfmoord onder de Zuruahá gaat gepaard met historische en religieuze karakteristieken en zelfs sociale spanningen en crisissen. Het wordt gezien als een vorm van menselijk bestaan, zo dat enkel door de dood het mogelijk is het ware bestaan te bereiken: “De indianen zeggen dat het menselijk bestaan enkel zinvol is als het doel zelfmoord is. Hun richtlijnen voor het begrijpen van het leven toont aan dat zelfmoord de hoogste van alle waarden is. De filosofie van de Zuruahá zegt dat er enkel twee wegen zijn voor menselijk bestaan: de eerste via zelfmoord door vergiftiging, kunaha genoemd, die naar de hemel leidt voor diegenen die het vergif nemen […]. Hun riten, gezangen en gebeden zijn gerelateerd aan en gericht op dit ware bestaan. De tweede weg leid naar de dood doorheen hoge leeftijd; dit is een weg die vandaag als moeizaam wordt beschouwd.”

Gegeven dit begrip van menselijk leven, is het oud willen worden geen synoniem voor wijs zijn. Om deze reden hebben oude mensen in deze cultuur niet de status van eerbare wijze mannen, zoals algemeen wordt gezien onder inheemse volkeren. Hier worden ze hosa genoemd, wat betekent “nutteloos” of “uitgeput”. Meer nog, de meesten van hen hebben reeds pogingen tot zelfmoord ondernomen. […]”

Statistieken die verzameld werden over de stam tussen 2003 en 2005 toonden aan dat ongeveer 1/6 van de bevolking in die tijd zelfmoord pleegde. Dit heidense begrip van een oude leeftijd en dood, en de afwezigheid van het begrijpen van de intrinsieke waarde van een mensenleven spreekt de talloze referenties naar “de wijsheid van de ouderen” in het werkdocument van de Amazonesynode tegen.

Kannibalisme

Eén van de meest schokkende gebruiken die in de Amazone worden teruggevonden is ritueel kannibalisme. Dit werd gedocumenteerd als zijnde in gebruik bij de Yanomami en de Waristammen.

“Een primitief gebruik van deze etnische groep is ritueel kannibalisme. In een collectieve en heilig rituele begrafenis, cremeren ze het lichaam van een dode verwant en eten ze de assen van de beenderen, door ze te mixen met “pijiguaopasta” (gemaakt van de vruchten van een soort palmboom). Ze geloven dat de vitale energie van de overledene in de beenderen ligt en dus opnieuw geïntegreerd wordt in de familie. Een Yanomami die een vijand vermoordt in vijandelijk gebied praktiseert deze vorm van kannibalisme ook, om zichzelf te ‘zuiveren.’

De Waristam van Brazilië at het vlees van zowel hun eigen dode stamleden als dat van hun vijanden, zelfs tot laat in de 20ste eeuw. Endokannibalisme – het eten van leden van eigen volk – werd gezien als een soort begrafenisritus, waarbij werd bewezen dat de overledene vertrokken was van de aarde. Voor de Wari’ was dit geen kannibalisme, omdat de dode stamleden waren overgegaan het de andere wereld. Exokannibalisme daarentegen werd met enthousiasme uitgevoerd, als een teken van dominantie over een zwakkere stam. Een veelgebruikte praktijk, dat tot voor kort in Peru en Ecuador in voege was, was het krimpen van de afgehakte hoofden van leden van vijandelijke stammen. De huid werd van de schedel afgestroopt, dichtgenaaid, over een houten bol getrokken, gekookt en vervolgens gedroogd met hete stenen en zand. Toen bovendien rond 1900 de vraag naar gekrompen hoofden steeg – dat voornamelijk door westerlingen een gegeerd verzamelitem was geworden – nam het koppensnellen in hoog tempo toe. Tegen 1930 kon men in Lima, Peru, in de curiositeitenwinkel een gekrompen hoofd kopen voor ongeveer $25.

Gebruik van hallucinerende drugs

Doorheen het Instrumentum Laboris of het werkdocument van de Amazonesynode, wordt geweld tegen vrouwen en drugshandel voortdurend toegeschreven aan ‘winningsindustrieën’ en ‘mega-projecten.’ Maar het is onoprecht om te beweren dat moderne projecten de enige oorzaak zijn van dit kwaad. Geweld tegen vrouwen is een deel van de stammencultuur van veel van deze gemeenschappen, en het gebruik van drugs in spirituele genezingsrituelen is een algemeen gebruik.

