Recensie: “Mag ik? Dank je. Sorry. Vrijmoedige dialoog over relaties, huwelijk en gezin”

Recensie:

 Johan Bonny, Roger Burggraeve & Ilse Van Halst. 2016. “Mag ik? Dank je. Sorry. Vrijmoedige dialoog over relaties, huwelijk en gezin”. Lannoo, Tielt

Inleiding

Naar aanleiding van de dubbelsynode over het huwelijk en het gezin, die in 2014 en 2015 te Rome plaatsgreep, schreef paus Franciscus in de postsynodale exhortatie Amoris Laetitia (‘De vreugde van de liefde’) het volgende: “Groeien in liefde kan alleen maar als je kwistig omspringt met de begrippen ‘mag ik?’, ‘dank je’ en ‘sorry’.” Geïnspireerd door deze woorden ging de Antwerpse bisschop Johan Bonny in gesprek met moraaltheoloog Roger Burggraeve (KU Leuven) en journaliste Ilse Van Halst (‘Kerk & Leven’) om verder na te denken over de toekomst van het huwelijk en de diverse, ‘nieuwe’ relatie- en gezinsmodellen die tegenwoordig in opmars zijn en over de vraag hoe de Kerk hiermee kan omgaan. Johan Bonny en zijn medeauteurs doen in hun boekje (p.9-12): “een hartelijke oproep om van gedachten te wisselen”. De auteurs claimen “geen afbreuk te willen doen aan wat de Kerk voorop stelt als wenselijk” en verzekeren ons, dat “polariseren niet hun doel is”. Het moge echter duidelijk zijn, dat de auteurs zich in hun boekje, niet aan deze voornemens houden.

Bespreking

Van in het begin van “Mag ik? Dank je. Sorry.” is het overduidelijk, dat de auteurs met één groot dilemma worstelen, namelijk (p.42): “Het kerkelijk standpunt is duidelijk, maar beantwoordt al lang niet meer aan wat christenen vandaag ervaren. Ongehuwd samenwonen, wordt niet meer als zondig beschouwd”. Op zich is dit een zeer krasse uitspraak, omdat de auteurs namens ‘alle’ christenen lijken te spreken. Zo uitgedrukt, is deze bewering natuurlijk vals, want er zijn weldegelijk nog vele christenen, ook binnen Europa, die het zeker wél eens zijn met het kerkelijke standpunt. Een kleine minderheid zal natuurlijk Johan Bonny en zijn medeauteurs volgen in deze stellingname. Het is natuurlijk tot hén, dat Johan Bonny zich in dit boekje richt. Het is dan ook logisch dat Bonny schrijft (p.42): “Als medewerkers van de Kerk, gelovigen pastoraal nabij willen zijn, kunnen zij vele termen uit die officiële kerkelijke taal niet langer hanteren”. Opnieuw roept deze uitspraak pertinente vragen op. Gaat het hier over ‘alle’ gelovigen? En hoe definiëren Johan Bonny en zijn medeauteurs dé ‘gelovigen’. Met andere woorden, wat is een ‘gelovige’? Wanneer ben je een ‘gelovige’? Ook de bewering van de auteurs (p.43), dat in “onregelmatige relaties positieve elementen” zouden zitten, getuigt eerder van moreel relativisme, dan van een gezonde Katholieke moraal. Een doodzonde is en blijft nu eenmaal een doodzonde, ongeacht de vele goede daden die een persoon wél gesteld zou hebben. Het is duidelijk, dat de auteurs van “Mag ik? Dank je. Sorry.” het zondebesef verder ondergraven en de doodzonde zelfs banaliseren. Hoe valt dit alles te rijmen met de grondbeginselen van het Katholieke Geloof? Men kan op zijn minst zeggen, dat de stellingnames van Johan Bonny en zijn medeauteurs zeer ‘extreem’ zijn.