Ondanks dit wijdverspreide gebruik van de hallucinogene drugs (ayahuasca) in ‘door-geesten-begeleide gezondheidszorg’, suggereert het Instrumentum Laboris dat “inheemse rituelen en ceremonies essentieel zijn voor de integrale gezondheid, want ze integreren de verschillende cycli van het menselijk leven en de natuur. Ze creëren harmonie en balans tussen mensen en de natuur. Ze beschermen het leven van het kwaad dat veroorzaakt kan worden door zowel mensen als andere levende wezens…” (nr. 87).

Dus, verre van simpelweg een kwestie te zijn van het integreren van de traditionele kruidengeneeskunde in de hedendaagse gezondheidszorg, wordt het duidelijk dat veel van de traditionele geneeskunde van de Amazone onmogelijk te scheiden is van hun heidense rituelen en zelfs waarzeggerij en hekserij omvat. Wanneer dit gekoppeld wordt aan het gebruik van hallucinogene middelen, wordt dit een gevaarlijk voorstel, dat zowel fysieke als geestelijke risico’s met zich meebrengt voor de patiënten.

Maar in plaats van te waarschuwen voor de gevaren van het meedoen in occulte praktijken, beveelt het Instrumentum Laboris aan dat we deze stammenfamilies nabootsen, waar ‘… men leert in harmonie te leven: tussen mensen, tussen generaties, met de natuur, in dialoog met de geesten” (nr. 75).

En indien er enige twijfel bestaat over de macht die aangewend wordt door deze heidense sjamanen, zal het volgende voorbeeld dienen als herinnering. Een Nederlanse missionaris vertelde het verhaal van een priester die naar de Amazone was gezonden om het Evangelie te verkondigen. Hij werd een aantal keer geconfronteerd met een lokale tovenaar. “Hij was in staat om te bewegen op een onbegrijpbare manier, waarbij hij de goede vader de rivier liet afvaren om hem dan heel ver stroomafwaarts weer te ontmoeten, en hem rijkelijk te bespotten in zijn eigen Hollands dialect…”

Kolonialisme

Het werd reeds vermeld dat in vele delen van het werkdocument de ‘kolonisatie’ de schuld krijgt van een overvloed aan sociale problemen die de mensen in de Amazoneregio onder ogen zien. Het document stelt zelfs dat een nog steeds verder gaande klassenstrijd de oorzaak is van de armoede van vele inwoners, naast het feit dat een groot deel van de onrechtvaardigheid die zij ondergaan, veroorzaakt wordt door de inname van hun land door buitenlandse bedrijven. Maar het is een misdaad tegen de waarheid om te stellen dat de Christelijke, westerse invloeden enkel slechte vruchten hebben afgeworpen in de regio, en dat de westerse cultuur zich meer zou moeten aanpassen aan dit heidense model.

Zijn onze collectieve geheugens zo klein, dat we ons de extreme niveaus van barbarij niet kunnen herinneren die slechts enkele honderden jaren geleden algemeen waren in dit gebied en de omringende beschavingen? Dit is het thuisland van de bloeddorstige Incas, en het dichte buurland van de Azteken en de Maya’s, die allemaal mensenoffers brachten op een ongelofelijke schaal. Zoals Steve Mosher uiteenzet in zijn artikel, is het enkel vanwege het werk van de vroege missionarissen dat deze moorddadige praktijken werden gestopt. Indien de Kerk in z’n missie er niet in slaagt om te evangeliseren, wat zal deze stammen dan tegenhouden van het terug wegglijden in deze barbaarse praktijken? Indien ze dezelfde filosofie behouden die barbaarsheid onderbouwt, dan lijkt een terugkeer naar barbaarsheid onvermijdelijk.

Marcia Suziki, de Christelijke missionaris die een ongewenst kind adopteerde van de Yanomamistam, zei dat, eerder dan dat kolonialisme het probleem is, de echte vijand onzichtbaar is: “het is het morele en culturele relativisme dat het in vraag stellen van de praktijk van kindermoord taboe maakt.”

Pastorale bekering?

Het kan betwist worden dat kindermoord, moord enzovoort enkel wordt gevonden binnen een handvol stammen in de Amazoneregio. Numeriek gezien is dat waar natuurlijk. Maar het probleem ligt in de filosofie die door deze mensen wordt aangewend om hun daden te rechtvaardigen, en dat het Instrumentum Laboris Katholieken vermaant om deze filosofieën te adopteren. Terwijl het brengen van mensenoffers in die streek voor honderden jaren werden gepraktiseerd, tot op verschillende niveaus, is het probleem nu dat Katholieke missionarissen worden ontmoedigd om deze praktijken te veroordelen en de spirituele strijd aan te binden die hen zou verzekeren van hun succes. In feite adviseert Instrumentum Laboris nu dat Katholieken een vorm van spiritualiteit aannemen die diametraal tegengesteld is aan de Evangelieboodschap van verlossing door Jezus Christus. Deze niet-missionaire houding is geen nieuw fenomeen, en het is al enige tijd in de Kerk op applaus onthaald. Hier een voorbeeld:

De Yanomamis, naast hun gewoonte van het vermoorden van nakomelingen en het opeten van hun vijanden, bieden ook extreme weerstand tegenover evangelisatie. In de 53 jaar van missionaire aanwezigheid is er geen enkel doopsel geweest. Maar verre van ontmoedigd te zijn, stelt de huidige directeur van de missionaire activiteit hier, Vader Corrado Dalmonego, dat de Yamonistam veel te bieden heeft aan de Kerk, die “aandacht moet schenken aan hoe inheemse mensen hun gemeenschapservaring, sociale relaties en leiderschapsstructuren beleven. Voor ons, zijn Yanomamis getuigen die ons in staat stellen om deze waarde van het gemeenschapsleven te waarderen.” Vader Dalmonego, niet afgeschrikt door zijn gebrek aan succes, vermaant ons om deze heidense religie te ontginnen voor spiritueel advies, omdat “de Kerk uiteindelijk verrijkt wordt door het onderzoek dat gedaan wordt op sjamanisme, mythologieën, verschillende kennis, visies van de wereld en visies van God.” Dit is zo omdat sterke momenten van dialoog de missionarissen “de essentie van het geloof helpen ontdekken, vaak verhuld door ornamenten en culturele tradities.”

Wat voor de meeste rationele mensen lijkt als een mislukking, en wat zeker als een mislukking zou gezien zijn door bijna iedere katholieke missionaris tijdens de laatste 2000 jaar, wordt nu door antropologen en missionarissen als een succes bejubeld. De meest zorgwekkende uitkomst echter, is dat dit precies het model voor evangelisatie is, dat door de synode wordt voorgesteld (Zie ook ons artikel: Hoed u voor de komende nieuwe evangelisatie). Dit is wellicht wat de auteurs van het document bedoelen met de term “pastorale bekering” (nr. 5).

De H. Augustinus waarschuwde ons echter:

“Wandel zoals deze mens en je zult bij God komen. Het is beter om te manken op de weg dan bruusk van de weg af te wijken. Want iemand die op de weg mankt, hoewel hij slechts een klein beetje vooruitgang maakt, is zijn bestemming aan het benaderen; maar indien iemand van de weg afwijkt, hoe sneller hij gaat, hoe verder hij van zijn bestemming af raakt. Indien je vraagt waar je naartoe moet, klamp je vast aan Christus, want Hij is de waarheid die we verlangen te bereiken.”

De inheemsen van de Amazone waar paus Franciscus zo vol van is:

Die mensen hebben bekering nodig en moeten alles leren van de Kerk dat noodzakelijk is voor hun zielenheil, maar de Kerk heeft niets te leren van heidenen en het heidendom!

Bron: Remntant Newspaper – vertaling via Restkerk.net

identicon

Auteur:Jozef Ivo

Een katholiek die bezorgd is over wat er in de Kerk gebeurt.

1 commentaar op “Het echte ‘gezicht van de Amazone’

Er is geen mogelijkheid (meer) om commentaar te geven op dit nieuwsbericht