‘Nieuwe’ rituelen die voldoen aan de grillen van de maatschappij

Johan Bonny zegt vervolgens (p.50): “Het zou mooi zijn om het (nog) ongehuwd samenwonen te waarderen met een of andere vorm van ritueel”. Maar, waarom zouden jongeren, die expliciet niet willen trouwen, zitten te wachten op een ‘ritueel’, dat géén huwelijk is, maar er toch op lijkt? Het is toch alles of niets. Ofwel trouwt men voor de Kerk, met alles erop en eraan, ofwel trouwt men niet. Een tussenweg is niet mogelijk. Maar, Johan Bonny stelt vervolgens (p.51): “Daar ligt voor de Kerk een uitdaging om nieuwe rituelen of huissacramentaliën aan te reiken, aangepast aan onze gewoonten en cultuur”. Echter, Johan Bonny schijnt te vergeten, dat ongehuwd samenwonen, niet tot de Katholieke “gewoonten en cultuur” behoort. Het staat er helemaal haaks op. Ongehuwd samenwonen is in strijd met het geloof en de zeden van de Kerk. De Kerk kan dan ook geen zondige relaties ‘zegenen’, omdat God die heeft verboden. Maar, Johan Bonny trekt de lijn door en schrijft (p.59-60): “In het zegenen van beide homoseksuele partners samen, maak je duidelijk, dat dit koppel er mag zijn als koppel”. Dit is een uitspraak die regelrecht ingaat tégen de Leer van de Kerk. Homoseksuele koppels zijn voor de Kerk géén ‘koppels’, omdat voor de Kerk homoseksuele handelingen duidelijk in strijd zijn met de natuurwet. Homoseksuele handelingen sluiten de seksualiteit af voor de gave van het leven. Ze komen niet voort uit een ware affectieve en seksuele complementariteit. Daarom kunnen ze in geen geval door de Kerk goedgekeurd worden.

Maar, dit schijnt de auteurs van ‘Mag ik? Dank je. Sorry.’ niet te deren, want zij schrijven (p.105): “Om een goed katholiek te zijn, hoef je je niet als konijnen voort te planten, merkte paus Franciscus al met het nodige gevoel voor humor op”. Vervolgens gaat ‘moraaltheoloog’ Roger Burggraeve opnieuw zwaar uit de bocht wanneer hij zegt (p.105): “Het doel van het huwelijk is niet de loutere voorplanting, maar de wederzijdse liefde, die zich steeds rijkelijker ontplooit”. Burggraeve verlegt hier de klemtoon van de voortplanting naar ‘dé liefde’ en dat klopt zeker niet! En Burggraeve weet dat ook, want wat schrijft hij in de volgende zin (p.106)? “Kerkrechtelijk werd het huwelijk ‘vroeger’ beschouwd als een instelling van man en vrouw propter procreationem (omwille van de voortplanting), waardoor de klemtoon eenzijdig op het vruchtbaarheidsspoor kwam te liggen”. Dit is inderdaad de Leer van de Kerk van vroeger én van nu, namelijk dat de menselijke seksualiteit “van nature” gericht is op het welzijn van de echtgenoten, op de voortplanting en op de opvoeding van de kinderen. Er is helemaal niets veranderd.

Homoseksualiteit door Bonny goedgepraat

Vervolgens zegt Roger Burggraeve (p.143-144): “De Catechismus van de Katholieke Kerk windt er geen doekjes om: homoseksuele daden zijn intrinsiek ongeordend: “Steunend op de Heilige Schrift, die deze betrekkingen voorstelt als een ernstige ontaarding, heeft de Overlevering steeds verklaard dat “homoseksuele daden intrinsiek ongeordend zijn”. Ze zijn in strijd met de natuurwet. Homoseksuele handelingen sluiten de seksualiteit af voor de gave van het leven. Ze komen niet voort uit een ware affectieve en seksuele complementariteit. Daarom kunnen ze in geen geval goedgekeurd worden (Catechismus van de Katholieke Kerk, 2357).” Maar, Johan Bonny veegt de hele Kerkelijke Leer aangaande homoseksualiteit van tafel en schrijft (p.144): “Met deze strakke visie komen we vandaag theologisch en pastoraal niet veel verder”. Roger Burggraeve doet er dan nog een schepje bovenop en zegt (p.145): “Willen we vandaag pastoraal op weg gaan met homoseksuele mensen en hen welkom heten in onze gemeenschap in respect voor hun zijn en hun waardigheid, dan kunnen we die officiële kerkelijke taal van ‘intrinsiek ongeordend’ en ‘objectief slecht’ niet langer hanteren wegens uitermate beledigend.’

Het is overduidelijk, dat Johan Bonny en Roger Burggraeve schaakmat staan, maar zij kunnen echter hun nederlaag niet toegeven. Ze doen alsof hun neus bloedt. Johan Bonny vraagt zich dan vervolgens af (p.152): “Wat verwachten homoseksuele mensen van hem op pastoraal vlak?” Bonny beantwoord de vraag zelf (p.152): “Uit gesprekken die hij met hen voert, vangt hij flarden van verwachtingen op. Sommigen vechten voor een huwelijk en willen om principiële redenen dat het sacramentele huwelijk opengesteld wordt voor homoseksuelen. Anderen vragen dat niet, zoals ongeveer 90 procent van de jongens en meisjes ook niet meer vragen naar een kerkelijk huwelijk. Nog anderen verlangen een eigensoortige vorm van erkenning of zegening”. En nu komt het: “Gelovige homo’s en lesbiennes verlangen niet alleen uitdrukkelijk hun geaardheid erkend te zien door maatschappij en Kerk, maar ook het feit dat ze een relatie willen ontwikkelen en niet in onthouding hoeven te leven. Net zoals hertrouwde echtgescheidenen niet als broer en zus willen samenleven”. Met andere woorden, de zondaars willen verder blijven zondigen en zij gaan de Kerk eens even zeggen wat zij ‘verlangen’. Echter, niemand kan de Kerk opdragen wat Zij moet en wat Zij niet moet doen. De Kerk voert uit wat Christus Haar heeft bevolen.

Vervolgens vervallen Roger Burggraeve en Johan Bonny in allerlei betwistbare theologische discussies aangaande de schepping, om zich dan op het einde danig te verslikken (p.154-155): “Het is niet omdat we een homoseksuele verbintenis niet als een sacramenteel huwelijk kunnen inzegenen, dat homoseksuele paren geen recht hebben op een respectvolle erkenning van hun liefdesverbond vanwege de kerkgemeenschap”. Wel, “homoseksuele paren” hebben dat recht niet. Als Christus dat gewild zou hebben, dan zou Hij dat wel gezegd hebben. Johan Bonny en Roger Burggraeve kunnen géén ‘nieuwe’ rituelen introduceren. Vervolgens schrijven de auteurs (p.162): “In de pastoraal in onze contreien stellen we op dat vlak een verschuiving vast ten opzichte van de officiële kerkelijke leer”. Bonny vult aan (p.163): “Het is belangrijk dat de Kerk de christelijke waarden erkent die ook homoseksuelen in hun liefdesrelatie nastreven en waarmaken”. Bonny vergeet echter één ding en dat is, dat in een homoseksuele ‘liefdesrelatie’ helemaal niets ‘christelijks’ zit! De beweringen van Bonny zijn intrinsiek en objectief onchristelijk!

Zegeningen

Vervolgens worden in ‘Mag ik? Dank je. Sorry.’ de volgende vragen gesteld (p.163-164): “Als een sacramenteel huwelijk onmogelijk blijft in de ogen van de bisschop en de theoloog, wat is dan wel haalbaar?” en “Moeten we niet evolueren naar een diversiteit van rituelen waarin we de liefdesrelatie tussen homoseksuelen ook vanuit kerkelijk en gelovig perspectief kunnen erkennen?” vraagt Bonny zich af. “De vraag stellen, is ze beantwoorden”. Ook ‘moraaltheoloog’ Burggraeve is voorstander van een ‘zegening’. “Maar, we mogen ons hoofd niet in het zand steken. Nu reeds worden er in onze Vlaamse Kerk heel wat homoseksuele relaties gezegend.” weet Burggraeve (p.164), maar “een lesbisch koppel zegenen, is dus niet hetzelfde als een auto of een dier zegenen”. Johan Bonny stelt voor om naast een zegen ook een zending mee te geven (p.165): “Ik geef jullie met de zegen ook een zending”. Dat weten we dan ook weer. Wat zou die ‘zending’ kunnen inhouden, vragen wij ons nu af? “Ga heen, en zondig voortaan niet meer.” Wij vrezen van niet!

Communie voor iedereen die maar wil?

Ook het stuk over ‘Eucharistie en Communie’ (p.202-208) ‘rammelt’ theologisch aan alle kanten. De ‘Catechismus van de Katholieke Kerk’ zegt in paragraaf 2390 zeer duidelijk: “Ongehuwd samenwonen komt voor in zeer uiteenlopende situaties: het concubinaat, het afwijzen van het huwelijk als zodanig of het onvermogen om zich op lange termijn aan elkaar te binden. Al deze levenswijzen zijn in strijd met de waardigheid van het huwelijk: zij tasten de grondgedachte van het gezin aan; ze verzwakken de zin voor trouw. Ze zijn in strijd met de zedenwet: de huwelijksdaad mag uitsluitend plaatsvinden binnen het huwelijk; buiten dit kader is het steeds een zware zonde, die uitsluit van de sacramentele Communie.”

Maar, “Hoe moet het nu verder?” vragen de auteurs van ‘Mag ik? Dank je. Sorry.’ zich af (p.243): “Pasklare antwoorden biedt ons boek niet. Dat is ook geenszins onze pretentie. Niet iedereen in de Kerk zal achter onze gedachten en beschouwingen staan. Dat hoeft ook niet”. Wat een hoogmoed! Fundamenteel probleem is, dat een dialoog tussen de auteurs van ‘Mag ik? Dank je. Sorry.’ en gelovige Katholieken totaal onmogelijk is. De gemeenschappelijke basis, namelijk de aanvaarding van de Doctrine van de Kerk, ontbreekt bij de auteurs van ‘Mag ik? Dank je. Sorry.’ Zij stellen zélf vast, dat de Katholieke Doctrine géén enkele speelruimte laat, waar zij speelruimte zoeken. Daarom kiezen ze resoluut voor de vlucht vooruit. Zij proberen de Doctrine van de Kerk te veranderen, maar moeten vaststellen, dat ze zich steeds veer opnieuw vastrijden in een moeras van tegenstrijdigheden. Wie niet de nederigheid heeft om de Kerkelijke Leer te aanvaarden en te omarmen zoals die is, is onbekwaam om Katholiek te zijn.

Besluit

In de media legden Johan Bonny (bisschop van Antwerpen), Roger Burggraeve (KU Leuven) en Ilse Van Halst (‘Kerk & Leven’) heel erg de nadruk op dé ‘holebi’s’. Echter, in hun boekje, met de titel ‘Mag ik? Dank je. Sorry.’, wordt er nauwelijks over ‘holebi’s’ gesproken, maar ligt de nadruk zeer sterk op ‘homoseksuelen’. Ook de merkwaardige koppeling die de auteurs maken met ‘kerkelijke rituelen’ is zeer bevreemdend. De Kerk kan nu eenmaal niet ‘zegenen’ wat God heeft verboden. Dit ietwat puberale boekje heeft dan ook niets met de Katholieke Leer te maken, terwijl het ‘gemoraliseer’ van Johan Bonny en Roger Burggraeve niet-kerkelijke jongeren, niets te bieden heeft. Het is duidelijk, dat het boekje van Johan Bonny, Roger Burggraeve en Ilse Van Halst waarin zij suggereren, dat homoseksuele koppels, gescheiden en hertrouwde katholieken en samenwonende paren een soort van kerkelijke zegen én de Communie zouden moeten krijgen, als onderdeel van een ‘diversiteit van rituelen’, een zeer extreem voorbeeld is van wat E.H. Prof. Dr. Dariusz Oko van de Universiteit van Krakau noemt: de ‘homo-ketterij’.

Steunend op de Heilige Schrift, heeft de Overlevering van de Kerk steeds verklaard, dat “homoseksuele daden intrinsiek ongeordend” zijn. Homoseksuele handelingen sluiten de seksualiteit af voor de gave van het leven. Ze komen niet voort uit een ware affectieve en seksuele complementariteit. Daarom kunnen ze in geen geval goedgekeurd worden. In de Bergrede is Jezus Christus zeer formeel (Mat 5:27): “Gij hebt gehoord, dat er gezegd is: Gij zult geen overspel plegen”. Elke vorm van ongehuwd ‘samenwonen’ kan dan ook nooit worden ‘gezegend’, omdat ongehuwd ‘samenwonen’ tégen de Wil van God is en dus tégen de Geopenbaarde Waarheid ingaat. Ongehuwd ‘samenwonenden’ zullen geen deel hebben aan het Koninkrijk Gods (1 Ko 6:9-10). Het blijft een raadsel waarom Johan Bonny, Roger Burggraeve en Ilse Van Halst hun onchristelijke visie als ‘katholiek’ proberen te verkopen.

 

door: Mathieu Albert voor Vox Populi

Auteur:Simon VP

1 commentaar op “Recensie: “Mag ik? Dank je. Sorry. Vrijmoedige dialoog over relaties, huwelijk en gezin”

  1. Waarom ze hun onchristelijke visie als ‘katholiek’ proberen te verkopen? Nooit gehoord van vrijmetselarij? .. Beide auteurs dienen op de achtergrond andere belangen.. vanuit hun loges. De vrijmetselarij heeft altijd het streefdoel gehad het katholieke geloof VANBINNEN uit te ondermijnen! Subtiel weliswaar, via infiltratie .. in het geheim.

    Lees: http://www.bitterlemon.nu/archief/143/want-buiten-is-het-koud

Er is geen mogelijkheid (meer) om commentaar te geven op dit nieuwsbericht